Onderhoud . vi Instellingen bekijken en wijzigen . . 25 Netsnoeren en voedingsadapters . . vi Het programma IBM BIOS Setup afsluiten . . 25 Verlengsnoeren en aanverwante apparaten . . vii Wachtwoorden gebruiken . . 26 Stekkers en aansluitingen .
Mocht u twijfels hebben over de conditie van een bepaalde component, gebruik het product dan niet. Neem contact op met het IBM Support Center of met de leverancier van het product en vraag om instruc- ties voor inspectie van het product; laat het product indien nodig repareren.
Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instruc- ties hebt gekregen van het IBM Support Center. Doe alleen een beroep op service- leveranciers die door IBM zijn geautoriseerd om reparaties uit te voeren aan uw specifieke product.
Daarnaast zijn veel mobiele producten, zoals ThinkPad-notebooks, voorzien van een oplaadbare batterij die het systeem van stroom voorziet. De batterijen die door IBM voor uw product worden geleverd, zijn getest op compatibiliteit en mogen alleen worden vervangen door onderdelen die door IBM zijn goedgekeurd.
Probeer nooit de batterij open te maken of te repareren. Zorg dat de batterij niet gedeukt of doorboord wordt en niet in contact komt met open vuur. Voorkom kortsluiting van de metalen contactpunten. Stel de batterij niet bloot aan water of andere vloeistoffen.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: v Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet; voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer.
Let op! Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Gebruik ter vervanging alleen IBM-batterijen met onderdeelnummer 33F8354 of een gelijksoortige batterij die door de leverancier wordt aanbevolen. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen.
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen Bepaalde IBM PC-modellen worden standaard geleverd met een CD-ROM-station of een DVD-station. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn ook los als optie te verkrijgen. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn laserproducten. Deze stations voldoen in de Verenigde Staten aan de eisen gesteld in de Department of Health and Human Services 21 Code of Federal Regulations (DHHS 21 CFR) Subchapter J voor laserproducten van Klasse 1.
Access IBM, op uw bureaublad, bevat links naar aanvullende informatie over de computer. Als u toegang hebt tot internet, kunt u hier de meest recente handboeken voor uw computer bekijken.
Systeeminformatie De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. Voor infor- matie over uw specifieke model kunt u het programma IBM BIOS Setup gebruiken. Zie Hoofdstuk 2, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 25.
Pagina 18
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem) v Beheer op afstand...
Pagina 19
1. De besturingssystemen die hier worden weergegeven, zijn gecertificeerd of getest op compatibiliteit op het moment dat deze publicatie wordt gedrukt. Na de publicatie van dit boekje kan IBM voor aanvullende besturingssystemen aangeven dat deze compatibel met uw computer zijn. Correcties op en toevoegingen aan deze lijst kunnen aan veranderingen onderhevig zijn. Als u wilt weten of een besturingssysteem gecertificeerd is of getest is voor compatibiliteit, kunt u de website van de leverancier van het besturingssysteem controleren.
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 89 mm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 276 mm Maximumconfiguratie: 200 Watt) Diepte: 273 mm Luchtcirculatie Gewicht Ongeveer 0,45 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 6.0 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 6.4 kg Gemiddelde geluidsniveaus:...
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Hoofdstuk 1. Opties installeren...
Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Als u een optie installeert, maak de antistatische verpakking ervan dan nooit open voordat de installatieaanwijzingen u hiertoe opdracht geven. Neem bij het omgaan met opties en computeronderdelen de volgende voorzorgs- maatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen: v Beweeg zo min mogelijk.
Externe apparaten installeren In dit gedeelte worden de aansluitingen van de computer beschreven waarop u externe apparaten kunt aansluiten, zoals luidsprekers, een printer of een scanner. Voor bepaalde externe apparaten moet u aanvullende software installeren. Als u een extern apparaat installeert, kunt u in dit gedeelte zien welke aansluiting u moet gebruiken.
De plaats van aansluitingen aan de achterkant van uw compu- In de onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 PCI-aansluiting 8 Ethernet-aansluiting 2 Geïntegreerd kabelslot 9 USB-poorten 3 Muisaansluiting 10 Uitgang voor audiosignalen 4 Toetsenbordaansluiting 11 Ingang voor audiosignalen 5 Aansluiting voor VGA-beeldscherm...
Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op internet. Installatie-instructies vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Hoofdstuk 1. Opties installeren...
De kap openen Belangrijk: Lees eerst “Belangrijke veiligheidsinformatie” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 6 voordat u de kap opent. U opent de computerkap als volgt: 1. Verwijder eventueel aanwezige media (DVDs, CD’s of banden) uit de stations, sluit het besturingssysteem af en schakel alle aangesloten apparaten en de com- puter uit.
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 PCI-uitbreidingskaart 5 vaste-schijfstation 2 Voedingseenheid 6 Kabelhouder 3 Uitwerpknop optisch station 7 Ventilatorset 4 Optisch station Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Kabelstekker vaste-schijfstation 8 Luidsprekeraansluiting 2 Kabelstekker optisch stationsvak 9 Geheugenaansluiting 1 3 Aansluiting PCI-uitbreidingskaart 10 Geheugenaansluiting 2 4 12v voedingsaansluiting 11 Achterste ventilatoraansluiting 5 Voedingsaansluiting 12 SATA-aansluiting 6 Ventilatoraansluiting 13 Jumper voor het wissen van...
Pagina 29
2. Draai de stationhouder omhoog om bij de systeemplaat te kunnen. 3. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 11. 4. Open de klemmetjes. 5. Zorg dat de uitsparing 1 op de geheugenmodule precies op de aansluiting- snok 2 op de systeemplaat past.
Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “De kap sluiten en kabels aansluiten” op pagina 23. Een PCI-adapter installeren In dit gedeelte leest u hoe u een PCI-adapter kunt installeren. De computer is uit- gerust met een uitbreidingskaart met een PCI-uitbreidingsaansluiting.
Pagina 31
5. Trek aan de blauwe hendel waarmee u de PCI-uitbreidingskaart uit de com- puter kunt verwijderen. 6. Draai de adaptervergrendeling omhoog en verwijder het afdekplaatje van de sleuf voor de uitbreidingsaansluiting. 7. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 8. Installeer de adapter in de uitbreidingsaansluiting op de PCI-uitbreidingska- art.
Interne stations installeren In deze paragraaf leest u hoe u interne stations kunt verwijderen of vervangen. Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. In uw computer kunnen geen extra stations worden geplaatst. Mogelijk wilt u echter een station met meer opslagcapaciteit of een station voor het lezen van andere media installeren.
2. Druk op de uitwerpknop van het optische station en schuif het optische station uit de voorkant van de computer. 3. Installeer het nieuwe station in het vak. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Pagina 34
2. Draai de stationhouder omhoog om bij het vaste-schijfstation te kunnen. 3. Ontkoppel de voedings- en signaalkabels van de achterkant van het vaste- schijfstation. 4. Til het vaste-schijfstation en de beugel op om het station uit het stationsvak te verwijderen. 5.
9. Als u een parallel ATA-vaste-schijfstation vervangt, plaatst u de master/slave- jumper van het station in dezelfde positie als van het station dat wordt ver- vangen. Raadpleeg ook de instructies bij het station. Opmerking: Een serieel ATA-vaste-schijfstation heeft geen master/slave- jumper.
Met het kabelslot worden ook de knoppen vergren- deld waarmee u de kap kunt openen. Dit is hetzelfde type slot dat ook voor veel notebook-computers wordt gebruikt. Kabelsloten kunnen rechtstreeks bij IBM wor- den besteld. Ga naar http://www.pc.ibm.com/support en zoek op Kensington.
Wachtwoordbeveiliging Om niet-bevoegd gebruik van uw computer te voorkomen, kunt u het programma IBM BIOS Setup gebruiken om een wachtwoord in te stellen. Als u de computer inschakelt, wordt u gevraagd het wachtwoord te typen om de vergrendeling van het toetsenbord op te heffen.
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 10. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 11. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen. Zie Hoofdstuk 2, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 25.
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in het programma IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn teruggeplaatst en of alle losse schroeven en stukken gereedschap uit de compu- ter zijn verwijderd.
Pagina 40
7. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “De plaats van aansluitingen aan de achterkant van uw computer” op pagina 8. 8. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 2, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 25.
Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc om naar het menu van het programma IBM BIOS Setup te gaan. (Het is mogelijk dat u verschillende keren op Esc moet drukken.) Als u de nieuwe instellingen wilt opslaan, selecteert u Save Settings voor u het programma afsluit.
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal zeven tekens (A-Z, a-z en 0-9) gebruiken. 1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie “Het programma IBM BIOS Setup starten” op pagina 25). 2. In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u Security.
4. Kies de gewenste instelling en druk op Enter. 5. Ga terug naar het menu van het programma IBM Setup en selecteer Exit en daarna Save Settings. Instelling van IDE-stations Naast het afbeelden van de gegevens van verschillende IDE-apparaten zijn er ook opties voor de configuratie van de seriële en parallelle IDE-controllers.
De opstartvolgorde wijzigen Om de primaire of automatische opstartvolgorde te bekijken of te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie “Het programma IBM BIOS Setup starten” op pagina 25). 2. Selecteer Startup.
Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam EEPROM (electrically erasable programmable read-only memory), ook wel flash- geheugen genoemd. U kunt de zelftest (POST), het BIOS en het programma IBM BIOS Setup eenvoudig bijwerken door uw computer op te starten met een flash- diskette of door een speciaal bijwerkprogramma uit te voeren vanuit het besturingssysteem.
1. Typ in het adresveld van uw browser http://www.pc.ibm.com/support en druk op Enter. 2. Zoek de downloadbare bestanden voor uw type computer. 3. Selecteer uw product, kies het type computer en klik op Go. 4. Klik bij ″Downloadable file by category″ op BIOS.
Pagina 47
7. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar pennetje 2 en 8. Sluit de kap weer en sluit de netsnoeren weer aan. Zie “De kap sluiten en kabels aansluiten” op pagina 23. 9. Plaats een POST/BIOS-updatediskette (″flashdiskette″) in USB-diskettestation A en zet de computer aan.
Pagina 50
4. Was de bal in een warm sopje en droog deze af. Blaas zachtjes in de balhouder 4 om stof en vuil los te maken. 5. Kijk naar opgehoopt vuil op de plastic rollers 3 in de balhouder. Gewoonlijk ziet u een streep van vuil midden op de rollers. 6.
Pagina 52
Opdracht Functie Opdrachten worden niet afgebeeld Opdrachten worden afgebeeld Escapetekens - Schakelen van werkstand Verzenden/Ontvangen naar opdrachtwerk- stand (T.I.E.S.-opdracht) Modemverbinding verbreken Modem actief maken Opmerking: H1-opdracht wordt niet onder- steund in Italië Productidentificatiecode weergeven Test ROM-controlegetal Interne geheugentest Firmware-ID Gereserveerd ID Laag luidsprekervolume Laag luidsprekervolume Gemiddeld luidsprekervolume...
Opdracht Functie Gelijk aan X1 plus detectie kiestoon Gelijk aan X1 plus bezetdetectie/blind kiezen Alle responsen en kiestoon en bezet signaal- detectie Actief profiel 0 opnieuw instellen en ophalen Actief profiel 1 opnieuw instellen en ophalen Extended AT-opdrachten Opdracht Functie &C_ &C0 Force Carrier Detect Signal High (ON)
Opdracht Functie &S1 DSR uit in opdrachtwerkstand en aan in on-linewerkstand &T_ &T0 Test in uitvoering beëindigen &T1 Lokale analoge loopbacktest uitvoeren &T3 Lokale digitale loopbacktest uitvoeren &T4 Digitale loopbacktest op afstand toestaan door modem op afstand &T5 Digitale loopbacktest op afstand niet toestaan &T6 Digitale loopbacktest op afstand uitvoeren &T7...
Pagina 55
Opdracht Functie Alleen MNP Class 5 gegevenscompressie inschakelen Alleen V.42bis gegevenscompressie inschakelen MNP Class 5 en V.42bis gegevenscompressie inschake- &Q_ &Q0 Alle direct datalink (gelijk aan \N1) &Q5 V.42 datalink met uitwijkopties &Q6 Alle normale datalink (gelijk aan \N0) +DS44=0, 0 V.44 uitschakelen +DS44=3, 0 V.44 inschakelen...
+FPHCTO Timeout fase C. +FPOLL Geeft de pollingaanvraag aan. +FPTS: Status paginaoverdracht. +FPTS= Status paginaoverdracht. +FREV? Revisie aangeven. +FSPT Polling inschakelen. +FTSI: Het transmitstation-ID aangeven. Spraakopdrachten Baudwaarde selecteren #BDR #CID Detectie Caller ID inschakelen en rapportage-indeling Data, Fax of Voice/Audio selecteren #CLS #MDL? Model aangeven...
Pagina 58
Opmerking voor gebruikers in Zwitserland: Als Taxsignal op uw Swisscom-telefoonlijn uitgeschakeld is, kan dit de modemfunctie nadelig beïnvloeden. Dit kan worden verholpen door een filter met de volgende specificaties: Telekom PTT SCR-BE Taximpulssperrfilter-12kHz PTT Art. 444.112.7 Bakom 93.0291.Z.N Handboek voor de gebruiker...
Bijlage E. Kennisgevingen Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Uw IBM-vertegenwoordiger kan u vertellen welke producten en diensten op dit moment worden aangeboden. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBM- producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
Het materiaal op dergelijke websites maakt geen deel uit van het materiaal voor dit IBM-product. Gebruik van dergelijke websites is geheel voor eigen risico. Kennisgeving televisieuitvoer De volgende kennisgeving heeft betrekking op modellen die over de door de fabriek geïnstalleerde functie voor televisieuitvoer beschikken.