Veiligheidsrichtlijnen
Algemeen
2.3
Algemeen
Voer geen verkeerde reparaties en modificaties uit!
Om verwondingen en materiële schade te vermijden, mag het apparaat enkel door
vakkundige, bevoegde personen gerepareerd resp. gemodificeerd worden!
Bij onbevoegde ingrepen vervalt de garantie!
•
In geval van reparatie, bevoegde personen (opgeleid servicepersoneel) hiermee belasten!
Elektrische schok!
Lasapparaten gebruiken hoge spanningen die bij aanraking tot levensgevaarlijke
stroomschokken en brandwonden kunnen leiden. Ook bij het aanraken van lage
spanningen kan men schrikken en daarna verongelukken.
•
Nooit onder spanning staande onderdelen in of aan het apparaat aanraken!
•
Aansluiting- en verbindingsleidingen moeten zonder gebreken zijn!
•
Uitschakelen alleen is niet voldoende! Wacht 4 minuten tot de condensatoren ontladen zijn!
•
Leg lasbranders en staafelektrodenhouders geïsoleerd weg!
•
Het apparaat mag alleen worden geopend door geautoriseerd technisch personeel nadat
de stroomstekker werd uitgetrokken!
•
Draag uitsluitend droge beschermende kleding!
•
Wacht 4 minuten tot de condensatoren ontladen zijn!
Letselgevaar door straling of hitte!
Straling van de vlamboog veroorzaakt letsel aan de huid en aan de ogen.
Contact met hete werkstukken en vonken veroorzaakt verbrandingen.
•
Lasschild resp. lashelm met een toereikende beschermingsgraad gebruiken
(toepassingafhankelijk)!
•
Draag droge veiligheidskleding (bijv. lasschild, handschoenen etc.) volgens de
toepasselijke voorschriften van het betreffende land!
•
Bescherm niet bij het werk betrokken personen door veiligheidsgordijnen of -wanden tegen
straling en verblinding!
Ontploffingsgevaar!
Explosiegevaar bestaat ook als schijnbaar ongevaarlijke stoffen in gesloten reservoirs
door verhitting een overdruk opbouwen.
•
Verwijder reservoirs met brandbare of explosieve vloeistoffen van de plaats waar gewerkt
wordt!
•
Verhit geen explosieve vloeistoffen, stoffen of gassen door het lassen of snijden!
Brandgevaar!
Door de bij het lassen optredende hoge temperaturen, sproeiende vonken, gloeiende
onderdelen en hete slakken kunnen vlammen ontstaan.
Ook rondzwervende lasstromen kunnen vlammen tot gevolg hebben!
•
Let op brandhaarden in het gebied waar gewerkt wordt!
•
Geen licht ontvlambare voorwerpen, zoals bijv. lucifers of aanstekers meedragen.
•
Zorg voor geschikte blusapparatuur in het gebied waar gewerkt wordt!
•
Verwijder residu van brandbare stoffen grondig van het werkstuk voordat met lassen wordt
begonnen.
•
Wacht met de verdere bewerking van werkstukken tot deze zijn afgekoeld.
Niet in aanraking brengen met ontvlambare materialen!
•
Verbind lasleidingen op correcte wijze!
8
GEVAAR
WAARSCHUWING
099-005421-EW505
12.05.2016