8-3. Panoramic View Monitor (auto's met Advanced Park)
3
Draai, als de achterzijde van
de auto zich in het parkeer-
vak bevindt, het stuurwiel zo-
danig dat de voertuigbreed-
tereferentielijnen zich tussen
de linker en rechter scheids-
lijnen van het parkeervak be-
vinden.
A
Voertuigbreedtereferentie‐
l nen
4
Zet als de voertuigbreedtereferentielijnen en de lijnen van
het parkeervak parallel liggen het stuurwiel recht en rijd
langzaam achteruit totdat de auto geheel in het parkeervak
staat.
5
Breng de auto op een geschikte plaats tot stilstand om het
parkeren te beëindigen.
Parkeren met behulp van de modus Parking Assist-hulprijlij-
nen
1
Zet de selectiehendel in stand R.
376