Luchtstroom instellen
E 2003 Nordson Corporation
OPMERKING: Als u de schuifknopgleuf aanraakt, wordt de waarde in
kleine stapjes hoger of lager (0,2 voor luchtstroom, 5 voor kV en µA).
2
1
Afb. 5-5
Staafdiagrammen voor luchtstroom en elektrostatica – het scherm
Pistoolbesturing
1. Transportlucht
2. Verstuivingslucht
3. kV–waarde
OPMERKING: De luchtstroominstellingen hangen af van de meeteenheden
ingesteld in het scherm Systeemconfiguratie: als u de meeteenheden instelt
op Engels, worden de luchtstroomwaarden aangegeven in scfm (standaard
kubieke voet per minuut); voor Metrisch is dit m
De optimale instellingen voor transportlucht en verstuivingslucht en hun
onderlinge verhouding hangen af van de gehanteerde poederpomp en de
diameter van de luchtslangen. Vaak wordt de optimale instelling
vastgesteld door het spuitpistool met de hand te triggeren, het spuitpatroon
te bekijken en de luchtstroom dan aan te passen. Nadat alle pistolen zijn
ingesteld controleert u vervolgens de aangebrachte coating en past u zo
nodig de luchtstroom verder aan.
Zie uw pomphandleidingen voor suggesties van beginpunten voor
transport– en verstuivingslucht en pas dan de luchtstroom naar wens aan
om het beste resultaat te verkrijgen. In de Tabellen 5-1 en 5-2 worden bij
luchtstroomwaarden (opbrengst) de bijbehorende drukwaarden vermeld.
OPMERKING: De luchtstroominstellingen in de Tabellen 5-1 en 5-2 voeren
iets meer poeder naar de spuitpistolen toe met een Nordson Modular
poederpomp en iets minder poeder met een Nordson In-line poederpomp
(gebruikt in poedertoevoercentra).
Presets instellen
3
4
µ
4.
A–waarde
5. Schuifknop
6. Schuifknopgleuf
3
/uur.
5-5
5
6
P/N 397216A