●
Het systeem werkt in de volgende situaties mogel k niet goed:
•
Met sneeuw bedekte wegen
•
Verlichting zorgt voor schaduwen, enz.
•
De cameralens is bedekt met vuil of verontreinigingen
•
Water (rivier, zee, enz.)
•
Er is optionele uitrusting gemonteerd
•
Er bevindt zich een obstakel voor de camera
•
De banden z n vervangen
•
De achterklep is open en de camera bevindt zich niet in de
juiste positie
•
Het wegdek is glad of de wielen slippen
•
De auto bevindt zich op een helling of een andere steile weg
●
Omdat een beeld dat eerder is vastgelegd, wordt weergegeven,
kunnen het scherm en de werkel ke situatie in de volgende ge‐
vallen verschillen:
•
Er versch nt een obstakel of het beweegt nadat het beeld is
vastgelegd
•
Zand of sneeuw valt uit elkaar en beweegt nadat het beeld is
vastgelegd
•
In het weergavebereik bevinden zich modder of plassen
•
Als de auto slipt
●
Een gedeelte van of het gehele transparante beeld onder de auto
wordt in de volgende situaties zwart weergegeven:
•
De auto komt in beweging terw l er geen beeld is vastgelegd
•
De draaihoek van het stuurwiel overschr dt een bepaalde hoek
•
De auto staat stil en er is een bepaalde t d verstreken
8-3. Panoramic View Monitor (auto's met Advanced Park)
8
381