Verbinding tussen de HBS 16 en de HE 30, HEV 300, HEV 500
HE 10-30/HEV 10-300/HEV 10-500
Temperaturebegränsare
-FD1-BT30
Elpatron -EB2
3x2000W
Elpatron -EB2
3x1000W
Instellen maximaal vermogen, elektrische bij-
verwarming
De verschillende maximumvermogens voor elektrische
bijverwarming worden ingesteld met de knop (R25) op
de EBV-kaart (AA22). Instelwaarde getoond in menu 8.3.2.
De volgende tabel geldt alleen wanneer menu 9.2.8 Bijver-
warming type is ingesteld op "Intern vermogen 1" (fabrieks-
instelling).
Elektri-
Knop-
Aandui-
sche
stand
ding in
bijver-
menu
war-
ming,
vermo-
gen
(kW)
0,0
-
0
2,0
-
1
4,0
A
2
6,0
B
3
9,0
C
4
Instellen maximale boilertemperatuur
Het instellen van de verschillende maximale boilertempe-
raturen vindt plaats met de knop (R26) op de EBV-kaart
(AA22). Instelwaarde weergegeven in menu 9.3.1.
Boilertemperatuur
55
60
65
65
65
65
-X100
L1 (A)
L2 (A)
L3 (A)
Compressor
op
0
0
25
5,3
4,3
25
9,7
8,7
25
14
13
25
14
13
-
Knopstand
A
B
C
D
E
F
5G1.5 mm
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
EBV-kaart, klem en bedradingsschema
De volgende verbindingen vinden plaats op de EBV-kaart
(AA22).
Zie pagina 70 voor volledig bedradingsschema van de
print.
uit
0
0
0
0
13
Aansluiten van de buitensensor
De buitentemperatuursensor (BT1) moet op een bescha-
duwde plaats aan de noord- of noordwestzijde worden
geplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden ver-
stoord door de ochtendzon. Sluit de sensor aan op klem-
menstrook X1:1 en X1:2 op de EBV-kaart (AA22) via kabel-
doorvoer UB4. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal
0,5 mm
2
.
Indien de kabel van de buitensensor in de nabijheid van
stroomkabels komt te liggen, moet een afgeschermde
kabel worden gebruikt.
Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet deze wor-
den afgesloten om condens in de behuizing van de sensor
te voorkomen.
NIBE™ SPLIT
Voor de installateur
Elektrische installatie
HBS 10-12/HBS 10-16
2
-X4
35