Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eldom Invest 72269W Handleiding Voor Installatie, Bediening En Onderhoud pagina 42

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 40
NL
water (niet gespoten of besproeid zal worden). Om de warmteverliezen te
verminderen, is het aanbevolen dat afstand tussen de boiler en de plekken
waar warm water zal worden gebruikt, zo laag mogelijk is.
Het is absoluut verplicht dat men wel genoeg afstand tussen het toestel en
de omringende muren en het plafond van de ruimte laat:
Voor verticale boilers – ten minste 70 mm tussen het toestel en het
џ
plafond; ten minste 50 mm tussen het toestel en de zijwand; ten
minste 350 mm onder het toestel voor vergemakkelijken van
onderhoud en eventuele reparaties.
Voor boilers, horizontaal opgehangen aan de kamerwand – ten minste
џ
70 mm tussen het toestel en het plafond; ten minste 70 mm tussen de
zijdeksel (zonder uitlaten) en de wand; ten minste 350 mm tussen de
kunstof deksel met het elektrische gedeelte en de wand ter
vergemakkelijking van de onderhoudswerkzaamheden en de
eventuele reparatie. Onder het toestel, wanneer zijn pijpen zich aan
de onderzijde bevinden, moet voldoende afstand zijn voor montage
van de wateraansluitingen en de afvoer van water uit het
waterreservoir.
Voor boilers met warmtewisselaars moet men een dergelijke afstand
џ
laten tussen de uitlaten van zijn aansluitingen en hun flenzen voor de
aanvullende thermostaten, voor zover nodig is voor het installeren van
extra controle en veiligeheids voorzieningen.
De boiler dient goed, zonder enige mogelijkheid van beweging, aan de
kamerwand te worden bevestigd. Hiervoor worden stalen bouten gebruikt
met een diameter van 10-12 mm, die goed in de wand zijn verankerd. De
bevestigingselementen moeten beschermd zijn tegen uittrekken van de
wand – dus ze moeten ankerbouten zijn of door de wand heen gaan
(afhankelijk van het materiaal van de wand). De elementen, waarop de
boiler zal worden opgehangen, moeten ontworpen zijn voor een lading 3
maal groter dan het totale gewicht van het toestel inclusief het water. De
montage van de boiler aan decoratieve wanden (bestaande uit enkele
bakstenen of lichtgewicht materialen) is verboden. Op afb. 1-3 en in de
tabellen zijn de afstanden weergegeven van de bouten voor ophanging van
de toestellen. De verticale boilers van 150 en 200 liter zijn voorzien van
ander type plaat voor ophanging, respectievelijk verschilt de afstand tussen
de bouten van de andere modellen en modificaties, afb. 1.
WAARSCHUWING! De dragende platen van de horizontale boilers
moeten goed zijn vastgeklemd aan de kamerwand. Onder de koppen
van de bouten (de moeren) moet men oplegringen gebruiken!
Voor de boilers van 150 en 200 l. zijn de vereisten voor bevestiging aan de
kamerwand of muur groter, aangezien hun gewicht groter is:
Gezien het type, het materiaal en de stevigheid van de muur moet men
џ
een extra constructie opbouwen of adequate overeenkomstige
maatregelen nemen voor een goede bevestiging van de verticale
boilers. Voorbeeldconstructies voor een gewapend betonnen muur
met een dikte van 25 cm of meer zijn getoond in afb. 4 en voor een
bakstenen muur of van andere materialen in afb. 5.
De boilers voor horizontale montage worden door de fabrikant
џ
geleverd met aanvullende ophangbeugels. Deze boilers kunnen
worden gemonteerd aan een gewapend betonnen muur van 25 cm of
dikker. De beugels worden bevestigd aan de kamerwand door middel
van goed geankerde bouten (ankerbouten). De plaats van de beugels
en de wijze van bevestiging van het warmwatertoestel zijn getoond in
afb. 2.
WAARSCHUWING! Het niet naleven van de vereisten voor bevestiging
van de boiler aan de kamerwand kan schade aan het warmwatertoestel,
andere toestellen veroorzaken en kan leiden tot corrosie van de
behuizing of nog ernstigere schade. Indien de vereisten niet worden
nageleefd, wordt hieruit voortvloeiende schade niet gedekt door de
garantie van de verkoper of fabrikant en zijn kosten voor rekening van de
gebruiker.
De installatie van de boiler aan de kamerwand dient slechts door
specialisten te worden uitgevoerd.
AANSLUITEN VAN DE BOILER OP HET
WATERVOORZIENINGSSYSTEEM
Het watervoorzieningssysteem, waarop de boiler als ook de overige
elementen, zal worden aangesloten, moet langdurig een watertemperatuur
van boven de 80 °С aan kunnen en kortstondig ook boven 100 °С.
Bovendien moet deze geschikt zijn voor een druk die tweemaal hoger is dan
de werkdruk van het toestel.
Bij de aansluiting van de boiler op de waterleiding moet men rekening
houden met de pijlen en wijzer ringen rond de pijpen voor koud en warm
water (inlaat en uitlaat pijpen). Met een blauwe pijl naar de pijp wordt de
koudwaterpijp aangeduid, en met een rode pijl van de pijp – de
warmwaterpijp. De pijpen van sommige modellen zijn bovendien voorzien
van merktekens. De uitlaten van de pijpen zijn uitgevoerd in 1/2". Het
schema van de aansluiting van de boiler is weergegeven op afb. 6. Indien de
lokale regelgeving het gebruik van extra elementen en apparaten vereist,
die niet worden meegeleverd, dient men deze te kopen en volgens de
voorschriften te installeren.
De boiler is uitgerust met een gecombineerde terugslagveiligheidsklep.
Deze laatste bevindt zich in de verpakking van het apparaat en MOET
VERPLICHT op de koudwaterleiding worden gemonteerd. Tijdens die
installatie moet de pijl op zijn romp worden gevolgd die de richting van de
waterstroom door de klep aangeeft.
WAARSCHUWING! De montage van afsluitinrichtingen of
terugslagelementen tussen de gecombineerde klep en de boiler is
absoluut VERBODEN! De verstopping van de zijpoort van de
gecombineerde klep en/of de blokkering van zijn hendel is absoluut
VERBODEN!
Indien de waterleidingen van koper zijn of een ander metaal dan de boiler,
als ook bij gebruik van messing koppelingselementen, is het verplicht dat
men niet-metalen koppelingen (diëlektrische fittingen) aan de inlaat en
uitlaat gebruikt.
LET OP! Voor apparaten met warmtewisselaars. Het is verplicht dat alle
extra buisuitgangen (met uitzondering van de uitlaten van de
warmtewisselaars), die niet met het sanitair verbonden zijn, evenals de
uitlaten voor extra thermostaten en / of thermomanometers moeten
worden gesloten met de apparatuur uit de verpakking, of andere
geschikte apparatuur voor dit doel. De verbindingen moeten worden
afgedicht voor een waterdruk van ten minste 1,6 MPa.
Het is aanbevolen dat men een systeem voor het afvoeren van eventueel
druipwater aan de zij-opening van de gecombineerde klep bevestigd. De
waterafvoerleiding moet een constante neerwaartse helling hebben, in een
tegen vorst beschermde omgeving worden geplaatst, en de uiteinden
moeten open blijven naar de buitenlucht.
Na de aansluiting van de boiler op het watervoorzieningssysteem moet het
waterreservoir worden gevuld met water. Dit dient als volgt te gebeuren:
Open volledig de warmwater kraan van de verst gelegen mengkraan.
џ
Open de afsluiter (4 van afb. 6).
џ
Wacht totdat er een flinke, krachtige waterstraal uit de kraan stroomt.
џ
Sluit dan de kraan voor warm water.
џ
Til de hendel van de gecombineerde klep op (5 op afb. 6) en wacht 30-
џ
60 seconden totdat flinke, krachtige waterstraal uit de zij-opening van
de klep stroomt.
Sluit de hendel van de klep.
џ
WAARSCHUWING! Indien er geen water uit de opening van de klep
komt of de waterstraal zwak is (bij een normale druk van de
waterleiding), duidt dit op een storing. Deze kan veroorzaakt worden
door de verontreinigingen uit de waterleiding die leidingskoppelingen of
de ontlastklep van de gecombineerde klep hebben verstopt.
Voordat u deze storing heeft verholpen, is het absoluut VERBODEN het
apparaat aan te sluiten op het elektriciteitsnet!
WAARSCHUWING! Het niet naleven van de vereisten voor aansluiting
op het watervoorzieningssysteem kan ervoor zorgen dat het
waterreservoir niet gevuld wordt en kan een defect aan het
verwarmingstoestel tot gevolg hebben. Een foutief of helemaal niet
gemonteerde gecombineerde klep, kan leiden tot onherstelbare schade
42
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave