Voor huiseigenaren
Alarmsignaleringen
Alarmsignaleringen
Er zijn vele bewakingsfuncties ingebouwd in de NIBE SPLIT
om te wijzen op eventuele storingen. De regeling verstuurt
alarmsignalen die kunnen worden afgelezen op de display
van het bedieningspaneel.
Wat gebeurt er bij een alarm?
De achtergrondverlichting van de display gaat knipperen
en de statuslamp wordt rood.
Alarmmeldingen van compressoren en storingen in
buitensensoren veranderen de bedrijfsstand in "Anti-
vries" en verlagen de aanvoertemperatuur naar de mini-
maal toegestane temperatuur om aan te geven dat er
iets mis is.
Verschillende soorten alarmmeldingen
Alarmmeldingen met automatische reset (hoeven niet
te worden bevestigd wanneer de oorzaak is verdwenen).
Alarmtekst op de display
LP-LARM
HP-LARM
BE stroomuitval / BE Com. fout
Display niet verlicht.
Alarmmeldingen bevestigen
Het bevestigen van een alarm kan geen kwaad. Als de
oorzaak van het alarm blijft bestaan, verschijnt het alarm
opnieuw.
Als een alarm is geactiveerd, kan dit worden gereset
door de HBS 16 uit en weer in te schakelen met de
schakelaar (SF1). Als de stroom wordt ingeschakeld, start
de warmtepomp weer op met een vertraging van 30
minuten. Een andere mogelijkheid is dat het alarm via
het menu 9.7 (onderhoudsmenu) wordt gereset.
Als het alarm niet kan worden gereset met behulp van
de schakelaar (SF1), kan de bedrijfsstand "Alleen bijver-
warming" worden geactiveerd om weer een normaal
temperatuurniveau in het huis te krijgen.
De eenvoudigste manier om dit te doen is de knop "Be-
drijfsstand" gedurende 7 seconden ingedrukt te houden.
Deactiveer de functie door nog een keer 7 seconden
lang op de knop 'Bedrijfsstand' te drukken.
16
Aanbevolen maatregelen
1. Lees op de display van de warmtepomp af welk alarm
2. Als gebruiker kunt u bepaalde alarmmeldingen verhel-
Beschrijving alarm
Lagedrukpressostaat geactiveerd.
Hogedrukpressostaat geactiveerd.
Buitendeel krijgt geen stroom / Communi-
catie verbroken
NIBE™ SPLIT
Bestaande alarmmeldingen waarvoor maatregelen ver-
eist zijn van u of de installateur.
Een volledige lijst van alarmmeldingen vindt u op pagina
65.
is opgetreden.
pen. Zie de onderstaande tabel voor de betreffende
maatregelen. Als het alarm niet is verholpen of niet in
de tabel staat, kunt u contact opnemen met uw instal-
lateur.
Controle/oplossing voordat u belt met
installateurs/servicemonteurs
Controleer of de thermostaten voor de ra-
diatoren/vloerverwarmingssystemen niet
gesloten zijn (alleen tijdens koelen).
Controleren of de thermostaten voor de
radiatoren/vloerverwarmingssystemen niet
gesloten zijn.
Als koeling in bedrijf is: Controleer of de
luchtstroom naar de AMS 10 niet wordt
belemmerd.
Controleer of de stroomonderbrekers voor
de buitendeel niet uit zijn.
Controleer en vervang evt. gesprongen
groep- en hoofdzekeringen.
Controleer of de stroomonderbreker voor
de binneninstallatie uit is.
Controleer of de schakelaar (SF1) in de
normale stand staat (1).
Voorzichtig!
Wanneer er meerdere malen een alarmsignaal gege-
ven wordt, betekent dit dat er een fout in de installa-
tie is.
Neem contact op met uw installateur!