Voor de installateur
Elektrische installatie
Aansluiting van de temperatuursensor voor de
warmwaterproductie
De warmwatersensor (BT6) en de sensor van het elektrische
verwarmingselement (BT19) bevinden zich op de HE
30/HEV 300/HEV 500 en worden aangesloten met een
kabel tussen de HBS 16 (klemmenstrook AA22-X4) en HE
30/HEV 300/HEV 500 (klemmenstrook X101). Gebruik een
4-aderige kabel van min. 0,5 mm2 dik.
AA22-X4
X101
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
*De warmwatersensor (BT6) wordt niet gebruikt in de HE 30.
Aansluiten van de stroombegrenzer
Voorzichtig!
Geldt alleen voor 3 X 400 V.
Wanneer er in het pand veel stroomverbruikers zijn aan-
gesloten terwijl de elektrische bijverwarming in bedrijf is,
bestaat het gevaar dat de hoofdzekering van het pand
doorslaat. De HBS 16 is voorzien van een ingebouwde
stroombegrenzer die de elektrische stappen en de com-
pressor regelt. Indien nodig worden de elektrische stappen
uitgeschakeld en/of wordt de compressorfrequentie be-
perkt.
Om de stroom te meten, moet een stroomsensor worden
gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in de verdeel-
kast. De verdeelkast is een prima plek voor de installatie.
Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabel in
een behuizing naast de verdeelkast. Gebruik een niet-af-
geschermde, meeraderige kabel met minimaal 0,50 mm
tussen de behuizing en de HBS 16.
In de HBS 16 sluit u de kabel aan op de EBV-kaart (AA22)
op klem X1:8–11.
L1 wordt aangesloten op X1:8 en X1:11.
L2 wordt aangesloten op X1:9 en X1:11.
L3 wordt aangesloten op X1:10 en X1:11.
De X1:11 is de gezamenlijke klemmenstrook voor de drie
stroomsensoren.
36
1
-BT19
2
3
-BT6
4
AA22-X1
1
2
3
De grootte van de hoofdzekering van het pand wordt in-
gesteld met de knop (R24) op de EBV-kaart (AA22). De
instelling kan worden afgelezen in menu 8.3.1.
Aansluiten van centrale vermogensregeling/ta-
riefregeling
Bij centrale vermogensregeling of tariefregeling kan deze
worden aangesloten op klemmenstrook (X1) op de EBV-
kaart (AA22), die zich achter de afdekking aan de voorzijde
bevindt.
Tarief A, de elektrische bijverwarming wordt uitgeschakeld.
Sluit een potentiaalvrije contactfunctie aan op klem X1:5
en X1:7.
Tarief B, de compressor in de AMS 10 wordt uitgeschakeld.
Sluit een potentiaalvrije contactfunctie aan op klem X1:6
en X1:7.
Tarief A en Tarief B kunnen worden gecombineerd.
Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen
is uitgeschakeld.
Aansluiten van externe contacten
RG 10, sensor voor wijziging van de ruimtetemperatuur
Er kan een externe sensor (BT50) op de HBS 16 worden
aangesloten om de aanvoertemperatuur en daarmee de
ruimtetemperatuur te wijzigen, bijvoorbeeld een ruimte-
sensor (RG 10, accessoire). Sluit de sensor aan op de
klemmenstrook van X4:1 tot X4:3 op de EBV-kaart (AA22)
volgens het bedradingsschema.
Wordt geactiveerd in menu 9.3.6.
De aanvoertemperatuur wordt bepaald aan de hand van
het verschil tussen de ruimtetemperatuur en de ingestelde
ruimtetemperatuur. De gewenste ruimtetemperatuur
wordt ingesteld met de knop op de RG 10 en kan worden
afgelezen in menu 6.3.
Contact voor wijziging van de ruimtetemperatuur
Afgiftesysteem 1:
Er kan een externe schakelfunctie op de HBS 16 worden
aangesloten om de aanvoertemperatuur en daarmee de
2
ruimtetemperatuur te wijzigen, bijvoorbeeld een ruimte-
thermostaat of een schakelklok. Het contact moet poten-
tiaalvrij en niet-vergrendelbaar zijn en zijn aangesloten
op klemmenstrook X1:3 en X1:4 op de EBV-print (AA22).
Als het contact sluit, wordt de verschuiving van de stooklijn
gewijzigd met het aantal stappen dat hier wordt weerge-
geven. De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en
+10. De waarde voor de wijziging wordt ingesteld in menu
"2.4, "Externe instelling".
NIBE™ SPLIT
L3
L2
L1
4
5
6 7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17