5.1 Bedieningsknoppen en schermen
5.1.1 Knoppen
Knop
Functie
Druk tijdens het opnemen van video of het maken van foto´s op deze
,
knoppen om in of uit te zoomen op het onderwerp.
Knoppen Omhoog
Druk in de afspeelmodus op deze knoppen om naar de volgende of vorige
(2) en Omlaag (4)
opname te gaan.
Druk, als het menu wordt weergegeven, op deze knoppen om te bladeren
tussen de verschillende menuopties (omhoog/omlaag).
Druk, als er een waarde wordt weergegeven in het geselecteerde menu, op
deze knoppen om de waarde te verhogen of te verlagen.
Druk tijdens het afspelen van video op deze knop om het
geluidsvolume aan te passen.
Druk tijdens het opnemen van video op de knop Omlaag (4) om de
microfoon te dempen of weer te activeren.
Druk op deze knop terwijl het opnemen of afspelen is gepauzeerd en er
M
geen menu wordt weergegeven, om de menu-instellingen die verband
Menuknop (3)
houden met de huidige gebruiksmodus te openen. Druk nogmaals op deze
knop om het algemene instellingenmenu van de dashcam te openen.
Als er een menu wordt weergegeven, drukt u op deze knop om het menu af
te sluiten.
Druk op deze knop in de videomodus om de opname te starten of te
stoppen.
Knop OK (5)
Druk op deze knop in de fotomodus om een foto te maken.
Druk, terwijl er een menu wordt weergegeven, op deze knop om een
menuoptie te selecteren of een waarde te bevestigen en op te slaan.
Druk in de afspeelmodus op deze knop om de weergave te starten of te
pauzeren.
Druk meerdere malen op deze knop om cyclisch te schakelen tussen de
video-, foto- en weergavemodus.
Knop Bedienings-
modus (6)
CR 3 A2
Nederlands - 117