FUNCTIES OP HET TOUCHSCREEN
1. Exclusive SEWING ADVISOR™
De Exclusive SEWING ADVISOR™ functie stelt de beste
steek, steeklengte, steekbreedte, naaisnelheid en draadspanning
in voor de geselecteerde stof en naaitechniek (zie pagina 46).
Druk op de tab Stof/Techniek en maak uw selectie door op
de stof of techniek te drukken die u wilt gebruiken. Druk
op de pijl in de linker bovenhoek van het touchscreen om de
Exclusieve SEWING ADVISOR™ functie te sluiten
De steek wordt getoond op het touchscreen met
aanbevelingen voor de te gebruiken naaivoet, naaivoetdruk,
draadspanning en naald.
2. Draadspanning
De beste draadspanning voor de geselecteerde steek en stof
wordt automatisch ingesteld. De draadspanning kan worden
aangepast voor speciale garens, technieken of stof. Druk op +
om de draadspanning te verhogen en op - om deze te verlagen.
3. Verticaal spiegelen
Druk op deze toets om de geselecteerde steek verticaal te
spiegelen. Als u op de toets drukt in de Naaimodus voor
steekprogramma's, wordt het hele steekprogramma gespiegeld.
De verandering is te zien op het touchscreen.
4. Steeklengte/dichtheid
Als u een steek selecteert, stelt uw machine automatisch
de beste steeklengte in. De steeklengte is te zien op het
touchscreen. U kunt de steeklengte veranderen door op de
pictogrammen- of + te drukken.
Als u een knoopsgat heeft geselecteerd, staat op het
touchscreen de dichtheidsinstelling in plaats van de lengte-
instelling van de steek. Nu kunt u de dichtheidsinstelling
veranderen door op - of op + te drukken.
Als u op Alt (6) drukt wanneer er een cordonsteek is
geselecteerd, geeft het touchscreen de dichtheidsinstelling
weer. Druk op – of op + om de dichtheid te veranderen.
5. Steekbreedte/naaldpositie
De steekbreedte wordt op dezelfde manier ingesteld als de
steeklengte. De vooraf ingestelde breedte is te zien op het
touchscreen. De breedte kan worden aangepast tussen 0 en
7 mm. Sommige steken hebben een beperkte steekbreedte.
Als er een rechte steek is geselecteerd, worden – en + gebruikt
om de naald in 29 posities naar links of rechts te bewegen.
6. Alt (Weergave afwisselen)
Druk op het pictogram Alt om de steekdichtheid weer te
geven in plaats van de steeklengte wanneer er een cordonsteek
is geselecteerd.
1
2
3
4
7. Spiegelen in de breedte
Druk op deze toets om de geselecteerde steek horizontaal te
spiegelen. Bij een rechte steek met naaldpositie links, wordt
de naald symmetrisch over het midden heen van links naar
rechts gebracht als u op dit pictogram drukt. Als u op de toets
drukt in de Naaimodus voor steekprogramma's, wordt het hele
steekprogramma gespiegeld. De verandering is te zien op het
touchscreen.
8. Steken/Lettertypemenu
Druk op het pictogram van het Steken/Lettertypemenu
om het stekenselectievenster te openen. Er zijn drie tabs:
Stekenmenu, Mijn Stekenmenu en Lettertypemenu.
Zie pagina 35 voor meer informatie over hoe u een steek of
lettertype kunt selecteren.
9. Navigatiepijlen
Gebruik de pijlen omhoog/omlaag om omhoog en omlaag te
bladeren in een lijst met selecties.
10. Programmeermodus
Druk hierop om de programmeermodus te openen. Druk er
opnieuw op om de programmeermodus te verlaten.
11. Opslaan in Mijn Steken
Druk hierop om het menu te openen waarin u uw eigen
persoonlijke steken of stekenprogramma's kunt opslaan. Druk
er opnieuw op om het Mijn Stekenmenu te verlaten.
12. SET Menu
Druk hierop om het menu voor naaimachine-instellingen te
openen. Maak veranderingen en selecties door op de vakjes
naast de functies te drukken. Blader omhoog en omlaag met
de navigatiepijlen (9). Druk opnieuw op het pictogram SET
Menu om het SET Menu te verlaten.
8
9
10
6
11
12
5
7
De bediening van uw Opal
670 – 33
™