Download Print deze pagina

Lennox SMART LINEA SCA 010 Handleiding Voor Gebruik En Onderhoud pagina 106

Advertenties

BEVEILIGING EN FOUTCODES
BEVEILIGING EN FOUTCODES
BEVEILIGING EN FOUTCODES
BEVEILIGING EN FOUTCODES
BEVEILIGING EN FOUTCODES
De volgende tekst bevat verwijzingen als [C11] en [V25]. Deze hebben betrekking op de drempelnummers of variabele
drempelnummers die met betrekking tot de KP02 unit worden gebruikt.
001
004
005
012
022
Onjuiste Luchtstroom
Indien het drukdifferentiaal van de analoge sensor [V16] langer dan 20 seconden lager is
dan de ingestelde waarde [C92] en de blowerventilator anderhalve minuut of langer heeft
gewerkt, wordt de luchtstroombeveiliging geactiveerd en stopt de ventilatie.
De luchtstroombeveiliging stopt na anderhalve minuut automatisch en wordt na 3
onderbrekingen op één dag automatisch geblokkeerd. In dit geval dient u het systeem
handmatig te resetten. De onderbrekingsteller wordt dagelijks om 20:00 uur opnieuw
ingesteld indien er niet meer dan 3 storingen zijn geweest.
Vuile filters
Indien het drukdifferentiaal van de analoge sensor [V16] langer dan een minuut hoger is
dan de ingestelde waarde [C94], geeft de CLIMATIC™ aan dat de filters vuil zijn. De unit
wordt niet stopgezet.
Ontbrekende filters
Indien het drukdifferentiaal van de analoge sensor [V16] langer dan een minuut lager is
dan de ingestelde waarde [C90], geeft de CLIMATIC™ aan dat de filters ontbreken. De unit
wordt niet stopgezet.
BEVEILIGING TOEVOERLUCHTTEMPERATUUR
Bovengrens toevoerluchttemperatuur
1e Beveiligingsniveau
Indien de temperatuur van de toevoerlucht hoger dan of gelijk is aan de ingestelde waarde
[C74], wordt deze door het warmtecontrolesysteem geleidelijk verlaagd. De controlecyclus
werkt toe naar een temperatuur 3°C onder deze ingestelde waarde.
2e Beveiligingsniveau
Indien de temperatuur van de toevoerlucht hoger of gelijk is aan de ingestelde waarde
[C75], wordt de beveiliging geactiveerd. Het beveiligingssysteem stopt automatisch bij
een temperatuur van 3°C onder deze ingestelde waarde.
Aanvoertemperatuur te laag
1e Beveiligingsniveau
Indien de temperatuur van de toevoerlucht hoger of gelijk is aan de ingestelde waarde
[C71], wordt het koudecontrolesysteem ingeschakeld om de temperatuur geleidelijk te
verlagen. De controlecyclus werkt toe naar een temperatuur 3°C boven deze ingestelde
waarde.
2e Beveiligingsniveau
Indien de temperatuur van de toevoerlucht lager dan of gelijk is aan de ingestelde waarde
[C72], schakelt de unit de verseluchtdemper automatisch in de stand "alle lucht
hergebruiken" en wordt de productie van koude lucht onderbroken. Het beveiligingsniveau
stopt automatisch bij een temperatuur van 3°C boven de ingestelde waarde.
3e Beveiligingsniveau
Indien de temperatuur van de toevoerlucht vijftien minuten of langer (en vijftien 15 minuten
na activering van de ventilator) lager is dan of gelijk is aan de ingestelde waarde [C73],
wordt de "temperatuur toevoerlucht te laag"-beveiliging geactiveerd. De unit wordt volledig
uitgeschakeld.
Deze beveiliging schakelt de unit uit indien de temperatuur van de toevoerlucht 3°C boven
de ingestelde waarde ligt. Na drie onderbrekingen op dezelfde dag wordt de unit niet meer
automatisch ingeschakeld en dient de unit handmatig opnieuw ingesteld te worden. De
onderbrekingsteller wordt dagelijks om 20:00 uur opnieuw ingesteld indien er niet meer
dan 3 storingen zijn geweest.
IGO / Rooftop Smart en Linéa™ Serie - Pagina 105

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Smart linea sca 013Smart linea sca 015Smart linea sha 010Smart linea sha 013Smart linea sha 015Smart linea lca 020 ... Toon alles