Als alternatief kunt u hiervoor ook de betreffende sneltoets 1...10 van de
afstandsbediening gebruiken. Druk voor zenders op de geheugenplaatsen
11...20 op Met cijfertoetsen invoeren (17) en op een tweede cijfer (bijv. Met
cijfertoetsen invoeren + 3 voor de geheugenplaats 13).
7.2.5 Overschrijven/verwijderen van een opgeslagen programmageheugen
>
Sla eenvoudig volgens de aanwijzingen een nieuw station op in het
favorietengeheugen.
Bij het herstellen van de fabrieksinstellingen worden alle geheugenplaatsen
verwijderd.
7.2.6 Signaalsterkte
>
Druk herhaaldelijk op INFO totdat de signaalsterkte wordt weergegeven:
>
Het display toont de signaalsterkte door middel van een staafdiagram. De
markering geeft de minimale signaalsterkte aan.
Stations met een signaalsterkte die lager is dan de minimumsignaalsterkte
zenden geen voldoende signaal uit. Richt zo nodig de antenne uit (zie
paragraaf 5.3.1).
DE
EN
FR
NL
247