Storingen verhelpen
13 Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u
Storingen verhelpen
contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
Storing
LED-verlichting functi-
oneert niet.
Temperatuur wijkt erg
af van de instelling.
Bodem van het koel-
vak is nat.
Het apparaat borrelt,
zoemt of gorgelt of
klikt.
Apparaat produceert
geluiden.
Oorzaak en probleemoplossing
Lamp is defect.
Schakel het apparaat uit. → Pagina 83
1.
Koppel het apparaat los van de voedingspanning.
2.
Haal stekker van het netsnoer uit het stopcontact
trekken of schakel de zekering in de meterkast uit.
Verwijder het lampkapje naar links.
3.
→ Fig.
9
Vervang het lampje.
4.
Vervangend lampje: 220–240 V wisselstroom, fit-
ting E14, zie defect lampje voor het wattage.
De lichtschakelaar klemt.
Controleer of de lichtschakelaar gemakkelijk be-
▶
weegt.
→ Fig.
10
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Schakel het apparaat uit. → Pagina 83
1.
Schakel het apparaat na ca. 5 minuten opnieuw in.
2.
→ Pagina 82
Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de
‒
temperatuur na een paar uur opnieuw.
Als de temperatuur te laag is, controleer de tem-
‒
peratuur dan de volgende dag opnieuw.
De dooiwatergoot of het afvoergat is verstopt.
De dooiwatergoot en het afvoergat reinigen.
▶
→ Pagina 87
Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen.
Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in-
of uit.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Uitrustingsdelen wiebelen of klemmen.
Controleer de uitneembare uitrustingsdelen en zet
▶
ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of containers raken elkaar.
Haal flessen of containers van elkaar.
▶
Supervriezen is ingeschakeld.
Storingen verhelpen nl
89