8-3. Panoramic View Monitor (auto's met Advanced Park)
NOTICE
•
Sla niet op de camera en oefen er geen overmatige kracht op
uit. Anders kan de stand van de camera veranderen.
•
De camera is waterdicht. Verw der, demonteer of w zig hem
niet.
•
Reinig de camera door deze met veel water af te spoelen en de
lens vervolgens schoon te vegen met een zachte, vochtige doek.
Als er te hard over de cameralens wordt gewreven, kunnen er
krassen ontstaan op de lens waardoor het beeld minder duide‐
l k wordt.
•
De camerabehuizing is gemaakt van kunststof. Zorg ervoor dat
er geen organische oplosmiddelen, autowas, ruitenreiniger en
ruitencoating op de camera terechtkomen. Verw der dergel ke
stoffen zo snel mogel k als dit gebeurt.
•
Giet b
koud weer geen heet water op de auto en stel de auto
niet bloot aan plotselinge temperatuurwisselingen.
•
Als u de auto wast met een hogedrukreiniger, richt de straal
dan niet direct op of rondom de camera. Anders kunnen storin‐
gen optreden in de camera.
●
Als de camera wordt geraakt, kan er een storing optreden in de
camera. Laat, als dit gebeurt, de auto nak ken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho‐
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■
De camera achter reinigen met sproeiervloeistof
Vuil op de lens van de camera achter kan worden verw derd
met behulp van de speciale camerareinigingssproeier. Zie de
"handleiding van de auto" voor meer informatie.
●
T dens het reinigen van de camera is het beeld mogel k
niet goed zichtbaar als gevolg van de sproeiervloeistof.
Controleer b
de auto, zowel direct als via de spiegels.
●
Als na het reinigen sproeiervloeistof op het oppervlak
van de cameralens achterbl ft, is het beeld mogel k
's nachts niet goed zichtbaar als gevolg van de hoogte of
de hellingshoek van de koplampen van de achterligger.
* :
If equipped
396
het achteruitr den eerst de omgeving van
*