Pagina 6
Bijlage C. Handmatige modem- Instellingen bekijken en wijzigen . . 79 opdrachten ... . . 87 Het programma IBM BIOS Setup afsluiten . . 79 Wachtwoorden . . 79 Basic AT-opdrachten .
Pagina 7
Mocht u twijfels hebben over de conditie van een bepaalde component, gebruik het product dan niet. Neem contact op met het IBM Support Center of met de fabrikant van het product. U krijgt dan te horen hoe u het product kunt inspecteren en, indien nodig, kunt laten repareren.
Pagina 8
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instruc- ties hebt gekregen van het IBM Support Center. Doe alleen een beroep op service- leveranciers die door IBM zijn geautoriseerd om reparaties uit te voeren aan uw specifieke product.
Pagina 9
Daarnaast zijn veel mobiele producten, zoals Thinkpad-notebooks, voorzien van een oplaadbare batterij die het systeem van stroom voorziet. De batterijen die door IBM voor uw product worden geleverd, zijn getest op compatibiliteit en mogen alleen worden vervangen door onderdelen die door IBM zijn goedgekeurd.
Pagina 10
Probeer nooit de batterij open te maken of te repareren. Zorg dat de batterij niet gedeukt of doorboord wordt en niet in contact komt met open vuur. Voorkom kortsluiting van de metalen contactpunten. Stel de batterij niet bloot aan water of andere vloeistoffen.
Pagina 11
Aanvullende veiligheidsvoorschriften GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: v Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet; voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer.
Pagina 12
ATTENTION Danger d’explosion en cas de remplacement incorrect de la batterie. Remplacer uniquement par une batterie IBM de type ou d’un type équivalent recommandé par le fabricant. La batterie contient du lithium et peut exploser en cas de mauvaise utilisation, de mauvaise manipulation ou de mise au rebut inap- propriée.
Pagina 13
En cas de fuite de gaz, n’utilisez jamais un téléphone situé à proximité de la fuite. Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen Sommige IBM PC-modellen worden standaard geleverd met een CD-ROM-station of een DVD-station. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn ook los als optie te verkrijgen. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn laserproducten. Deze stations...
Pagina 14
DVD-station bevat geen onderdelen die moeten worden vervangen of onderhou- den. Open de behuizing van het CD-ROM-station of het DVD-station niet. Sommige CD-ROM-stations of DVD-stations bevatten een ingebouwde laserdiode van klasse 3A of 3B. Let op het volgende. GEVAAR Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal.
Pagina 15
Raadpleeg Access IBM (op het bureaublad) voor nadere informatie over uw com- puter. Als u toegang hebt tot internet, kunt u hier de meest recente handboeken voor uw computer bekijken.
Pagina 16
Het computermodel vaststellen Zie Hoofdstuk 1, “Typen 8149, 8177 en 8178”, op pagina 1. Zie Hoofdstuk 2, “Typen 8126, 8174, 8175 en 8176”, op pagina 27. Zie Hoofdstuk 3, “Typen 8084, 8085, 8147, 8148 en 8179”, op pagina 53. Handboek voor de gebruiker...
Pagina 17
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstal- leerde software. Systeemgegevens De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In de IBM Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie Hoofdstuk 4, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 79.
Pagina 18
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een...
Pagina 19
Voeding v 230 W voedingseenheid met handmatige voltageschakelaar v Automatische instelling invoerfrequentie (50/60 Hz) v Advanced Power Management v Ondersteuning voor ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) Hoofdstuk 1. Typen 8149, 8177 en 8178...
Pagina 20
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is gecertificeerd voor of getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Pagina 21
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 14 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 42,5 cm Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 42,5 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,51 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 10,0 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 11,4 kg Gemiddelde geluidsproductie:...
Pagina 22
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 23
v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Pagina 24
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Voedingsaansluiting 8 Audio-lijnuitgang 2 Muisaansluiting 9 Microfoonaansluiting 3 Parallelle poort 10 USB-aansluitingen 4 Ethernet-aansluiting 11 VGA-beeldschermaansluiting 5 Audiolijningang...
Pagina 25
Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een standaardtoetsenbordaansluiting. Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op Internet. Installatie-instruc- ties vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Hoofdstuk 1. Typen 8149, 8177 en 8178...
Pagina 26
De kap verwijderen Belangrijk: Lees eerst “Belangrijke veiligheidsinformatie” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 6 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
Pagina 27
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 CD-station of DVD-station 7 DIMM’s 2 USB-aansluiting 8 Microprocessor en koelelement 3 USB-aansluiting 9 AGP-sleuf (bepaalde modellen) 4 Optioneel stationsvak 10 Batterij 5 Vaste-schijfstation 11 PCI-sleuven 6 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat...
Pagina 28
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 11 SATA0-aansluiting 2 DIMM-aansluiting 1 12 Aansluiting voorpaneel 3 DIMM-aansluiting 2 13 CMOS wis/herstel-jumper 4 DIMM-aansluiting 3 14 Batterij 5 DIMM-aansluiting 4 15 Audioaansluiting voorkant 6 Voedingsaansluiting 16 PCI-sleuf 3 7 Diskettestationaansluiting...
Pagina 29
v DIMM’s hebben een hoogte van 38,1 mm. Opmerking: Alleen DDR SDRAM DIMM’s kunnen worden gebruikt. U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 10. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen.
Pagina 30
1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 10. 2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de gewenste adaptersleuf. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5.
Pagina 31
Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstal- leerde station. Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 3 v Een 3,5-inch diskettestation in vak 4 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen...
Pagina 32
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden. Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) CD-station of DVD-station (vooraf geïnstalleerd in sommige modellen) 5,25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) 5,25-inch vaste-schijfstation...
Pagina 33
4. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 5. Kantel de stationsvakhendel naar voren en kantel de beugel van het stationsvak omhoog (zie afbeelding) totdat deze vastklikt. 6. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat.
Pagina 34
7. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaatjes op één lijn liggen en draai de vier schroeven vast. 8. Kantel de behuizing van het stationsvak weer terug op haar plaats. 9. Voor een vaste-schijfstation zijn twee kabels nodig; een voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
Pagina 35
Aansluiten van het eerste CD- of DVD-station 1. Zoek de signaalkabel met drie stekkers die is meegeleverd met de computer of het nieuwe station. 2. Zoek de secundaire IDE-aansluiting op de systeemplaat. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 11. 3.
Pagina 36
Beveiligingssloten In onderstaande afbeelding ziet u waar de beveiligingsvoorzieningen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Beugel 2 Geïntegreerd kabelslot Beugel Met een 5 mm-beugel, een stalen kabel en een hangslot kunt u de computer aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastleggen. Voor computers waarop een beugel kan worden geplaatst vindt u aan de achterkant op het chassis twee doordrukpunten.
Pagina 37
5. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot. Hoofdstuk 1. Typen 8149, 8177 en 8178...
Pagina 38
Wachtwoorden Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met het pro- gramma IBM Setup Utility een wachtwoord instellen. Bij het aanzetten van de computer wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren; hierdoor wordt het toet- senbord ontgrendeld en kunt u de computer normaal gebruiken.
Pagina 39
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen.Zie Hoofdstuk 4, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 79.
Pagina 40
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in het programma IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1.
Pagina 41
5. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 4, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 79. Hoofdstuk 1. Typen 8149, 8177 en 8178...
Pagina 43
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstal- leerde software. Systeemgegevens De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In de IBM Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie Hoofdstuk 4, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 79.
Pagina 44
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een...
Pagina 45
3. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is gecertificeerd voor of getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Pagina 46
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 39,8 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 18 cm Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 40,2 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,68 kubieke meter per minuut maximaal Minimumconfiguratie bij levering: 7,6 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 9,97 kg...
Pagina 47
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 48
v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Pagina 49
De plaats van de aansluitingen aan de voorkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de USB-aansluitingen zich aan de voorkant van de computer bevinden. 1 USB-aansluiting 2 USB-aansluiting Hoofdstuk 2. Typen 8126, 8174, 8175 en 8176...
Pagina 50
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Voedingsaansluiting 8 USB-aansluitingen 2 Muisaansluiting 9 Ethernet-aansluiting 3 Toetsenbordaansluiting 10 Microfoonaansluiting 4 USB-aansluitingen 11 Audiolijnuitgang 5 Seriële poort...
Pagina 51
Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op Internet. Installatie-instruc- ties vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Hoofdstuk 2. Typen 8126, 8174, 8175 en 8176...
Pagina 52
De kap verwijderen Belangrijk Lees eerst “Belangrijke veiligheidsinformatie” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 31 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
Pagina 53
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Microprocessor en koelelement 4 PCI-sleuven 2 DIMM’s 5 PCI-adapter 3 AGP-sleuf (bepaalde modellen) 6 Voedingseenheid Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
Pagina 54
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 11 SATA0-aansluiting 2 DIMM-aansluiting 1 12 Aansluiting voorpaneel 3 DIMM-aansluiting 2 13 CMOS wis/herstel-jumper 4 DIMM-aansluiting 3 14 Batterij 5 DIMM-aansluiting 4 15 Audioaansluiting voorkant 6 Voedingsaansluiting 16 PCI-sleuf 3 7 Diskettestationaansluiting...
Pagina 55
v DIMM’s hebben een hoogte van 38,1 mm. Opmerking: Alleen DDR SDRAM DIMM’s kunnen worden gebruikt. U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 36. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen.
Pagina 56
Adapters installeren In dit gedeelte leest u hoe u adapters kunt installeren of verwijderen. Uw compu- ter beschikt over drie uitbreidingssleuven voor PCI-adapters. Eén sleuf, die voor een AGP-adapter wordt gebruikt, is beschikbaar op bepaalde modellen. U kunt adapters met een lengte tot 228 mm in de AGP-sleuf, PCI-sleuf 2 of PCI-sleuf 3 plaatsen.
Pagina 57
5. Zet de adapter met de schroef vast zoals afgebeeld. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten”...
Pagina 58
Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 v Een 3,5-inch diskettestation in vak 3 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 4 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen plaatje en een kunststof afdekplaatje.
Pagina 59
Een station installeren U kunt als volgt een intern station installeren: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 36. 2. Als de computer een CD- of DVD-station heeft, moet u wellicht de signaal- en voedingskabels verwijderen uit het station. 3.
Pagina 60
6. Installeer het station in het vak. Houd de schroefgaten op één lijn en zet het station met twee schroeven vast. 7. Voor een vaste-schijfstation zijn twee kabels nodig; een voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
Pagina 61
3. Sluit het ene uiteinde van de signaalkabel aan op het station en sluit het andere uiteinde aan op de secundaire IDE-aansluiting op de systeemplaat. U voorkomt elektronische ruis door alleen de stekkers aan de uiteinden van de kabel te gebruiken.
Pagina 62
Beveiligingssloten In onderstaande afbeelding ziet u waar de beveiligingsvoorzieningen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Beugel 2 Geïntegreerd kabelslot 3 Lus voor hangslot Beveiligingsbeugel Met een 5 mm-beugel, een stalen kabel en een hangslot kunt u de computer aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastleggen.
Pagina 63
5. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot. Hoofdstuk 2. Typen 8126, 8174, 8175 en 8176...
Pagina 64
Wachtwoorden Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met het pro- gramma IBM Setup Utility een wachtwoord instellen. Bij het aanzetten van de computer wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren; hierdoor wordt het toet- senbord ontgrendeld en kunt u de computer normaal gebruiken.
Pagina 65
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen. Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden.
Pagina 66
2. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 36. 3. Zoek de jumper voor het wissen van CMOS/BIOS op de systeemplaat. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 37. 4. Als u om bij de jumper voor het wissen van CMOS/BIOS te kunnen adapters moet verwijderen, raadpleegt u “Adapters installeren”...
Pagina 67
4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Externe opties installeren” op pagina 32. 5. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 4, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 79. Hoofdstuk 2. Typen 8126, 8174, 8175 en 8176...
Pagina 69
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstal- leerde software. Systeemgegevens De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In de IBM Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie Hoofdstuk 4, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 79.
Pagina 70
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een...
Pagina 71
5. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest of -certificering. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is gecertificeerd voor of getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Pagina 72
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 41,3 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 19,1 cm Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 40,6 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,68 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 9,1 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 11,4 kg Gemiddelde geluidsproductie:...
Pagina 73
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 74
v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Pagina 75
De plaats van de aansluitingen aan de voorkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van de computer bevinden. Opmerking: Niet alle computermodellen beschikken over de volgende aansluitin- gen. 1 IEEE 1394-aansluiting 4 USB-aansluiting 2 Microfoonaansluiting 5 USB-aansluiting...
Pagina 76
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Voedingsaansluiting 8 USB-aansluitingen 2 Muisaansluiting 9 Ethernet-aansluiting 3 Toetsenbordaansluiting 10 Microfoonaansluiting 4 USB-aansluitingen 11 Audiolijnuitgang 5 Seriële poort...
Pagina 77
Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op Internet. Installatie-instruc- ties vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Hoofdstuk 3. Typen 8084, 8085, 8147, 8148 en 8179...
Pagina 78
De kap verwijderen Belangrijk Lees eerst “Belangrijke veiligheidsinformatie” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 57 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
Pagina 79
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Microprocessor en koelelement 4 PCI-adapter 2 DIMM’s 5 Voedingseenheid 3 AGP-sleuf (bepaalde modellen) Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
Pagina 80
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 11 SATA0-aansluiting 2 DIMM-aansluiting 1 12 Aansluiting voorpaneel 3 DIMM-aansluiting 2 13 CMOS wis/herstel-jumper 4 DIMM-aansluiting 3 14 Batterij 5 DIMM-aansluiting 4 15 Audioaansluiting voorkant 6 Voedingsaansluiting 16 PCI-sleuf 3 7 Diskettestationaansluiting...
Pagina 81
v DIMM’s hebben een hoogte van 38,1 mm. Opmerking: Alleen DDR SDRAM DIMM’s kunnen worden gebruikt. U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 62. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen.
Pagina 82
U installeert als volgt een adapter: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 62. 2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de gewenste adaptersleuf. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5.
Pagina 83
Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstal- leerde station. Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch diskettestation in vak 4 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 5 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen...
Pagina 84
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden. Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) CD-station of DVD-station (vooraf geïnstal- leerd in sommige modellen) 5,25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) 5,25-inch vaste-schijfstation...
Pagina 85
4. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 5. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat. Opmerking: Een serieel ATA vaste-schijfstation hoeft niet als master- of slavestation worden ingesteld.
Pagina 86
7. Installeer het station in het vak en zet het vast. Opmerking: Bij bepaalde stations zijn er schroeven nodig om het station in het vak vast te zetten. Als dat zo is, zorgt u dat de schroefgaten op elkaar aansluiten en plaatst u de schroeven om het station vast te zetten.
Pagina 87
De stappen voor het aansluiten van een station zijn verschillend per type aan te sluiten station. Gebruik een van de volgende procedures voor het aansluiten van het station. Aansluiten van het eerste CD- of DVD-station 1. Zoek de signaalkabel met drie stekkers die is meegeleverd met de computer of het nieuwe station.
Pagina 88
Installatie van beveiligingsvoorzieningen. Om diefstal en onbevoegd gebruik van de computer te voorkomen, kunt u gebruik maken van diverse beveiligingssloten. In de volgende gedeelten ziet u welke typen sloten beschikbaar zijn voor uw computer en hoe u ze kunt installeren. Naast het aanbrengen van sloten kunt u onbevoegd gebruik van software voorkomen door het toetsenbord met software te vergrendelen totdat een correct wachtwoord wordt getypt.
Pagina 89
3. Schuif de beveiligingsbeugel door het achterpaneel, plaats vervolgens de moe- ren op de uiteinden van de beugel en draai ze vast met de moersleutel. 4. Plaats de kap van de computer terug. Meer informatie vindt u in “Kap terug- plaatsen en kabels aansluiten”...
Pagina 90
Wachtwoorden Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met het pro- gramma IBM Setup Utility een wachtwoord instellen. Bij het aanzetten van de computer wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren; hierdoor wordt het toet- senbord ontgrendeld en kunt u de computer normaal gebruiken.
Pagina 91
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen.Zie Hoofdstuk 4, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 79.
Pagina 92
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden. Meer infor- matie over vergeten wachtwoorden vindt u in Access IBM op het bureaublad. Een vergeten wachtwoord wissen: 1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
Pagina 93
4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Externe opties installeren” op pagina 58. 5. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 4, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 79. Hoofdstuk 3. Typen 8084, 8085, 8147, 8148 en 8179...
Pagina 95
Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc m naar het menu van het programma IBM BIOS Setup te gaan. (Het is mogelijk dat u verschillende keren op Esc moet drukken.) Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan, selecteert u Save Settings voordat u het programma afsluit.Anders...
Pagina 96
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal zeven tekens (A-Z, a-z en 0-9) gebruiken. 1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie “Het programma IBM BIOS Setup starten” op pagina 79). 2. In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u Security.
Pagina 97
5. Ga terug naar het menu van het programma IBM Setup en selecteer Exit en daarna Save Settings. Een opstartapparaat kiezen Als de computer niet opstart vanaf een apparaat, zoals een CD-ROM, diskette of vaste schijf, gebruikt u een de volgende procedures om een opstartapparaat in te stellen.
Pagina 99
Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam EEPROM (electrically erasable programmable read-only memory), ook wel flash- geheugen genoemd. U kunt de zelftest (POST), het BIOS en het programma IBM BIOS Setup eenvoudig bijwerken door uw computer op te starten met een flash- diskette of door een speciaal bijwerkprogramma uit te voeren vanuit het besturingssysteem.
Pagina 100
6. Blader omlaag naar een txt-bestand met instructies voor het bijwerken van het BIOS vanuit het besturingssysteem. Klik op het txt-bestand. 7. Druk deze instructies af. Dit is belangrijk, omdat deze instructies niet worden afgebeeld nadat het downloaden is gestart. 8.
Pagina 102
4. Was de bal in een warm sopje en droog hem weer af. Blaas zachtjes in de bal- houder 4 om stof en vuil los te maken. 5. Kijk naar opgehoopt vuil op de plastic rollers 3 in de balhouder. Gewoonlijk ziet u een streep van vuil midden op de rollers.
Pagina 104
Opdracht Functie Opdrachten worden niet afgebeeld Opdrachten worden afgebeeld Escapetekens - Schakelen van gegevensmodus naar opdrachtmodus (T.I.E.S. opdracht) Modemverbinding verbreken Modem actief maken Opmerking: H1 wordt niet ondersteund in Italië Productidentificatiecode weergeven Test ROM-controlegetal Interne geheugentest Firmware-ID Gereserveerd ID Laag luidsprekervolume Laag luidsprekervolume Gemiddeld luidsprekervolume Hoog luidsprekervolume...
Pagina 105
Opdracht Functie Gelijk aan X1 plus bezetdetectie/blind kiezen Alle responsen en kiestoon en bezet signaal- detectie Actief profiel 0 opnieuw instellen en ophalen Actief profiel 1 opnieuw instellen en ophalen Extended AT-opdrachten Opdracht Functie &C_ &C0 Force Carrier Detect Signal High (ON) &C1 CD inschakelen als carrier op afstand niet aanwezig is...
Pagina 106
Opdracht Functie &S1 DSR uit in opdrachtmodus en aan in on-line modus &T_ &T0 Test in uitvoering beëindigen &T1 Lokale analoge loopbacktest uitvoeren &T3 Lokale digitale loopbacktest uitvoeren &T4 Digitale loopbacktest op afstand toestaan door modem op afstand &T5 Digitale loopbacktest op afstand niet toestaan &T6 Digitale loopbacktest op afstand uitvoeren &T7...
Pagina 107
Opdracht Functie Alleen MNP Class 5 gegevenscompressie inschakelen Alleen V.42bis gegevenscompressie inschakelen MNP Class 5 en V.42bis gegevenscompressie inschake- &Q_ &Q0 Alle direct datalink (gelijk aan \N1) &Q5 V.42 datalink met uitwijkopties &Q6 Alle normale datalink (gelijk aan \N0) +DS44=0, 0 V.44 uitschakelen +DS44=3, 0 V.44 inschakelen...
Pagina 108
Fax Class 1-opdrachten +FAE=n Data/Fax Automatisch beantwoorden +FCLASS=n Servicecategorie +FRH=n Gegevens ontvangen met HDLC-framing Gegevens ontvangen +FRM=n +FRS=n Receive silence +FTH=n Gegevens verzenden met HDLC-framing +FTM=n Gegevens verzenden +FTS=n Verzenden stoppen en wachten Fax Class 2-opdrachten +FCLASS=n Servicescategorie. +FAA=n Adaptive answer. +FAXERR Waarde faxfout.
Pagina 109
+FPHCTO Time-out fase C. +FPOLL Geeft de pollingaanvraag aan. +FPTS: Status paginaoverdracht. +FPTS= Status paginaoverdracht. +FREV? Revisie aangeven. +FSPT Polling inschakelen. +FTSI: Het transmitstation-ID aangeven. Spraakopdrachten Baudwaarde selecteren #BDR #CID Detectie Caller ID inschakelen en rapportage-indeling Data, Fax of Voice/Audio selecteren #CLS #MDL? Model aangeven...
Pagina 110
Opmerking voor gebruikers in Zwitserland: Als Taxsignal op uw Swisscom-telefoonlijn niet uitgeschakeld is, kan dit de modemfunctie nadelig beïnvloeden. Dit kan worden verholpen door een filter met de volgende specificaties: Telekom PTT SCR-BE Taximpulssperrfilter-12kHz PTT Art. 444.112.7 Bakom 93.0291.Z.N Handboek voor de gebruiker...
Pagina 113
Bijlage E. Kennisgevingen Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Uw IBM-vertegenwoordiger kan u vertellen welke producten en diensten op dit moment worden aangeboden. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBM- producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
Pagina 114
Het materiaal op dergelijke websites maakt geen deel uit van het materiaal voor dit IBM-product. Gebruik van dergelijke websites is geheel voor eigen risico. Kennisgeving televisie-uitvoer De volgende kennisgeving is van toepassing op modellen waarin in de fabriek een functie voor televisie-uitvoer is geïnstalleerd.