Inhoudsopgave
Advertenties
Servicehandboek
5.
Verklaring van de spoelopdrachten
5.1
Coderingsaanwijzing voor elektronica met G-besturing IG 4...
Na het vervangen van de standaard ingezette elektronische besturingen moet de besturing weer met de
apparaatprogramma's (zie tabel) worden gecodeerd.
Noot: Bij modellen met 3 of 4 programma's/toetsen moet de besturing worden geprogrammeerd voor de
bedieningspaneelkast wordt opgezet.
1.
Oproepen:
De toetsen S2, S3, S4 en S5 gelijktijdig indrukken, ingedrukt houden en op de hoofdschakelaar
drukken. Zolang de toetsen S2 tot S5 ingedrukt blijven, knipperen de LED's L2 tot L5.
De actuele kodering wordt na het loslaten van de toetsen S2 tot S5 in de displayweergave geco-
deerd aangetoond (zie codetabel).
2.
Variant instellen:
Met de toets S2 kunnen de verschillende varianten/coderingen (zie tabel) worden ingesteld.
3.
Codering bewaren:
Door het uitschakelen van het apparaat wordt de nieuwe variant/codering bewaard.
Codetabel
Aangetoonde
codering in het
S0
display
20
TPR
21
TPR
22
TPR
23
TPR
24
TPR
25
TPR
26
TPR
27
TPR
TPR = tijdprogrammering
Programmasymbolen
Intensief 70°
Normaal 65°
Uitsluitend voor intern gebruik
S1
S2
Intensief 70°
Normaal 65°
OK
Normaal 65°
Normaal 65°
ECO 50°
OK
Normaal 65°
Normaal 65°
Normaal 65°
ECO 50°
Normaal 65°
ECO 50°*
Intensief 70°
Normaal 65°
OK = bovenkorfspoelen
Display
L 1
L 2
TPR
S 1
S 2
ECO 50°
Snel 35°
S3
S4
ECO 50°
Snel 35°
ECO 50°
Snel 35°
Snel 35°
Voorspoelen
ECO 50°
Voorspoelen
ECO 50°
Voorspoelen
Soft 40°
Snel 35°
Snel 35°
Voorspoelen
ECO 50°*
Snel 35°
* = Energielabel A-B-D
L 3
L 4
L 5
L 7
L 6
S 3
S 4
S 5
Soft 40°
Voorspoelen
17
Toets
S5
codering
Voorspoelen
0
Voorspoelen
1
2
3
4
5
6
Voorspoelen
7
Advertenties
Inhoudsopgave
