Configuratie van consoles/pistolen
E 2003 Nordson Corporation
Vlagfotocellen of ingangen configureren
OPMERKING: De encodervlagfilterlengte moet altijd een positief getal zijn,
groter dan de afstand vanaf de voorrand van de vlag tot aan het begin van
de vlagsleuven.
Raak de toets Sluiten aan om het scherm Fotocelconfiguratie te sluiten en
terug te gaan naar het scherm Systeemconfiguratie.
OPMERKING: Zie onder Werkstukidentificatie in het hoofdstuk Beschrijving
in deze handleiding voor een uitleg over Getelde en
Encoder–vlagsignalering en over vlagfiltering.
OPMERKING: Configureer consoles/pistolen altijd voordat u oppikpunten
configureert.
Raak de toets Consoles/pistolen–gereedschap aan
om het scherm Consoles/pistolen te openen en voer het
aantal consoles en pistolen in uw systeem in.
OPMERKING: Als u geen console B (hulpconsole) heeft, stel dan het
aantal pistolen voor Console B in op nul.
Raak de toets Sluiten aan om het scherm Consoles/pistolen te sluiten en
terug te gaan naar het scherm Systeemconfiguratie.
OPMERKING: Als u het aantal pistolen wijzigt, moet u de iControl–software
beëindigen en de voeding naar de hoofdconsole aan– en uitzetten zodat de
software de pistolen herkent. Zie voor de uitschakelprocedure onder
Programma beëindigen in dit hoofdstuk.
Selecteer het vlagsignaal dat u wil
gebruiken:
Encodervlaggen (hier geselecteerd
afgebeeld) of
Geteld vlaggen.
Als u vlaggen gebruikt, raak dan het
dataveld Vlagfotocelfilter aan en voer de
lengte, in inch of millimeter, voor
encodervlagfiltering.
Raak het pistolenveld Console A
(hoofdconsole) aan en gebruik de draaiknop
om het aantal pistolen in te voeren dat aan de
hoofdconsole is aangesloten.
Als uw systeem een hulpconsole heeft, raak
dan het Console B (hulpconsole) pistolenveld
aan en voer met de draaiknop het aantal
pistolen in dat aan de hulpconsole is
aangesloten.
4-5
Configuratie
P/N 397216A