Enveloppen afdrukken met Windows (PCL 5c)
1.
Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster
[Afdrukvoorkeuren] in de oorspronkelijke toepassing van het document.
2.
Klik op het tabblad [Papier] en configureer dan de volgende instellingen:
• Invoerlade:
Selecteer de papierlade met de enveloppen.
• Documentformaat:
Selecteer het formaat van de envelop.
• Type:
Selecteer [Envelop].
Wijzig andere afdrukinstellingen indien nodig. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma
voor verdere informatie.
3.
Klik op [OK].
4.
Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
• Configureer de papierinstellingen op de goede manier met zowel het printerstuurprogramma als
het bedieningspaneel. Voor informatie over het bepalen van de instellingen met behulp van het
bedieningspaneel, zie de Gebruiksaanwijzing.
• Enveloppen moeten worden geplaatst in een specifieke richting. Raadpleeg voor meer informatie
Pag.40 "Specificatie van enveloppen".
Enveloppen afdrukken met Mac OS X
1.
Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster
[Afdrukvoorkeuren] in de oorspronkelijke toepassing van het document.
2.
Configureer de volgende instellingen:
• Dubbelzijdig:
Verwijder het vinkje uit het selectievakje.
• Papierformaat:
Selecteer het formaat van de envelop.
• Afdrukrichting:
Selecteer de afdrukrichting voor de envelop.
Enveloppen plaatsen
43