1-4. Spraakcommandosysteem
■
Bediening systemen auto
Functies van de auto, zoals het openen en sluiten van de
ruiten, kunnen worden bediend.
Actie
Openen of sluiten
van alle ruiten
De ruitenwisser voor
inschakelen
Een stoelpositie
opslaan in of op‐
roepen uit het ge‐
*2*4
heugen
De kilometerteller
*4
weergeven
Dagteller A weerge‐
*4
ven
Het beeld van de
camera weergeven
Het beeld van de
camera w zigen
■
Voertuiginformatie
Informatie, zoals de actieradius, kan worden gecontroleerd.
Actie
De actieradius controleren
De gemiddelde r snelheid
controleren
52
*2*5
Voorbeeld van spraakcommando
"Open all windows" (open alle ruiten)
"Close all windows" (sluit alle ruiten)
"Open driver side window" (open de ruit aan
*4
bestuurdersz de) "Close driver side win‐
dow" (sluit de ruit aan bestuurdersz de)
"Turn on the front wiper" (schakel de rui‐
*4
tenwisser voor in)
"Set seat position number 1" (stel stoel‐
positie nummer 1 in) "Save seat position
number 1" (sla op als stoelpositie nummer
1)
"Show odometer" (toon kilometerteller)
"Show Trip A" (toon dagteller A)
"Show side camera view" (toon beeld z ‐
camera) "Show wide front camera" (toon
*2*4
groothoekbeeld camera voor) "Show moving
camera" (toon bewegend beeld van camera)
"Change camera view" (w zig beeld van ca‐
*2*4
mera)
"What's my cruising range?" (Wat is
m n actieradius?)
"What's my average speed?" (Wat is
m n gemiddelde r snelheid?)
Voorbeeld van spraakcommando