Servicehandboek
5.4
Coderingsaanwijzing voor elektronica met H-besturing
Na het vervangen van de standaard ingezette elektronische besturingen moet de besturing weer met de
apparaatprogramma's (zie tabel) worden gecodeerd.
Noot: Bij modellen met 3 programma's/toetsen moet de besturing worden geprogrammeerd voor de be-
dieningspaneelkast wordt opgezet.
1.
Oproepen:
De toetsen S2, S3, S4 en S5 gelijktijdig indrukken, ingedrukt houden en op de hoofdschakelaar
drukken. Zolang de toetsen S2 tot S5 ingedrukt blijven, knipperen de LED's L2 tot L5.
De actuele kodering wordt na het loslaten van de toetsen S2 tot S5 met de LED's L2, L3 en L4
binair gecodeerd aangetoond (zie codetabel).
2.
Variant instellen:
Met de toets S2 kunnen de verschillende variantencoderingen (zie tabel) worden ingesteld.
3.
Codering bewaren:
Door het uitschakelen van het apparaat wordt de nieuwe variant/codering bewaard.
Codetabel
Codering
S1
0
Intensief 70°
1
2
3
LED uit = 0
Programmasymbolen
Intensief 70°
Normaal 65°
Uitsluitend voor intern gebruik
S2
S3
Normaal 65°
ECO 50°
Normaal 65°
ECO 50°
Normaal 65°
ECO 50°
ECO 50°
Snel 35°
S4
S5
Snel 35°
Voorspoelen
Snel 35°
Voorspoelen
Voorspoelen
LED brandt = X
LED 2
LED 3
LED 4
0
0
X
0
0
X
X
X
Soft 40°
Voorspoelen
29
0
0
0
0