De kleur verandert aanzienlijk wanneer u deze afstelt via het printerstuurprogramma.
• Maak de instellingen voor de kleurbalans in het menu [Afdrukkwaliteit] op het tabblad
[Uitgebreide Instelling] in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma niet te extreem.
Let op dat de voorbeeldafbeelding die op het printerstuurprogramma staat alleen gebruikt wordt
om aan te tonen welke verwerking gebruikt wordt, dus het kan zijn dat het niet overeenkomt met de
afdrukresultaten.
Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.
Kleurendocumenten worden afgedrukt in zwart-wit.
• Het printerstuurprogramma is niet geconfigureerd voor kleurenafdrukken.
Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.
• Bij sommige toepassingen worden kleurenbestanden in zwart-wit afgedrukt.
Effen vlakken, lijnen of tekst glimmen of glanzen als ze afgedrukt worden met een mengsel
van cyaan, magenta en geel.
• Selecteer [K (Zwart)] voor [Grijsreproductie:] in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.
Zwarte gradatie is niet natuurlijk.
• Selecteer [CMY + K] voor [Grijsreproductie:] in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.
Een kleur ontbreekt of is wazig.
• Het papier is vochtig. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard.
Raadpleeg voor meer informatie Pag.28 "Voorzorgsmaatregelen voor papier".
• De tonercartridge is bijna op. Als het bericht "Toner is bijna op. " op het scherm wordt
weergegeven of als de tonerindicatie op het startscherm leeg lijkt, vervang dan de tonercartrigde
van de weergegeven kleur.
Zie voor meer informatie de Gebruiksaanwijzing.
• Er heeft zich wellicht condens gevormd. Als er plotselinge veranderingen waren in temperatuur of
vochtigheid, start de printer dan opnieuw op als hij geacclimatiseerd is.
Als de printer niet naar behoren werkt
Het papier wordt niet vanuit de juiste lade doorgevoerd.
• Als u een Windows-besturingssysteem gebruikt, gaan de instellingen die via het
printerstuurprogramma zijn ingesteld boven de instellingen die zijn ingesteld via het
bedieningspaneel. Stel de gewenste invoerlade in via het printerstuurprogramma.
Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.
Overige afdrukproblemen
77