Voor de installateur
Inbedrijfstelling en inspectie
Vuilfilter reinigen
Reinig na installatie het vuilfilter (HQ1).
1. Sluit de klep QM31 en de klep bij het vuilfilter (HQ1).
2. Open de ontluchtingsklep (QM20) om ervoor te zorgen
dat de druk in de HBS 16 zakt.
3. Reinig het vuilfilter (HQ1) zoals weergegeven.
1
2
Secundaire afstelling
Gedurende de eerste tijd komt er lucht vrij uit het warm-
tapwater en het kan nodig zijn om het systeem te ontluch-
ten. Indien er borrelende geluiden uit de HBS 16 of uit het
afgiftesysteem worden waargenomen, kan het nodig zijn
om het hele systeem nogmaals te ontluchten.
Voorzichtig!
Gebruik ontluchtingsklep (QM20), eventuele externe
ontluchtingskleppen alsmede overstortventiel (FL2).
De laatstgenoemde moet voorzichtig worden be-
diend, aangezien deze snel open gaat. Als het sys-
teem stabiel is (juiste druk en volledig ontlucht) kan
het automatische regelsysteem voor de verwarming
naar behoefte worden ingesteld.
Zie Standaardinstelling op pagina 8.
40
NIBE™ SPLIT