52
6.9
Loogpomp
Om transmissiegeluiden te beperken, is de pomp tussen pomppot en afvoerslang zacht gelagerd.
Voor een betere reiniging van de fijne zeef en om de pomp te ontluchten wordt 3x na elkaar afwisselend
5 sec. het water gecirculeerd en afgepompt (behalve bij programmastart). Zo stroomt in beide richtingen
water door de zeef (wisselpompen).
Na de droogfase wordt de pomp 3x na elkaar 5 sec. aangestuurd, met telkens 5 sec. pauze ("stotter-
pompen"). Deze stap is nodig om de pomp te ontluchten.
Demontage
1.
Sokkelpaneel en sokkelplaat verwijderen; de loogpomp is vooraan aan de pomppot bevestigd.
2.
Brug (1) aan de arrêteerneus (2) doorsnijden.
3.
Arrêteerneus (2) over de arrêtering (3) drukken en tegelijkertijd de pomp naar onderen draaien.
4.
Na ca. een kwartdraai (4) kan de pomp worden afgetrokken (5).
Technische gegevens:
Nominale spanning
Frequentie
Weerstand
Pomphoogte
Pompcapaciteit
230 - 240 V
50 Hz
110 - 260 Ω
0,9 m
10 l/min
Servicehandboek
Uitsluitend voor intern gebruik