Data–reservekopie
E 2003 Nordson Corporation
OPMERKING: Als u de encoderresolutie wijzigt, kunnen ook uw
oppikpunten voor pistolen veranderen, zodat u dan de oppikpunten voor alle
pistolen zou moeten wijzigen. Handel als volgt om zeker te zijn dat uw
encoderresolutie correct is en om te voorkomen dat u al uw
pistooloppikpunten opnieuw moet configureren:
1. Configureer het oppikpunt voor één pistool, hetgeen het verst van de
zonefotocellen vandaan is gemonteerd.
2. Hang een werkstuk aan de transportband.
3. Stel voor de werkstukpreset de zonetoewijzing voor het pistool in en stel
de voorloop– en nalooptriggerpunten in op nul.
4. Laat het werkstuk door de cabine lopen en controleer of het bewuste
pistool correct aan en uit triggert op de voorrand en achterrand van het
werkstuk.
5. Pas de encoderresolutie aan om zo nodig te compenseren voor
eventuele fouten in de triggering en configureer dan de oppikpunten
voor uw overige pistolen.
Met de functie Data–reservekopie kunt u een kopie maken van de
CompactFlash–kaart met gebruikersdata. Doe dit nadat u de presets voor
uw werkstukken hebt ingesteld en getest (zie het hoofdstuk Presets
instellen in deze handleiding).
OPMERKING: Gebruik uitsluitend goedgekeurde CompactFlash–kaarten.
Zie voor goedgekeurde kaarten onder Technische gegevens in het
hoofdstuk Beschrijving van deze handleiding of neem contact op met uw
contactpersoon bij Nordson.
Raak op het scherm Systeemconfiguratie de toets
Data–reservekopie aan om het scherm Reservekopie
op te roepen:
2
Afb. 4-6
Het scherm Reservekopie
1. De toets Data kopiëren
LET OP: Volg de kopieerprocedure exact. Neem de CompactFlash–kaart
niet uit terwijl de consolevoeding aan is. U brengt zo schade toe aan de
data op de kaart.
Configuratie
1
2. De toets Programma
beëindigen
P/N 397216A
4-7