Ingaand werkstuk naar cabine
Pistooltoetsen
De schermen Pistoolbesturing/status
E 2003 Nordson Corporation
Het werkstuk–ID–nummer en de naam van het werkstuk dat de cabine
binnenkomt staan linksonder op het Hoofdscherm aangeduid. Dit is het
werkstuk voor de zonefotocellen, niet het werkstuk dat momenteel wordt
gespoten.
De huidige werkstuk–ID–modus staat vermeld op de
toetsWerkstuk–ID–modus: het auto–symbool voor Auto–modus en het
handmatig–symbool voor de Handmatig–modus. Zie onder Instellen van
werkstuk–ID–modus op pagina 6-5 voor informatie over
werkstuk–ID–modi.
Afb. 6-6
De toets Werkstuk–ID–modus (Auto–modus) en
werkstuk–ID–nummer en –naam
Om het te spuiten werkstuk te zien, raakt u de toets Globale status of
Pistoolbesturing/status van een spuitend pistool aan.
De toets Pistool verkleurt en pictogrammen wisselen om de triggerstatus
en de triggermodus van elk pistool aan te geven.
Auto trigger: toetsen zijn grijs als het pistool uit is en groen
als het pistool aan is.
Handmatig trigger: het handpictogram verschijnt op de
toetsen. toetsen zijn grijs als het pistool uit is en groen als
het pistool aan is.
Trigger uit: het pictogram pistool–uit verschijnt op de
toetsen. De toetsen zijn grijs.
Na aanraking van een toets Pistool opent het scherm Pistoolbesturing/
status voor dat pistool. Het schermgedeelte Pistoolstatus, weergegeven in
afbeelding 6-8, toont de actuele status voor signaalwaarden van dat pistool
en het presetnummer dat op dat moment wordt gespoten.
Als u de symbolen ∆% (delta %) onder de luchtstroomstaafdiagrammen ziet
staan, wordt de luchthoeveelheid automatisch aangepast via de functie
Instelpercentage.
6-7
Gebruik
P/N 397216A