Samenvatting van Inhoud voor EWM Taurus 355 Synergic S LP MM TKM
Pagina 1
Bedieningshandleidingen Lasapparaten Taurus 355 Synergic S LP MM TKM 099-005421-EW505 Aanvullende systeemdocumentatie opvolgen! 12.05.2016...
Pagina 2
+49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie.
Pagina 3
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ............................3 2 Veiligheidsrichtlijnen ..........................6 Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding ............6 Verklaring van symbolen ....................... 7 Algemeen ............................8 Transport en installatie ........................ 12 2.4.1 Omgevingscondities .....................
Pagina 4
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding 5.10.5.4 Accessoires voor het instellen van het werkpunt .......... 46 5.10.5.5 forceArc ......................47 5.10.5.6 rootArc ......................48 5.10.6 MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen ............49 5.10.6.1 Verklaring tekens en werking ................ 49 5.10.7 MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen") ........
Pagina 5
Draadaanvoerrollen voor staaldraden ................99 10.1.2 Draadaanvoerrollen voor aluminiumdraden ............... 100 10.1.3 Draadaanvoerrollen voor vuldraden ................100 10.1.4 Draadgeleiding ......................100 11 Bijlage A .............................. 101 11.1 JOB-List ............................. 101 12 Bijlage B .............................. 102 12.1 Overzicht van EWM-vestigingen ....................102 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 6
Veiligheidsrichtlijnen Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Veiligheidsrichtlijnen Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
Pagina 7
Veiligheidsrichtlijnen Verklaring van symbolen Verklaring van symbolen Symbool Beschrijving Technische bijzonderheden waarmee de gebruiker rekening moet houden. Juist Verkeerd Indrukken Niet indrukken Indrukken en ingedrukt houden Draaien Schakelen Apparaat uitschakelen Apparaat inschakelen ENTER menutoegang navigeren in het menu NAVIGATION EXIT menu verlaten Tijdweergave (voorbeeld: 4 sec.
Pagina 8
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen Algemeen GEVAAR Voer geen verkeerde reparaties en modificaties uit! Om verwondingen en materiële schade te vermijden, mag het apparaat enkel door vakkundige, bevoegde personen gerepareerd resp. gemodificeerd worden! Bij onbevoegde ingrepen vervalt de garantie! • In geval van reparatie, bevoegde personen (opgeleid servicepersoneel) hiermee belasten! Elektrische schok! Lasapparaten gebruiken hoge spanningen die bij aanraking tot levensgevaarlijke stroomschokken en brandwonden kunnen leiden.
Pagina 9
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij niet-naleving van de veiligheidsaanwijzingen! Het niet in acht nemen van de veiligheidsaanwijzingen kan levensgevaarlijk zijn! • Lees zorgvuldig de veiligheidsaanwijzingen van deze handleiding! • Volg de voorschriften van ongevallenpreventie en de landelijke voorschriften! •...
Pagina 10
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen Plichten van de exploitant! Voor het gebruik van het apparaat dient men zich aan de desbetreffende landelijke richtlijnen en wetten te houden! • Nationale omzetting van de kaderrichtlijn (89/391/EWG), evenals de bijbehorende afzonderlijke richtlijnen. • Vooral de richtlijn (89/655/EWG), over de minimumvoorschriften ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid bij gebruik van werkmiddelen door werknemers tijdens het werk.
Pagina 11
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen EMC-classificatie van apparaten In overeenstemming met de norm IEC 60974-10 worden elektromagnetische lasapparaten onderverdeeld in twee klassen van elektromagnetische compatibiliteit > zie hoofdstuk 8: Klasse A apparaten zijn niet bedoeld voor gebruik in woongebieden, waarbij apparaten op het openbare laagspanningsnet worden aangesloten.
Pagina 12
Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie Transport en installatie WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door verkeerde omgang met gasflessen! Verkeerde omgang en niet goed bevestigde gasflessen kunnen ernstig letsel veroorzaken! • Volg de instructies van de gasfabrikant en de gasverordening op! • Plaats de fles met inert gas in de daarvoor bedoelde houders en bevestig hem met de veiligheidselementen! •...
Pagina 13
Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie 2.4.1 Omgevingscondities Het apparaat mag niet in de buitenlucht en uitsluitend op een passende, stabiele en vlakke ondergrond opgesteld en gebruikt worden! • De exploitant moet voor een slipvaste, vlakke ondergrond en voldoende verlichting van de werkplaats zorgen.
Pagina 14
Gebruik overeenkomstig de bestemming Toepassingsgebied Gebruik overeenkomstig de bestemming WAARSCHUWING Gevaren door onbedoeld gebruik! Dit apparaat is gefabriceerd overeenkomstig de huidige stand van de techniek en normen voor industrieel gebruik. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor de op het typeplaatje aangegeven lasprocessen. Bij onbedoeld gebruik van het apparaat kunnen er gevaren voor personen, dieren en materiële zaken ontstaan.
Pagina 15
Meegeldende documenten/Geldige aanvullende documenten 3.2.1 Garantie Meer informatie vindt u in de bijgevoegde brochure "Warranty registration" en informatie over garantie, onderhoud en keuring op www.ewm-group.com! 3.2.2 Conformiteitsverklaring Het aangegeven apparaat voldoet qua concept en constructie aan de richtlijnen en normen van de EG: •...
Pagina 16
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Vooraanzicht Apparaatbeschrijving - snel overzicht Vooraanzicht Bij afwijkende weergave van de apparaatconfiguratie kan het zich om aanvullende fabrieksopties of om uitbreidingsopties handelen > zie hoofdstuk 9. Afbeelding 4-1 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 17
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Vooraanzicht Pos. Symbool Beschrijving Transportstang Transporthandgreep Veiligheidsklep Afdekking van de draadtoevoeraandrijving en overige bedieningselementen. Aan de binnenkant bevinden zich, afhankelijk van de apparaatserie, overige plakplaatjes met informatie over slijtageonderdelen en JOB lijsten. Inspectievenster draadspoel Controle draadvoorraad Afsluitschuif, vergrendeling van de veiligheidsklep Apparaatbesturing >...
Pagina 18
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Achteraanzicht Achteraanzicht Afbeelding 4-2 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 19
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Achteraanzicht Pos. Symbool Beschrijving Hoofdschakelaar, lasapparaat Aan/Uit Aansluitnippel G¼", aansluiting inert gas Inlaatopening koellucht Uitlaatopening koellucht Ingangsopening voor externe draadtoevoer Voorbereide behuizingsopening voor gebruik bij externe draadtoevoer. Netaansluitkabel > zie hoofdstuk 5.6 Aansluitbus 7-polig (digitaal) Voor het aansluiten van digitale accessoires (documentatie-interface, robotinterface of afstandsbediening, enz.) Aansluitbus, 8-polig Besturingskabel koelapparaat...
Pagina 20
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Achteraanzicht 4.2.1 Bedieningselementen in het apparaat Afbeelding 4-3 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 21
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Achteraanzicht Pos. Symbool Beschrijving Knop, zekeringsautomaat Beveiliging voedingspanning draadtoevoermotor doorgeslagen zekering aanraken om te resetten Omschakelknop lastoortsfunctie (vereist speciale lastoorts) Programma's of JOB's omschakelen Lasvermogen traploos instelbaar. PC-interface, serieel (D-Sub aansluitbus 9-polig) Draadspoelhouder Draadtransporteenheid 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 22
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Besturing - bedieningselementen Besturing - bedieningselementen Afbeelding 4-4 Pos. Symbool Beschrijving Drukknop, selectie lasopdracht (JOB) Selecteer lasopdracht in de lasopdrachtenlijst (JOB-LIST) (niet Phoenix Expert). De lijst bevindt zich in de binnenkant van de veiligheidsklep van de draadtoevoeraandrijving en ook als bijlage in deze handleiding.
Pagina 23
Apparaatbeschrijving - snel overzicht Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving Knop, bedrijfsmodus selecteren --------- 2-takt -------- 4-takt --------- Controlelampje licht groen op: 2-takt speciaal ---- Controlelampje licht rood op: MIG-punten -------- 4-takt speciaal Drukknop, smoorspoelwerking (vlamboogdynamiek) ----- Vlamboog harder en smaller ----- Vlamboog zachter en breder Signaallampje standaard MIG/MAG-vlambooglassen Draaiknop, correctie van de vlambooglengte/selectie lasprogramma...
Pagina 24
Opbouw en functie Algemeen Opbouw en functie Algemeen WAARSCHUWING Gevaar voor verwonding door elektrische spanning! Het aanraken van onder stroom staande onderdelen, bijv. lasstroombussen, kan levensgevaarlijk zijn! • Neem de veiligheidsinstructie op de eerste pagina van de bedieningshandleiding in acht! •...
Pagina 25
Opbouw en functie Installeren Door onvakkundige aansluiting kunnen accessoirecomponenten en de stroombron worden beschadigd! • Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende aansluitbus steken en vergrendelen. • Uitvoerige beschrijvingen vindt u in de gebruikshandleiding van de betreffende accessoire! • Accessoirecomponenten worden na de inschakeling van de stroombron automatisch herkend.
Pagina 26
Opbouw en functie Installeren 5.2.1 Veiligheidsklep, apparaatbesturing Afbeelding 5-1 Pos. Symbool Beschrijving Veiligheidsklep Afdekklepje Bevestigingsarm, veiligheidsklep • Rechter bevestigingsarm van de veiligheidsklep naar rechts drukken en veiligheidsklep verwijderen. 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 27
Opbouw en functie Installeren 5.2.2 Lastoortshouder De onderstaande beschreven artikelen behoren tot de leveringsomvang van het apparaat. Afbeelding 5-2 Pos. Symbool Beschrijving Dwarssteun transporthandgreep Lastoortshouder Waaiers Bevestigingsschroeven • Lastoortshouder met de bevestigingsschroeven aan de dwarssteun van de transporthandgreep vastschroeven. • De lastoorts, zoals afgebeeld, in de lastoortshouder steken.
Pagina 28
Opbouw en functie Koeling apparatuur Koeling apparatuur Om een optimale inschakelduur van de sterkstroomdelen te verkrijgen, dient u de volgende voorwaarden in acht te nemen: • Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek. • Laat de luchtin- en luchtuitlaatopeningen van het apparaat vrij. •...
Pagina 29
Opbouw en functie Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen Voor elk lasapparaat een eigen werkstukleiding voor het werkstuk gebruiken! Afbeelding 5-4 Lasstroomleidingen, lastoorts- en tussenslangpakketten volledig afrollen. Lussen vermijden! Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is! Overtollige kabellengtes in bochten leggen. Afbeelding 5-5 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 30
Opbouw en functie Netaansluiting Netaansluiting GEVAAR Gevaar door onvakkundige elektrische aansluiting! Onvakkundige elektrische aansluiting kan persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken! • Apparaat uitsluitend op een contactdoos met conform de norm aangesloten randaardeverbinding gebruiken. • Wanneer het nodig is om een nieuwe stroomstekker aan te sluiten, dient men deze installatie uitsluitend te laten uitvoeren door een bevoegde elektricien conform de geldende nationale wetten en voorschriften! •...
Pagina 31
Opbouw en functie Koeling van de lastoorts Koeling van de lastoorts 5.7.1 Aansluiting lastoortskoelapparaat Neem de desbetreffende documentatie van bijbehorende componenten in acht! Afbeelding 5-7 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus, 4-polig Voeding koelapparaat Aansluitbus, 8-polig Besturingskabel koelapparaat Koelapparaat • 8-polige stekker van de besturingskabel in de 8-polige aansluitbus van het lasapparaat steken en vergrendelen.
Pagina 32
Opbouw en functie Inert-gastoevoer Inert-gastoevoer WAARSCHUWING Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas! Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas kan ernstig letsel en de dood tot gevolg hebben. • Volg de instructies van de gasfabrikant en de gasverordening op! •...
Pagina 33
Opbouw en functie Inert-gastoevoer 5.8.1 Gastest • Open langzaam de kraan van de gasfles. • Open de drukregelaar. • Schakel de stroombron in met de hoofdschakelaar. • Gashoeveelheid via drukregelaar in overeenstemming met de toepassing instellen. De gastest wordt intern door de apparaatbesturing geactiveerd door kort op de drukknop te drukken.
Pagina 34
Opbouw en functie Lasgegevens-display Lasgegevens-display Links en rechts van de besturingsdisplays zitten de toetsen "Parameterselectie" ( ). Ze dienen voor de selectie van weer te geven lasparameters. Elke druk op een toets laat het display een parameter verder springen (LED's naast de toetsen geven de selectie weer).
Pagina 35
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10 MIG/MAG-lassen 5.10.1 Aansluiting lastoorts en werkstukleiding Af fabriek is de eurocentrale aansluiting voorzien van een capillaire buis voor lastoortsen met draadgeleidingsspiraal. Wordt een lastoorts met draadgeleidingskern gebruikt, dan moet men deze adequaat uitrusten! • Lastoorts met draadgeleidingskern > met geleidebuis gebruiken! •...
Pagina 36
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Bepaalde draadelektroden (bijv. zelfbeschermend vuldraad) zijn met negatieve polariteit te lassen. In dergelijke gevallen dient men de lasstroomleiding op de lasstroombus „-“ en de werkstukleiding op de lasstroombus „+“ aan te sluiten. Volg de aanwijzingen van de elektrodefabrikant op! Afbeelding 5-10 Pos.
Pagina 37
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.2 Draadtoevoer 5.10.2.1 Veiligheidsklep van de draadtoevoeraandrijving openen Voor de volgende werkstappen moet de veiligheidsklep van de draadtoevoeraandrijving worden geopend. Voor aanvang van werkzaamheden is het verplicht om de veiligheidsklep te sluiten. • Veiligheidsklep ontgrendelen en openen. 5.10.2.2 Aanbrengen van de draadspoel VOORZICHTIG Verwondingsgevaar door niet correct bevestigde draadspoelen.
Pagina 38
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.2.3 Draadtoevoerrollen wisselen Afbeelding 5-12 Pos. Symbool Beschrijving Knevel Met de knevel wordt de vergrendelingsbeugel van de draadtoevoerrollen vastgezet. Vergrendelingsbeugel Met de vergrendelingsbeugels worden de draadtoevoerrollen vastgezet. Drukunit Bevestiging van de spanunit en instelling van de aanpersdruk. Spanunit Draadtoevoerrollen Zie tabel Overzicht draadtoevoerrollen...
Pagina 39
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Gebrekkige lasresultaten door onregelmatige draadtoevoer! De draadtoevoerrollen moeten bij de draaddiameter en het materiaal passen. Ter onderscheiding zijn de draadtoevoerrollen kleurgemarkeerd (zie tabel Overzicht draadtoevoerrollen). Bij het gebruik van draaddiameters > 1,6 mm moet de aandrijving op de draadgeleidingsset ON WF 2,0- 3,2MM EFEED worden gewijzigd >...
Pagina 40
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.2.4 Invoeren van de draadelektrode VOORZICHTIG Letselgevaar door bewegende onderdelen! De draadtoevoerapparaten zijn met bewegende onderdelen uitgerust die handen, haar, kledingsstukken of gereedschap kunnen grijpen en zodoende personen kunnen verwonden! • Handen niet in draaiende of bewegende onderdelen of aandrijfonderdelen plaatsen! •...
Pagina 41
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Afbeelding 5-13 Pos. Symbool Beschrijving Lasdraad Draadinvoernippel Geleidingsbuis Instelmoer • Het toortsslangpakket languit uitspreiden. • Wikkel voorzichtig de lasdraad van de draadspoel af en voer de lasdraad via de draadinloopnippel in tot aan de draadrollen. • Knop Draad invoeren indrukken (de lasdraad wordt door de aandrijving opgenomen en automatisch tot aan de uitgang van de lastoorts geleid.
Pagina 42
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.2.5 Instelling spoelrem Afbeelding 5-15 Pos. Symbool Beschrijving Inbusbout Bevestiging van de draadspoelhouder en afstelling van de spoelrem • Inbusbout (8 mm) in wijzerzin aantrekken om de remwerking te verhogen. Draai de spoelrem tot zo ver aan dat deze bij het stoppen van de draadtoevoermotor niet naloopt en tijdens bedrijf niet blokkeert! 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 43
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.3 Definitie soorten MIG/MAG-laswerk Deze apparaatserie onderscheidt zich door de eenvoudige bediening en vele functies. • Een groot aantal lasopdrachten (JOB's), bestaande uit lasmethode, materiaalsoort, draaddiameter en soort beschermgas zijn al voorgeprogrammeerd > zie hoofdstuk 11.1. •...
Pagina 44
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.4.3 Smoorspoelwerking/dynamiek EXIT ENTER Afbeelding 5-16 Display Instelling / selecteren Instelling dynamiek 40: Vlamboog harder en smaller -40: Vlamboog zachter en breder 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 45
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.5 MIG/MAG - werkpunt Het werkpunt (lasvermogen) wordt volgens het principe van de MIG/MAG-eenknopsbediening ingesteld, d.w.z. de gebruiker hoeft voor de instelling van zijn werkpunt bijv. alleen de gewenste draadsnelheid in te stellen en het digitale systeem berekent de optimale waarden voor lasstroom en -spanning (werkpunt). Het werkpunt kan ook door accessoires, zoals een afstandsbediening, lastoorts, enz.
Pagina 46
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.5.3 Instelling correctie van de lichtbooglengte De lengte van de vlamboog kan als volgt gecorrigeerd worden: Bedieningselem Actie Resultaat Lampje Instelling "Correctie van de booglengte" (Weergavevoorbeeld: -0,9 V, instelbereik -9,9 V tot +9,9 V) 5.10.5.4 Accessoires voor het instellen van het werkpunt De werkpuntinstelling kan ook via verschillende accessoirecomponenten, zoals bijv.
Pagina 47
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.5.5 forceArc Warmtereducerende, richtingsstabiele, drukkrachtige, hoge performance vlamboog met diepe inbranding voor het bovenste vermogensbereik. Niet-, laag- en hooggelegeerde staalsoorten alsmede fijnkorrelige bouwstaalsoorten. Afbeelding 5-18 • Kleinere naadopeningshoek door diepe inbranding en richtingsstabiele vlamboog • Uitstekende grondlasnaad- en flanklasnaaddekking •...
Pagina 48
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.5.6 rootArc Perfect modelleerbare kortsluitboog voor moeiteloze naadoverbrugging, speciaal voor lassen in geforceerde posities. Afbeelding 5-19 • Spatarm in vergelijking met standaard korte vlambogen • Goede grondnaadvormgeving en veilige flanklasnaaddekking • Niet- en laaggelegeerde staalsoorten • Handmatige en geautomatiseerde toepassingen rootArc-lassen tot: Ø...
Pagina 49
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.6 MIG/MAG-principeschema's / bedrijfsmodussen Lasparameters zoals bijv. gasvoorstromen, terugbranden, etc. zijn voor een groot aantal toepassingen optimaal vooraf ingesteld (kunnen echter zonodig worden aangepast). 5.10.6.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Druk op de toortsknop Laat de toortsknop los Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten) Er stroomt inert-gas Lasvermogen...
Pagina 50
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-20 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Pagina 51
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal Afbeelding 5-21 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START start...
Pagina 52
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Puntlassen Afbeelding 5-22 De starttijd t moet bij de punttijd t worden opgeteld. start 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen) • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P , de puntlastijd begint) START...
Pagina 53
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-23 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Pagina 54
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 4-takt speciaal Afbeelding 5-24 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P START 2e fase •...
Pagina 55
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.7 MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen") Bepaalde materialen zoals bijv. aluminium hebben speciale functies nodig om veilig en met hoge kwaliteit te kunnen worden gelast. Daarbij wordt de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal met de volgende programma's gebruikt: • Startprogramma P (reduceren van koude plekken bij begin lasnaad) START •...
Pagina 57
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.8 Modus hoofdprogramma A Voor verschillende soorten laswerk of posities bij een werkstuk zijn verschillende lasvermogens (werkpunten) resp. lasprogramma’s nodig. In ieder van de maximum 16 programma’s worden volgende paramaters opgeslagen: • Bedrijfsmodus • Soort lassen •...
Pagina 58
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen Voorbeeld 1: werkstukken met verschillende plaatdikten lassen (2-takt) Afbeelding 5-29 Voorbeeld 2: verschillende posities bij een werkstuk lassen (4-takt) Afbeelding 5-30 Voorbeeld 3: aluminium-lassen van verschillende plaatdikten (2- of 4-takt speciaal) Afbeelding 5-31 Er kunnen maximaal 16 programma's (P tot P ) worden ingesteld.
Pagina 59
Opbouw en functie MIG/MAG-lassen 5.10.10 MIG/MAG-standaardtoorts De branderknop van de MIG-lastoortsen dient in principe om het lasproces te starten en te stoppen. Bedieningselementen Functies • Toortsknop Lassen starten/stoppen Bovendien kunnen door het aantippen van de branderknop, naargelang het apparaat en de besturingconfiguratie, nog meer functies geactiveerd worden >...
Pagina 60
Opbouw en functie TIG-lassen 5.11 TIG-lassen 5.11.1 Aansluiting lastoorts en werkstukleiding Afbeelding 5-33 Pos. Symbool Beschrijving Lastoorts Lastoortsslangpakket Lastoortsaansluiting (euro- of Dinse centrale aansluiting) Lasstroom, inert gas en toortsknop geïntegreerd Lasstroomkabel, polariteitskeuze Lasstroom naar centrale aansluiting/toorts, maakt polariteitskeuze mogelijk. • TIG: Aansluitbus, lasstroom "-“...
Pagina 61
Opbouw en functie TIG-lassen • Steek de centrale stekker van de lastoorts in de centrale aansluiting en schroef hem vast met de wartel. • Steek de kabelstekker van de werkstukleiding in de aansluitbus, lasstroom "+" en vergrendel de stekker door deze naar rechts te draaien. •...
Pagina 62
Opbouw en functie TIG-lassen 5.11.5 Principeschema’s / bedrijfsmodi 5.11.5.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Druk op de toortsknop Laat de toortsknop los Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten) Er stroomt inert-gas Lasvermogen Gasvoorstromen Gasnastromen 2-takt 2-takt speciaal 4-takt 4-takt speciaal Tijd Startprogramma START...
Pagina 63
Opbouw en functie TIG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-35 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 2-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase •...
Pagina 64
Opbouw en functie TIG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-37 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase •...
Pagina 65
Opbouw en functie TIG-lassen 4-takt speciaal Afbeelding 5-38 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling in het startprogramma “P “.
Pagina 66
Opbouw en functie Elektrodelassen 5.12 Elektrodelassen VOORZICHTIG Kans op beknelling en verbranding! Bij het vervangen van afgebrande of nieuwe staafelektroden • apparaat aan de hoofdschakelaar uitschakelen; • geschikte veiligheidshandschoenen dragen; • geïsoleerde tang gebruiken om verbruikte staafelektroden te verwijderen en gelaste werkstukken te bewegen en;...
Pagina 67
Opbouw en functie Elektrodelassen • Steek de kabelstekker van de elektrodehouder in de aansluitbus, lasstroom "+" of "-" en vergrendel de stekker door deze naar rechts te draaien. • Steek de kabelstekker van de werkstukleiding in de aansluitbus, lasstroom "+" of "-" en vergrendel de stekker door deze naar rechts te draaien.
Pagina 68
Opbouw en functie Elektrodelassen 5.12.2 Selecteren • JOB 128 (elektrodelasopdracht) selecteren. Het wijzigen van het JOB-nummer is alleen mogelijk als er geen lasstroom vloeit. Bedieningselem Actie Resultaat Display Selectie JOB-nummer invoer Instellen van het JOB-nummer Het apparaat neemt na ca. 3 sec. de gekozen instelling over 5.12.3 Lasstroom instellen De lasstroom wordt in principe via de draaiknop "draadsnelheid"...
Pagina 69
Opbouw en functie Afstandsbedieningen 5.13 Afstandsbedieningen De garantie van de fabrikant vervalt bij apparaatschade door gebruik van componenten van derden! • Gebruik uitsluitend systeemcomponenten en opties (stroombronnen, lastoortsen, elektrodehouders, afstandsbedieningen, vervangings- en slijtageonderdelen, enz.) uit ons leveringsprogramma! • Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende aansluitbus steken en vergrendelen.
Pagina 70
Opbouw en functie Interfaces voor de automatisering 5.14.1 Aansluitbus afstandsbediening 19-polig Afbeelding 5-42 Signaalvorm Benaming Uitgang Aansluiting voor kabelmantel PE Uitgang Referentiespanning voor potentiometer 10 V (max. 10 mA) Ingang Regelspanningsinstelling (0 V - 10 V) - draadtoevoersnelheid Uitgang Referentiepotentiaal (0 V) Ingang Lasvermogen Start/Stop (S1) Ingang...
Pagina 71
Opbouw en functie PC-interfaces 5.15 PC-interfaces Apparaatschade c.q. storingen door onvakkundig aansluiten van de PC! Wanneer de interface SECINT X10USB niet gebruikt wordt, heeft dit apparaatschade c.q. storingen in de signaaloverdracht tot gevolg. Door hoogfrequente ontstekingsimpulsen kan de PC worden vernield. •...
Pagina 72
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.17.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters ENTER (Menutoegang) • Apparaat met de hoofdschakelaar uitschakelen • Knop "Parameterselectie links" ingedrukt houden en gelijktijdig op het apparaat opnieuw inschakelen. NAVIGATION (Navigeren in het menu) •...
Pagina 73
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Display Instelling / selecteren Correctiebedrijf, instelling van grenswaarden 0 = -------- correctiebedrijf uitgeschakeld (Af fabriek) 1 = -------- correctiebedrijf ingeschakeld LED “Hoofdprogramma (PA)” knippert Programmaomschakeling met standaardbrander 0 = -------- geen programmaomschakeling (Af fabriek) 1 = -------- 4-takt speciaal 2 = -------- speciale 4-takt speciaal (n-takt actief) 4T en 4Ts-tipstart...
Pagina 74
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Display Instelling / selecteren Absolute waarde-instelling voor relatieve programma's Startprogramma (P ), down-slope-programma (P ) en eindprogramma (P ) kunnen START naar wens relatief ten opzichte van het hoofdprogramma (P ) of als absolute instelling worden ingesteld.
Pagina 75
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) 5.17.1.2 Speciale parameters in detail Aanvoertijd draadinvoer (P1) De draadinvoer begint met 1,0m/min gedurende 2 sec. Aansluitend wordt met een aanvoerfunctie de snelheid op 6,0m/min verhoogd. De aanvoertijd is tussen twee bereiken in te stellen. Tijdens de draadinvoer kan de snelheid met behulp van de draaiknop lasparameterinstelling worden gewijzigd.
Pagina 76
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Correctiebedrijf, instelling van grenswaarden (P7) Het correctiebedrijf wordt voor alle jobs en desbetreffende programma's gelijktijdig in- of uitgeschakeld. Voor elke job wordt een correctiebereik voor draadtoevoersnelheid (DV) en lasspanningscorrectie (Ucorr) aangegeven. De correctiewaarde wordt voor elk programma afzonderlijk opgeslagen. Het correctiebereik kan maximaal 30% van de draadsnelheid en +-9,9 V lasspanning bedragen.
Pagina 77
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Bedieningselem Actie Resultaat Weergave (voorbeelden) Links Rechts Knop zo vaak indrukken tot alleen de LED "PROG" oplicht. Links: Draadaanvoersnelheid Rechts: Programmanummer Toets indrukken en ca. 4 sec. lang vasthouden 4 sec. Links: huidige grenswaarde van de draadaanvoersnelheidscorrectie Rechts: huidige grenswaarde van de spanningscorrectie...
Pagina 78
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Programmaomschakeling met standaard toortstoorts (P8) Speciale 4-takt (4-takt-absoluut-programmaverloop) • Takt 1: Absoluut-programma 1 wordt gestart • Takt 2: Absoluut-programma 2 wordt na afloop van "tstart" gestart. • Takt 3: Absoluut-programma 3 wordt gestart totdat de tijd "t3" verlopen is. Aansluitend wordt automatisch naar het absoluut-programma 4 overgeschakeld.
Pagina 79
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Het aantal programma’s (P ) is gelijk aan het onder n-takt vastgelegd taktaantal. 1ste takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen) • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramma P van P...
Pagina 80
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Instelling "enkele of dubbele bedrijfsmodus" (P10) Indien het systeem met twee draadaanvoerapparaten is uitgerust, mogen er geen verdere accessoirecomponenten aan de aansluitbus 7-polig (digitaal) gebruikt worden! Dit heeft onder andere betrekking op digitale afstandsbedieningen, robotinterfaces, documentatie-interfaces, lastoortsen met digitale besturingsleidingaansluiting, enz.
Pagina 81
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Gebruikergedefinieerde JOB-lijsten maken Er wordt een samenhangend opslagbereik opgesteld, waarin met accessoires zoals bijv. de POWERCONTROL 2-toorts tussen JOB’s kan omgeschakeld worden. • Speciale parameter P12 op “2” instellen. • Omschakelknop “Programma of Up/Down-functie” op positie “Up/Down” zetten. •...
Pagina 82
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Bovengrens en ondergrens voor de JOB-omschakeling op afstand (P13, P14) Het hoogste resp. het laagste JOB-nummer dat met accessoirecomponenten, zoals bijv. PowerControl 2- toorts, kan geselecteerd worden. Vermijdt een abusievelijk omschakelen in ongewenste of niet gedefinieerde JOB’s. Hold-functie (P15) Hold-functie actief (P15 = 1) •...
Pagina 83
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Programmaselectie met standaard toortsknop (P17) Maakt een programmaselectie resp. programma-omschakeling vóór lasaanvang mogelijk. Door de toortsknop kort in te drukken wordt overgeschakeld naar het volgende programma. Bij het bereiken van het laatste vrijgegeven programma begint het display weer van voren af aan. •...
Pagina 84
Opbouw en functie Speciale parameters (uitgebreide instellingen) Absolute waarde-instelling voor relatieve programma's (P21) Startprogramma (P ), down-slope-programma (P ) en eindprogramma (P ) kunnen naar wens START relatief of absoluut ten opzichte van het hoofdprogramma (P ) worden ingesteld. Functie actief (P21 = 1) •...
Pagina 85
Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur 5.18 Configuratiemenu voor apparatuur 5.18.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters ENTER (Menutoegang) • Apparaat met de hoofdschakelaar uitschakelen • Drukknop "Lasparameter" of "Smoorspoelwerking" (drive 4X LP) ingedrukt houden en gelijktijdig het apparaat opnieuw inschakelen. NAVIGATION (Navigeren in het menu) •...
Pagina 86
Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur EXIT ENTER VOLT Prog NAVIGATION Afbeelding 5-47 Display Instelling / selecteren Leidingsweerstand 1 Leidingsweerstand voor de eerste lasstroomkring 0 mΩ - 60 mΩ (8 mΩ af fabriek). Leidingsweerstand 2 Leidingsweerstand voor de tweede lasstroomkring 0 mΩ - 60 mΩ (8 mΩ af fabriek). Parameterwijzigingen mogen uitsluitend door vakkundig servicepersoneel worden uitgevoerd! Parameterwijzigingen mogen uitsluitend door vakkundig servicepersoneel worden...
Pagina 87
Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur 5.18.2 Compensatie leidingsweerstand De weerstandswaarde van de leidingen kan rechtstreeks of op de stroombron worden ingesteld. Bij levering is de leidingsweerstand ingesteld op 8 mΩ. Deze waarde komt overeen met een 5 m massakabel, 1,5 m tussenslangpakket en 3 m watergekoelde lastoorts. Andere lengtes van slangpakketten vereisen een +/- spanningscorrectie ter optimalisering van laseigenschappen.
Pagina 88
Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur 1 Voorbereiding • Lasapparaat uitschakelen. • Gaskop losschroeven van de lastoorts. • Lasdraad aan de contacttip kort afknippen. • Lasdraad aan het draadaanvoerapparaat een stuk (ong. 50 mm) terugtrekken. Nu is er geen lasdraad aanwezig in de contacttip.
Pagina 89
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen Onderhoud, verzorging en afvalverwerking GEVAAR Verkeerd onderhoud en controle! Het apparaat mag uitsluitend door vakkundige, bevoegde personen schoongemaakt, gerepareerd of getest worden! Deskundig personeel is elke persoon die door zijn opleiding, kennis en ervaring de risico's en de eventuele gevolgschade kan herkennen die zich kunnen voordoen tijdens de controle van dit apparaat en de vereiste veiligheidsmaatregelen kan treffen.
Pagina 90
Daarnaast kunnen oude apparaten in heel Europa bij EWM-verkooppartners worden ingeleverd. Inachtneming van de RoHS-vereisten Wij, EWM AG Mündersbach, verklaren hierbij dat alle door ons geleverde producten, die onderhevig zijn aan de RoHS-richtlijn, aan de vereisten van de RoHS (richtlijn 2011/65/EU) voldoen.
Pagina 91
Verhelpen van storingen Checklist voor het verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
Pagina 92
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Foutmeldingen (Stroombron) Een storing in de lasapparatuur wordt weergegeven doordat de storingcode (zie tabel) wordt weergegeven op de display van de besturing. Bij een storing in de apparatuur wordt de voeding uitgeschakeld. De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de uitvoering van het apparaat (interfaces/functies).
Pagina 93
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Fout Categorie Mogelijke oorzaak Oplossing Error 17 Overstroomdetectie Draadtoevoer controleren (WF. Ov.) draadtoevoeraandrijving Error 18 Geen tachogeneratorsignaal Controleer de verbinding en de (WF. Sl.) van tweede tachogenerator van het tweede draadtoevoerapparaat (slave- draadtoevoerapparaat (slave-aandrijving). aandrijving) Error 56 Uitval stroomfase Netspanningen controleren...
Pagina 94
Verhelpen van storingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen Alle opgeslagen klantspecifieke lasparameters worden door de werkinstellingen vervangen. 7.3.1 Individuele job resetten RESET ENTER EXIT Afbeelding 7-1 Display Instelling / selecteren RESET (Resetten naar fabrieksinstellingen) De RESET wordt na de bevestiging uitgevoerd. Wanneer er geen wijzigingen worden uitgevoerd, wordt het menu na 3 seconden afgesloten.
Pagina 95
Verhelpen van storingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen 7.3.2 Alle jobs resetten De JOB's 1-128 + 170-256 worden teruggezet. De klantspecifieke JOB's 129-169 worden behouden. RESET ENTER EXIT Afbeelding 7-2 Display Instelling / selecteren RESET (Resetten naar fabrieksinstellingen) De RESET wordt na de bevestiging uitgevoerd. Wanneer er geen wijzigingen worden uitgevoerd, wordt het menu na 3 seconden afgesloten.
Pagina 96
Technische gegevens Taurus 355 Synergic S Technische gegevens Taurus 355 Synergic S Service-informatie en garantie zijn alleen geldig in combinatie met originele vervangings- en slijtage-onderdelen! MIG/MAG Elektrode Instelbereik: Lasstroom 5 A - 350 A Instelbereik: Lasspanning 14,3 V - 31,5 V 14,3 V - 31,5 V 14,3 V - 31,5 V Inschakelduur bij een omgevingstemperatuur van 25 °C...
Pagina 97
Accessoires Algemene accessoires Accessoires Vermogensafhankelijke accessoires zoals lastoorts, werkstukleiding, elektrodehouder of tussenslangpakket zijn verkrijgbaar bij uw bevoegde dealer. Algemene accessoires Type Benaming Artikelnummer Trolly 55-5 Transportwagen, gemonteerd 090-008632-00000 cool50 U40 Koelmodule 090-008598-00502 voltConverter 230/400 Spanningstransformator 090-008800-00502 TYPE 1 Antivriescontroleur 094-014499-00000 KF 23E-10 Koelvloeistof (-10 °C), 9,3 l 094-000530-00000...
Pagina 98
Accessoires Opties Opties Type Benaming Artikelnummer ON D XX5 BARREL Draadgeleiding Rolliner voor vaten 092-007929-00000 ON Filter XX5 Vuilfilter 092-002662-00000 ON CS K Kraanophanging voor Picomig 180 / 185 D3 / 305 092-002549-00000 D3; Phoenix en Taurus 355 compact; drive 4 Computercommunicatie Type Benaming...
Pagina 99
Slijtagedelen Draadtoevoerrollen Slijtagedelen De garantie van de fabrikant vervalt bij apparaatschade door gebruik van componenten van derden! • Gebruik uitsluitend systeemcomponenten en opties (stroombronnen, lastoortsen, elektrodehouders, afstandsbedieningen, vervangings- en slijtageonderdelen, enz.) uit ons leveringsprogramma! • Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende aansluitbus steken en vergrendelen.
Pagina 100
Slijtagedelen Draadtoevoerrollen 10.1.2 Draadaanvoerrollen voor aluminiumdraden Type Benaming Artikelnummer AL 4R 0.8 MM/0.03 INCH Aandrijfrollenset, 37 mm, voor aluminium 092-002771-00008 WHITE AL 4R 1.0 MM/0.04 INCH Aandrijfrollenset, 37 mm, voor aluminium 092-002771-00010 BLUE AL 4R 1.2 MM/0.045 INCH Aandrijfrollenset, 37 mm, voor aluminium 092-002771-00012 AL 4R 1.6 MM/0.06 INCH Aandrijfrollenset, 37 mm, voor aluminium...
Pagina 101
Bijlage A JOB-List Bijlage A 11.1 JOB-List Afbeelding 11-1 099-005421-EW505 12.05.2016...
Pagina 102
Bijlage B Overzicht van EWM-vestigingen Bijlage B 12.1 Overzicht van EWM-vestigingen 099-005421-EW505 12.05.2016...