Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Printerhandleiding De machine voorbereiden Het printerstuurprogramma instellen Andere afdrukbewerkingen Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Opslaan en afdrukken met gebruikmaking van de Document Server De functie en instellingen van het apparaat Bijlage Lees, voordat u dit apparaat gebruikt, deze handleiding zorgvuldig en bewaar deze op een handige plaats voor toekomstig gebruik. Voor veilig en correct gebruik dient u, voordat u het apparaat in gebruik neemt, de Veiligheidsinformatie in “Informatie over dit apparaat”...
Pagina 2
® Het Bluetooth woordmerk en de logo’s zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke markeringen door Ricoh Company, Ltd. vallen onder de licentie. NetWare is een geregistreerd handelsmerk van Novell, Inc. PictBridge is een handelsmerk. Andere productnamen die in deze documentatie worden gebruikt, dienen uitsluitend ter identificatie en zijn mogelijk han- delsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
Pagina 3
Handleidingen voor dit apparaat Raadpleeg de handleidingen die relevant zijn voor hetgeen u met het apparaat wilt doen. ❖ Informatie over dit apparaat Lees de veiligheidsinformatie in deze handleiding voordat u het apparaat gaat gebruiken. Deze handleiding biedt een inleiding tot de functies van dit apparaat. U vindt er ook een toelichting bij het bedieningspaneel, voorbereidingsprocedures voor het gebruik van het apparaat, informatie over hoe tekst moet worden in- gevoerd en over hoe de bijgeleverde CD-ROM’s moeten worden geïnstal-...
Pagina 4
❖ Netwerkhandleiding Beschrijft hoe u het apparaat kunt configureren en bedienen in een netwer- komgeving en hoe u de bijgeleverde software kunt gebruiken. Deze handleiding is bedoeld voor alle modellen en bevat functies en instellin- gen die dit model mogelijk niet heeft. Afbeeldingen, tekeningen en informatie over de besturingssystemen die worden ondersteund, zijn mogelijk niet alle- maal op dit apparaat van toepassing.
INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat ................i Verklaring van symbolen in deze handleiding ............ 1 Symbolen ........................1 Displaypaneel......................2 Eerste display......................2 Vereenvoudigd display....................3 Taaklijst........................4 Scherm Taaklijst......................4 Taken controleren in de afdrukwachtrij ..............5 De volgorde van taken wijzigen ................. 6 Uitgestelde afdruktaken .....................
Pagina 6
Printeropties instellen ..................56 Condities voor bidirectionele communicatie.............56 Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld ............58 Font Manager 2000 installeren ................59 Adobe PageMaker Version 6.0, 6.5 of 7.0 gebruiken ........60 2. Het printerstuurprogramma instellen PCL - De printereigenschappen bewerken............61 Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken........61 Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken..........62 Windows XP, Windows Server 2003 - De printereigenschappen bewerken....64 Windows NT 4.0 - De printereigenschappen bewerken...........66...
Pagina 7
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher..........115 Nieten........................116 Perforeren ......................118 Sorteren ......................... 120 Voorbladen ......................122 Hoofdstukken instellen ..................126 Geen tussenbladen ....................126 Hoofdstuktussenbladen invoegen ................127 Tussenblad ......................128 4. Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Wat is PictBridge? .....................
Verklaring van symbolen in deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Geeft belangrijke veiligheidsaanwijzingen aan. Als deze aanwijzingen worden genegeerd, kan dit ernstig letsel of zelfs overlij- den tot gevolg hebben. Zorg daarom dat u deze opmerkingen leest. Deze zijn te vinden in de paragraaf “Veiligheidsinformatie”...
Displaypaneel In dit hoofdstuk wordt de configuratie met het weergavescherm beschreven, wanneer de printerfunctie is geselecteerd. Eerste display Belangrijk ❒ Het apparaat gaat off-line wanneer u instellingen aanmaakt, zelfs wanneer deze eerst on line was. Wanneer u de instelling heeft aangemaakt, gaat het ap- paraat automatisch naar on-line.
[Taak reset] [Foutenlogboek] Druk op deze toets om de huidige af- Druk hierop om de foutlogboeken van de drukopdracht te annuleren. afdruktaken die vanaf een computer zijn verzonden, weer te geven. Indien u op deze toets drukt wanneer het apparaat off-line is en u Hex Dump hebt [Takenlijst spoolen] geselecteerd, wordt Hex Dump afgebro- Druk hierop om de gespoolde taken weer...
Taaklijst Taken die via de modus Kopiëren, Document Server of Printer worden afge- drukt, worden tijdelijk op het apparaat opgeslagen en vervolgens in dezelfde volgorde uitgevoerd. U kunt deze taken beheren met behulp van de functie Taaklijst. U kunt bijvoorbeeld onjuiste taakinstellingen annuleren of een spoed- document afdrukken.
❖ Als [Taakopdracht] is geselecteerd: De taaklijst wordt weergegeven voor alle functies in de volgorde van de af- druktaken. AMG038S NL Schakelen tussen taaklijsten voor elke functie. Schakelen tussen [Huidige / In wachtrij takenlijst] en [Taakhistorie]. Nummers van gereserveerde taken worden weergegeven. Functies waarmee een taak is afgedrukt, worden weergegeven.
De volgorde van taken wijzigen U kunt de volgorde waarin afdruktaken in de taaklijst worden uitgevoerd, wij- zigen: Druk op [Takenlijst]. Selecteer de taak waarvoor u de volgorde wilt wijzigen. Druk op [Volgorde wijzigen]. Wijzig de volgorde met behulp van [B], [Vorige] of [Volg.]. Druk op [OK].
Taken verwijderen U kunt een taak die momenteel worden afgedrukt of taken in de wachtrij verwij- deren: Druk op [Takenlijst]. Selecteer de te verwijderen taak. Selecteer alle te verwijderen afdruktaken als u meerdere afdruktaken wilt verwijderen. Druk op [Reserv. verw.]. Druk op [Ja].
Printereigenschappen Menu Hieronder worden de instellingen en betekenissen van functies onder Printerei- genschappen besproken. Het scherm Printereigenschappen wordt weergegeven als u op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller} drukt. Zie de Bedieningshandlei- ding Standaardinstellingen voor meer informatie. ❖ Lijst- / Proefafdruk Menu Beschrijving Meerdere lijsten U kunt de configuratiepagina afdrukken en het fouten- logbestand.
Pagina 17
❖ Systeem Menu Beschrijving Foutenlogboek afdrukken U kunt een foutrapport afdrukken als er een printer- of geheugenfout optreedt. Automatisch doorgaan U kunt deze optie selecteren omAutomatisch doorgaan in te schakelen. Als deze Aan is, wordt na een systeemfout het afdrukken hervat. Geheugenoverloop Selecteer deze optie om een foutrapport geheugen- overflow af te drukken.
Pagina 18
Menu Beschrijving Afdrukken van rand tot rand U kunt instellen of u op het volledige blad afdrukt of niet. Standaard printertaal U kunt de standaardprintertaal instellen als het apparaat de printertaal niet automatisch kan vinden. Veranderen van lade U kunt instellen om over te schakelen van papierlade. ❖...
Pagina 19
❖ PS Menu (optioneel) Menu Beschrijving Gegevensnotatie U kunt een gegevensindeling selecteren. Resolutie U kunt de resolutie van de afdruk instellen in dots per inch. Kleurinstelling U kunt een RGB-instelling maken. Kleurprofiel U kunt het kleurprofiel instellen. ❖ PDF Menu (optioneel) Menu Beschrijving PDF wachtwoord wijzigen...
Papier plaatsen in de handinvoer Dit deel bevat instructies voor het plaatsen van papier in de handinvoer. Zie Informatie over dit apparaat voor meer informatie over het papierformaat en het papiertype. Belangrijk ❒ Wanneer u afdrukt via de handinvoer zijn de volgende functies niet mogelijk: •...
Stel het papierformaat in door middel van het printerstuurprogramma of het bedieningspaneel. De volgende procedures zijn niet vereist als u [Driver/Opdracht] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen]. Stel het papierformaat in dat geval in met behulp van het printerstuurprogramma. Opmerking ❒...
Druk op [Printer handinvoer papierformaat]. Selecteer het papierformaat. Druk op [OK]. Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets. Het eerste scherm wordt weergegeven. Opmerking ❒ Wanneer u dik papier of OHP transparanten laadt, dient u het papierfor- maat en het papiertype in te stellen. Verwijzing Zie het Help-bestand van het printerstuurprogramma voor meer informa- tie over de instellingen van het stuurprogramma.
Pagina 23
Druk op het tabblad [Lade Papierinstellingen]. Druk op [Printer handinvoer papierformaat]. Druk op [Aangepast formaat]. Indien reeds een aangepast formaat is ingesteld, drukt u op [Formaat wijzigen] . Druk op [↕ Verticaal], voer het verticale formaat van het papier in met de cij- fertoetsen en druk vervolgens op de toets {q}.
Dik papier of OHP transparanten instellen met gebruikmaking van het bedieningspaneel Volg de onderstaande procedure om het apparaat in te stellen met gebruikma- king van het bedieningspaneel als u dik papier of OHP transparanten in de han- dinvoerlade plaatst. Belangrijk ❒...
Pagina 25
Druk op [OK]. Het papiertype dat u hebt geselecteerd wordt weergegeven. Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets. Het eerste scherm wordt weergegeven. Opmerking ❒ De instellingen blijven geldig totdat u ze reset. Verwijder de instellingen voor de volgende gebruiker wanneer u hebt afgedrukt op OHP-transpa- ranten of zwaar papier.
1. De machine voorbereiden De verbindingmethode bevestigen Het apparaat ondersteunt netwerk- en lokale verbindingen. Controleer hoe het apparaat is aangesloten, voordat u het printerstuurprogram- ma installeert. Voer de installatieprocedure voor het stuurprogramma uit die van toepassing is op deze verbindingsmethode. Netwerkverbinding Het apparaat kan worden gebruikt als een Windows-afdrukpoort of netwerk- printer.
Pagina 28
De machine voorbereiden ❖ Windows Me Verbindingsmethode Beschikbare poorten Ethernet/ IEEE 802.11b SmartDeviceMonitor for Client-poort IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394) SmartDeviceMonitor for Client-poort ❖ Windows 2000 Verbindingsmethode Beschikbare poorten Ethernet/ IEEE 802.11b SmartDeviceMonitor for Client-poort Standaard TCP/IP LPR-poort IEEE 1394 (IPv4 bovenop 1394) Geen ❖...
Pagina 29
De verbindingmethode bevestigen Als een netwerkprinter gebruiken Dit apparaat kan als een Windows-netwerkprinter, NetWare-printserver of de externe Netware-printer worden gebruikt. Windows Server 2003 NetWare NetWare Windows NT 4.0 Afdrukserver Afdrukserver Windows XP / Server 2003 NL ZZZ036S Opmerking ❒ In een IPv6-omgeving kunnen geen Netware-servers worden gebruikt. Verwijzing Zie de uitleg over de installatie van het printerstuurprogramma voor elk type netwerkprinter.
De machine voorbereiden Lokale verbinding Lokale verbindingen kunt u maken via de parallelle USB, IEEE 1394 (SCSI-print) en Bluetooth-verbindingen. De versie van het Windows-besturingssysteem bepaalt de beschikbare verbin- dingsmethoden. • Windows 95: Parallelle verbindingen • Windows 98: Parallelle verbindingen • Windows 98 SE/Me: USB- en parallelle verbindingen •...
Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma installeren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe het printerstuurprogramma moet wor- den geïnstalleerd. Het printerstuurprogramma kan op twee manieren worden geïnstalleerd: met gebruikmaking van Snelle installatie, waarbij de instellingen direct worden geïnstalleerd, of door het juiste stuurprogramma te installeren via de poort die u wilt gebruiken.
De machine voorbereiden Klik op [Installeren]. De installatie van het printerstuurprogramma start. Klik op [Voltooien]. Er wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de computer op- nieuw op te starten. Start de computer opnieuw om de installatie te voltooien. Klik in het eerste dialoogvenster van de installer op [Afsluiten] en neem de CD-ROM uit de lade.
Pagina 33
Het printerstuurprogramma installeren SmartDeviceMonitor for Client installeren Sluit alle toepassingen af die momenteel worden uitgevoerd. Plaats de cd-rom in het cd-romstation. De installer start. Selecteert een interfacetaal, en klik vervolgens op [OK]. De standaardinterfacetaal is Engels. Klik op [DeskTopBinder - SmartDeviceMonitor for Client]. Selecteert een interfacetaal, en klik vervolgens op [Volgende >].
Pagina 34
De machine voorbereiden De poortinstellingen wijzigen voor SmartDeviceMonitor for Client Volg de onderstaande procedure om de SmartDeviceMonitor for Client-instel- lingen te wijzigen zoals TCP/IP time-out, herstel/parallel afdrukken en printer- groepen. Windows 95/98: Open het venster [Printers] vanaf het menu [Start]. In het venster [Printers] klikt u op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.
Pagina 35
Het printerstuurprogramma installeren ❒ Als geen instellingen op het tabblad [Herstel/Parallell afdrukken] beschikbaar zijn, volgt u de onderstaande procedure. Klik op [Annuleren] om het dialoogvenster [Poortconfiguratie:] te sluiten. Start SmartDeviceMonitor for Client en klik met de rechtermuisknop op het pictogram SmartDeviceMonitor for Client op de taakbalk. Wijs [Eigenschappen] aan en klik vervolgens op [Instellingen van uitgebrei- de functies].
Pagina 36
De machine voorbereiden Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven. De details die worden weergegeven in [Opmerking:], [Stuurprogramma:] en [Poort:] zijn afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort. Klik op [Poort:] en klik vervolgens op [Toevoegen]. Klik op [SmartDeviceMonitor], en klik vervolgens op [OK].
Pagina 37
Het printerstuurprogramma installeren ❒ In Windows 95/98/Me kunt u geen IP-adres invoeren dat voor een deel overeenstemt met een IP-adres dat al in gebruik is. Bijvoorbeeld, als “192.168.0.2” in gebruik is, kunt u “192.168.0.2xx” niet gebruiken. Op de- zelfde wijze, als “192.168.0.20” al is toegekend, kunt u “192.168.0.2” niet gebruiken.
Pagina 38
De machine voorbereiden Klik op [Poort:] en klik vervolgens op [Toevoegen]. Klik op [SmartDeviceMonitor], en klik vervolgens op [OK]. Klik op [IPP]. In het vak [Printer-&URL] voert u het adres van de printer als volgt in: “http://printeradres/printer”. Als de serververificatie actief is, moet u “https://printeradres/printer” (in- stallatie van Internet Explorer 5.01 of hogere versie is vereist) invoeren om SSL (een protocol voor gecodeerde communicatie) in te schakelen.
Pagina 39
Het printerstuurprogramma installeren Opmerking ❒ Om de installatie van de geselecteerde software te stoppen, klikt u op [An- nuleren] voordat de installatie is voltooid. ❒ Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mo- gelijk niet. Als Auto Run niet start, start u “Setup.exe” in de hoofdmap van de CD-ROM.
Pagina 40
Geef de printernaam of het IP-adres op in het vak [Printernaam of IP-adres]. In het tekstvak [Poortnaam] wordt automatisch een poortnaam geplaatst. Wij- zig, indien nodig, deze naam. Als de apparaatselectie verschijnt, selecteert u “RICOH NetworkPrinter Dri- ver C Model”. Klik op [Volgende >].
Pagina 41
Het printerstuurprogramma installeren Opmerking ❒ Om de installatie van de geselecteerde software te stoppen, klikt u op [An- nuleren] voordat de installatie is voltooid. ❒ Bij bepaalde instellingen van het besturingssysteem werkt Auto Run mo- gelijk niet. Als Auto Run niet start, start u “Setup.exe” in de hoofdmap van de CD-ROM.
Pagina 42
De machine voorbereiden Selecteer het apparaatmodel dat u wilt gebruiken. In het vak [Wijzig instellingen voor '%s' ’Printernaam’] kan de printernaam wor- den gewijzigd. Klik op [Volgende >]. Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven. De details die worden weergegeven in [Opmerking:], [Stuurprogramma:] en [Poort:] zijn afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort.
Als Windows-netwerkprinter gebruiken Als Windows-netwerkprinter gebruiken Hier wordt beschreven hoe u het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma kunt installeren met gebruikmaking van de printer als Windows-netwerkprinter. Om de printserver te gebruiken, installeert u het printerstuurprogramma door “Netwerk-printerserver” te selecteren en door vervolgens de gedeelde printer van Windows 2000/XP, Windows Server 2003 of Windows NT 4.0 te selecteren.
Pagina 44
De machine voorbereiden Klik op [Volgende >]. Markeer het selectievakje [Printernaam] om de printermodellen te selecteren die u wilt gebruiken. In het vak [Wijzig instellingen voor '%s' ’Printernaam’] kan de printernaam wor- den gewijzigd. Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven. De details die worden weergegeven in [Opmerking:], [Stuurprogramma:] en [Poort:] zijn afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort.
Als een NetWare-printserver/externe printer gebruiken Als een NetWare-printserver/externe printer gebruiken Hier wordt beschreven hoe een Windows-computer als NetWare-client wordt geïnstalleerd. Belangrijk ❒ Om het printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional, Windows Server 2003 en Windows NT 4.0 te installeren, moet u een ac- count met een machtiging als printerbeheerder hebben.
Pagina 46
De machine voorbereiden Schakel het selectievakje [Printernaam] in om het printermodel dat u wilt ge- bruiken, te selecteren. In het vak [Wijzig instellingen voor '%s' ’Printernaam’] kan de printernaam wor- den gewijzigd. Dubbelklik op de printernaam om de printerinstellingen weer te geven. De details die worden weergegeven in [Opmerking:], [Stuurprogramma:] en [Poort:] zijn afhankelijk van het besturingssysteem, het printermodel en de poort.
Als een NetWare-printserver/externe printer gebruiken Klik op [OK] om het eigenschappendialoogvenster van de printer te sluiten. Opmerking ❒ Om de installatie van de geselecteerde software te stoppen, klikt u op [An- nuleren] voordat de installatie is voltooid. ❒ De standaardinstelling voor het protocol is inactief. Schakel het in met ge- bruikmaking van SmartDeviceMonitor of Telnet Form Feed U kunt form feed niet met NetWare configureren.
De machine voorbereiden Het USB-printerstuurprogramma installeren In deze paragraaf leert u printerstuurprogramma’s via USB installeren. Verzeker u ervan, voordat u installeert, dat de computer alleen het besturings- systeem uitvoert en dat geen afdruktaken worden uitgevoerd. De printerstuurprogramma’s kunnen worden geïnstalleerd vanaf de cd-rom die bij dit apparaat is geleverd.
Pagina 49
Het USB-printerstuurprogramma installeren Klik op [Voltooien]. Als het printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, is plug and play ingescha- keld en is het pictogram van de printer die is aangesloten op de “USB001”- poort toegevoegd aan het venster [Printers]. Plaats het printerstuurprogramma in het station. Klik op [Zoek het beste stuurprogramma voor uw apparaat.
De machine voorbereiden Klik op [Voltooien]. De installatie is voltooid. Als de installatie is voltooid, wordt het pictogram van de printer die is aangesloten op de “USB001”-poort toegevoegd aan het venster [Printers]. Opmerking ❒ Het getal dat achter “USB” wordt vermeld, is afhankelijk van het aantal aangesloten printers.
Het USB-printerstuurprogramma installeren Specificeer de locatie van de bronbestanden voor het printerstuurprogram- Als aan het CD-ROM station de letter D is toegekend, zijn de bronbestanden opgeslagen in de volgende locatie: • RPCS D:\DRIVERS\RPCS\WIN2K_XP\(Taal)\DISK1 • PCL 5c (voor afdrukken in kleur) D:\DRIVERS\PCL5C\WIN2K_XP\(Taal)\DISK1 •...
Pagina 52
De machine voorbereiden Het apparaat aansluiten op de computer met behulp van de USB-kabel. Maak de USB-kabel goed vast. Klik in het venster Wizard Nieuwe hardware gevonden op [Zoeken naar een geschikt stuurprogramma voor dit apparaat [aanbevolen]] en klik vervolgens op [Volgende >].
Afdrukken via een parallelle verbinding Afdrukken via een parallelle verbinding Hier wordt beschreven hoe u het PCL- of RPCS-printerstuurprogramma kunt installeren met gebruikmaking van de parallelle poort. Om een apparaat te gebruiken dat via een parallelle interface is aangesloten, klikt u op [LPT1] wanneer u het printerstuurprogramma installeert. Belangrijk ❒...
Pagina 54
De machine voorbereiden Controleer of [LPT1:] wordt weergegeven in [Poort:]. Schakel het selectievakje [Standaardprinter] in om de printer als standaard- printer te configureren. Klik op [Voltooien]. De installatie van het printerstuurprogramma start. Nadat de installatie is voltooid, selecteert u de optie om de computer nu op- nieuw op te starten of de optie om dit later te doen.
Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print) Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print) De printerstuurprogramma’s kunnen worden geïnstalleerd vanaf de cd-rom die bij dit apparaat is geleverd. Belangrijk ❒ Sluit alle toepassingen af die momenteel worden uitgevoerd en voer tijdens de installatie geen afdruktaken uit.
Pagina 56
De machine voorbereiden Sluit het apparaat op de computer aan met de IEEE 1394-interfacekabel. Klik op [ Volgende >] in het dialoogvenster [Wizard Nieuwe hardware gevonden]. Als het bericht “Deze wizard zal de installatie voor dit apparaat voltooien: onbekend” wordt weergegeven, klikt u op [Geef een locatie op], en klik op [Volgende >].
Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print) Opmerking ❒ Als u de printer niet wilt installeren wanneer de Wizard Nieuwe hardware gevonden start in een besturingssysteem dat SCSI-print ondersteunt, scha- kelt u het apparaat volgens de onderstaande procedure uit. Als het dialoogvenster [Wizard Nieuwe hardware gevonden] verschijnt, klikt u op [Volgende >].
Pagina 58
De machine voorbereiden Plaats de cd-rom in het cd-romstation. Als Auto Run start, klikt u op [Annuleren], en vervolgens op [Afsluiten]. Om Auto Run uit te schakelen, drukt u op de linker {Shift}-toets wanneer u de CD-ROM in het station plaatst. U houdt de shift-toets ingedrukt totdat de computer de leesbewerking vanaf de CD-ROM heeft voltooid.
Pagina 59
Het printerstuurprogramma installeren met gebruikmaking van IEEE 1394 (SCSI print) ❒ Als na installatie het afdrukken problematisch verloopt, verwijdert u de poort en installeert het printerstuurprogramma opnieuw. Zie Problemen oplossen voor meer informatie. ❒ Als u de printer niet wilt installeren wanneer de Wizard Nieuwe hardware gevonden start in een besturingssysteem dat SCSI-print ondersteunt, scha- kelt u het apparaat volgens de onderstaande procedure uit: Als het dialoogvenster [Wizard Nieuwe hardware gevonden] wordt geo-...
De machine voorbereiden Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Hier wordt beschreven hoe u kunt afdrukken met gebruikmaking van Blue- tooth-apparatuur. Profielen die worden ondersteund Raadpleeg de volgende ondersteunde profielen voor Bluetooth-verbinding. ❖ SPP, HCRP • Een maximum van twee Bluetooth-adapters of computers met Bluetooth- apparatuur kunnen tegelijk worden aangesloten via de Bluetooth-inter- face: één door SPP, één door HCRP.
Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Om het printerstuurprogramma af te drukken, volgt u de procedure voor het in- stalleren van een parallelle interface. Belangrijk ❒ Om een printerstuurprogramma in Windows 2000/XP Professional of Windows Server 2003 te installeren, moet u een account met een machti- ging als printerbeheerder hebben.
De machine voorbereiden ❒ Als een dialoogvenster wordt weergegeven terwijl een afdruktaak wordt verstuurd, herstel de netwerkverbinding dan als volgt: Selecteer de te gebruiken printer in het vak [Printers en faxapparaten]. Klik op [Verbinden]. Verwijzing Lees voor meer informatie de handleidingen die bij de Bluethooth-adapter of computer met Bluetooth-apparatuur worden geleverd.
Afdrukken via een Bluetooth-verbinding Afdrukken in de veilige modus Hier wordt beschreven hoe u in de beveiligingsmodus kunt afdrukken. Stuur de afdruktaak naar de printer die wordt gebruikt. Afhankelijk van de computerconfiguratie, opent mogelijk het dialoogvenster [Verbinden]. Is dit het geval, gebruik het dan om de netwerkverbinding te ma- ken.
De machine voorbereiden Printeropties instellen Maak de instellingen voor de apparaatopties met gebruikmaking van het prin- terstuurprogramma als bidirectionele comunicatie is uitgeschakeld. Verwijzing Voor meer informatie over de instellingen voor printeropties, zie Pag.58 “Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld”. Condities voor bidirectionele communicatie Tijdens bidirectionele communicatie kan automatisch informatie over de het pa- pierformaat en -invoerrichting naar de printer worden gestuurd.
Pagina 65
Printeropties instellen ❖ Wanneer verbonden met het netwerk • Het apparaat dient bidirectionele communicatie te ondersteunen. • SmartDeviceMonitor for Client op de CD-ROM moet worden geïnstal- leerd, en eveneens is het gebruik van TCP/IP vereist. • In Windows 2000 moet u de optie [Bidirectionele ondersteuning voor deze prin- ter inschakelen] inschakelen, maar mag u de optie [Printerpooling inschakelen] niet inschakelen op het tabblad [Poorten] van het RPCS-printerstuurpro- gramma.
De machine voorbereiden Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld Instellingen voor opties maken wanneer bidirectionele communicatie is uitge- schakeld. Belangrijk ❒ In Windows 2000/XP en Windows Server 2003 dient u printerbeheerder te zijn om de printereigenschappen te wijzigen in de map[Printers]. Meldt u aan als lid van de beheerders- of hoofdgebruikersgroep.
Font Manager 2000 installeren Font Manager 2000 installeren Belangrijk ❒ Om in Windows 2000/XP, Windows Server 2003, of Windows NT 4.0 met ge- bruikmaking van Auto Run toepassingen te installeren, heeft u beheerder- smachtigingen nodig. Om een printerstuurprogramma met gebruikmaking van Auto Run te installeren, maakt u gebruik van een beheerdersaccount.
De machine voorbereiden Adobe PageMaker Version 6.0, 6.5 of 7.0 gebruiken In Windows 95/98/Me/2000/XP, Windows Server 2003 of Windows NT 4.0 met Adobe PageMaker geïnstalleerd, dient u PPD-bestanden naar de map Page- Maker te kopiëren. PPD-bestanden, in de map “DRIVERS\PS\WIN9X_ME\(Taal)\DISK1” van de CD-ROM hebben de extensie .ppd.
2. Het printerstuurprogramma instellen PCL - De printereigenschappen bewerken Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken Er zijn twee manieren om het eigenschappenvenster van de printer te openen. Standaardinstellingen voor de printer maken Om de standaardinstellingen van de printer te maken, opent u het eigenschap- penvenster van de printer vanuit het venster [Printers].
Het printerstuurprogramma instellen Selecteer in de lijst [Naam] de gewenste printer en klik op [Voorkeursinstellin- gen]. Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt. Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK]. Klik op [OK] om de afdruktaak te starten. Opmerking ❒ Hoe precies het eigenschappenvenster van de printer wordt geopend, is afhankelijk van de toepassing.
Pagina 71
PCL - De printereigenschappen bewerken Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK]. Opmerking ❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle toepassingen gebruikt. Verwijzing Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma. Standaardinstellingen voor de printer maken - Voorkeuren voor afdrukken Belangrijk ❒...
Het printerstuurprogramma instellen Maak de noodzakelijke instellingen, en klik op [Pas toe] om te starten met afdrukken. Opmerking ❒ Hoe precies het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] wordt geopend, is af- hankelijk van de toepassing. Lees voor meer informatie de handleidingen bij de betreffende toepassingen. ❒...
Pagina 73
PCL - De printereigenschappen bewerken Standaardinstellingen voor de printer maken - Voorkeuren voor afdrukken Belangrijk ❒ U kunt de standaardinstellingen van de printer niet voor afzonderlijke ge- bruikers wijzigen. De instellingen in het eigenschappenvenster van de printer zijn van toepassing op alle gebruikers. Klik in het menu [Start], op [Printers en faxapparaten].
Het printerstuurprogramma instellen Windows NT 4.0 - De printereigenschappen bewerken De standaardinstellingen van de printer maken - De printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich aan te melden als volwaardige beheerder. Leden van de Beheer- dersgroep, Serveroperatorgroep, Printeroperatorgroep en Hoofdgebruikers- groep hebben standaard toegang met volledig beheer.
Pagina 75
PCL - De printereigenschappen bewerken In het menu [Bestand...] klikt u op [Documentstandaarden]. Het dialoogvenster [Standaard] wordt weergegeven. Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK]. Opmerking ❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle toepassingen gebruikt. Verwijzing Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.
Het printerstuurprogramma instellen RPCS - De printereigenschappen bewerken Windows 95/98/Me - De printereigenschappen bewerken Er zijn twee typen dialoogvensters voor het eigenschappenvenster van de prin- ter. In deze handleiding wordt het type “Multi-tab” als voorbeeld gebruikt. Raad- pleeg de Help van het printerstuurprogramma voor informatie over het wijzi- gen van het venstertype.
Pagina 77
RPCS - De printereigenschappen bewerken Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken. Om printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing te maken, opent u het eigenschappenvenster van de printer van deze toepassing. Hieronder wordt uit- gelegd hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows 95/98/Me.
Het printerstuurprogramma instellen Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken Hier wordt beschreven hoe u het venster met de eigenschappen van het printer- stuurprogramma kunt openen. De standaardinstellingen van de printer maken - De printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich als een printerbeheerder aan te melden.
Pagina 79
RPCS - De printereigenschappen bewerken Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukvoorkeuren...]. Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] opent. Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK]. Opmerking ❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle toepassingen gebruikt.
Het printerstuurprogramma instellen Windows XP, Windows Server 2003 - De printereigenschappen bewerken De standaardinstellingen van de printer maken - De printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich als een printerbeheerder aan te melden. Leden van de groepen Beheerders en Hoofdgebruikers hebben standaard een machtiging Printers beheren.
Pagina 81
RPCS - De printereigenschappen bewerken In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukvoorkeuren...]. Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] opent. Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK]. Opmerking ❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle toepassingen gebruikt. Verwijzing Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma. Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken.
Het printerstuurprogramma instellen Windows NT 4.0 - De printereigenschappen bewerken De standaardinstellingen van de printer maken - De printereigenschappen Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich aan te melden als volwaardige beheerder. Leden van de Beheer- dersgroep, Serveroperatorgroep, Printeroperatorgroep en Hoofdgebruikers- groep hebben standaard toegang met volledig beheer.
Pagina 83
RPCS - De printereigenschappen bewerken Standaardinstellingen voor de printer maken - Standaard Belangrijk ❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties, dient u zich aan te melden als volwaardige beheerder. Leden van de Beheer- dersgroep, Serveroperatorgroep, Printeroperatorgroep en Hoofdgebruikers- groep hebben standaard toegang met volledig beheer.
Pagina 84
Het printerstuurprogramma instellen Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken. Om printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing te maken, opent u het eigenschappenvenster van de printer van deze toepassing. Hierna wordt uit- gelegd hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows NT 4.0.
3. Andere afdrukbewerkingen Een PDF-bestand direct afdrukken U kunt PDF-bestanden naar het apparaat sturen om af te drukken zonder een PDF-toepassing te openen. Belangrijk ❒ Deze functie is alleen mogelijk wanneer de optionele PostScript 3-eenheid is geïnstalleerd. ❒ Deze functie kan alleen worden gebruikt voor echte Adobe PDF-bestanden. ❒...
Pagina 86
Andere afdrukbewerkingen DeskTopBinder Lite Verbeteringen Volg de DeskTopBinder Lite verbeteringsprocedure om PDF-bestanden direct af te drukken. Klik in het menu [Start] op [Programma’s], [DeskTopBinder] en [Extended Featu- res Wizard]. Als [Extended Features Wizard] verschijnt, selecteert u [Start]. Klik vervolgens enkele malen op [Volgende] tot het scherm [<Afdrukfunctie3>] wordt geopend. Klik op het scherm [<Afdrukfunctie3>] op [Toevoegen] om [PDF direct afdrukken %s Eigenschappen] weer te geven.
Pagina 87
Een PDF-bestand direct afdrukken Met een wachtwoord beschermde PDF-bestanden afdrukken Volg de onderstaande procedure om met een wachtwoord beschermde PDF-be- standen af te drukken. Klik in het menu [Start] op [Programma’s], [DeskTopBinder] en [Extended Featu- res Wizard]. Als [Extended Features Wizard] verschijnt, selecteert u [Start]. Klik vervolgens enkele malen op [Volgende] tot het scherm [<Afdrukfunctie3>] wordt geopend.
Andere afdrukbewerkingen Eigenschappen PDF direct afdrukken AMU010S NL Naam instellen: Richting: Geeft de configuratienaam van de in- Geeft de richting van het origineel aan. voegtoepassing weer (maximaal 63 te- Aantal kopieën kens van 1 byte). Geeft het aantal af te drukken kopieën Pictogram wijzigen...
Niet-geautoriseerde kopieerbediening Niet-geautoriseerde kopieerbediening U kunt patronen en tekst insluiten onder de afgedrukte tekst om niet-geautoriseerd afdrukken van het document te verhinderen. Niet-geautoriseerde kopieerbedie- ning bestaat uit twee functies: [Gegevensbeveiliging voor kopiëren] en [Mask type:]. Belangrijk ❒ Deze functie is ontwikkeld om het kopiëren van vertrouwelijke documenten te ontmoedigen, maar kan niet-geautoriseerd gebruik van informatie niet voorkomen.
Pagina 90
Andere afdrukbewerkingen ❖ Een document afdrukken met behulp van [Gegevensbeveiliging voor kopiëren] AJL030S Het patroon en de tekst die u hebt Het document wordt onleesbaar ingesteld, worden afgedrukt. gemaakt door de grijze overdruk. Het document wordt gekopieerd of opgeslagen op kopieerapparaten of multifunctionele apparaten waar- op de optionele Gegevensbeveili- ging tegen kopiëren is geïnstalleerd.
Niet-geautoriseerde kopieerbediening Met gebruikmaking van [Mask type:] U kunt patronen en tekst in een document insluiten door dit in te stellen in het printerstuurprogramma zodat niet-geautoriseerd kopiëren wordt verhinderd. ❖ [Mask type:] instellen in het printerstuurprogramma • Selecteer een patroon in [Mask type:] en voer vervolgens uw tekst in het vak [Tekst:] in.
Andere afdrukbewerkingen ❒ Om het ingesloten patroon duidelijk te maken, moet u de tekengrootte instel- len op minimaal 50 punten (bij voorkeur op 70 tot 80 punten) en de tekenhoek op 30 tot 40 graden. ❒ Door de effecten van de instellingen, kunnen de resultaten van het kopiëren, scannen en opslaan van de documenten in de Document Server variëren, af- hankelijk van het machinemodel en de instellingsvoorwaarden.
De functie Afdruktaak gebruiken De functie Afdruktaak gebruiken Hier wordt beschreven hoe bestanden die in het apparaat zijn opgeslagen, kun- nen worden afgedrukt. De volgende typen van afdrukken kunnen met behulp van het printerstuurpro- gramma worden geselecteerd: Testafdruk, Beveiligde afdruk, Afdruk in wacht of Opgeslagen afdruk.
Pagina 94
Andere afdrukbewerkingen Takenlijst Bev. afdruk Geeft alleen beveiligde afdrukbestanden weer die zijn opgeslagen in het apparaat. Lijst vbl afdr.taken Geeft alleen Testafdrukbestanden weer die zijn opgeslagen in het appa- raat. Lijst uitgest. afdr.tk Geeft alleen de afdrukbestanden in wacht weer die zijn opgeslagen in het apparaat.
Pagina 95
De functie Afdruktaak gebruiken ❖ Lijst per gebruikers-ID Als u [Lijst per gebr.ID] selecteert in [Originele afdruktakenlijst], wordt het volgen- de scherm weergegeven: AMU004S NL Gebr.ID Geeft de gebruikers-ID’s weer van de personen die bestanden naar het ap- paraat verzenden. [Wissen] Heft een selectie op.
Andere afdrukbewerkingen Verwijzing Pag.89 “Testafdruk” Pag.93 “Beveiligde afdruk” Pag.97 “Afdruk in wacht” Pag.100 “Opgeslagen afdruk” De eerste afdruktaaklijst selecteren Volg de onderstaande procedure om het eerste scherm Afdruktaken in te stellen en weer te geven. De eerste afdruktaaklijst selecteren Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets. Druk op [Printereigensch.].
Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Deze paragraaf bevat instructies over Testafdruk, Beveiligde afdruk, Afdruk in wacht en Opgeslagen afdruk. Testafdruk Gebruik deze functie om alleen de eerste set van een afdruktaak uit diverse sets af te drukken. Nadat u het resultaat hebt gecontroleerd, kunt u de resterende sets afdrukken of annuleren via het bedieningspaneel van het apparaat.
Pagina 98
Andere afdrukbewerkingen Een testafdrukbestand afdrukken Gebruik de onderstaande procedure om een testafdrukbestand af te drukken met het PCL 6/5c- en het RPCS-printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het afdrukken van een testafdrukbestand met gebruikmaking van het PostScript 3-printerstuurprogramma, zie PostScript 3 Supplement dat als PDF- bestand op de CD-ROM staat.
Pagina 99
Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Druk op [Lijst vbl afdr.taken]. Een lijst testafdrukbestanden, opgeslagen op het apparaat, wordt weergegeven. Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, worden bepaalde afdruktaken mogelijk niet weergegeven. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en druk op [Afdrukken]. Voer het nieuwe aantal sets in met gebruikmaking van de cijfertoetsen.
Pagina 100
Andere afdrukbewerkingen Druk op [Ja]. De resterende sets worden afgedrukt. Druk op [Stoppen] om de afdruktaak te annuleren. Opmerking ❒ Wanneer meerdere bestanden werden geselecteerd zonder dat hiervoor een aantal werd ingesteld, wordt 1 set minder dan het minimumaantal van alle instellingen toegepast.
Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Beveiligde afdruk Gebruik deze functie om de privacy te waarborgen wanneer u via een netwerk vertrouwelijke documenten afdrukt op het apparaat. Nadat af te drukken gege- vens zijn opgeslagen op het apparaat, is het normaal gesproken mogelijk gege- vens af te drukken met gebruikmaking van de display.
Pagina 102
Andere afdrukbewerkingen Een beveiligd afdrukbestand afdrukken Gebruik de onderstaande procedure om een beveiligd bestand af te drukken met het PCL 6/5c- en het RPCS-printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het afdrukken van een beveiligd afdrukbestand met gebruikmaking van het PostScript 3-printerstuurprogramma, zie PostScript 3 Supplement dat als PDF-bestand op de CD-ROM staat.
Pagina 103
Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Druk op [Takenlijst Bev. afdruk]. Een lijst beveiligde afdrukbestanden, opgeslagen op het apparaat, wordt weergegeven. Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, worden bepaalde afdruktaken mogelijk niet weergegeven. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op [Afdruk- ken].
Pagina 104
Andere afdrukbewerkingen Druk op [Ja]. Het beveiligde bestand wordt afgedrukt. Druk op [Stoppen] om de afdruktaak te annuleren. Opmerking ❒ Als de afdruktaak is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd. ❒ Om het afdrukken te stoppen nadat het werd gestart, drukt u op [Afsluiten] tot het scherm Printer wordt geopend en vervolgens drukt u op [Taak reset].
Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Afdruk in wacht Gebruik deze functie om een bestand tijdelijk op het apparaat te houden en druk het later af vanaf de computer of via het bedieningspaneel. Belangrijk ❒ Een afdrukbestand in wacht kan niet worden opgeslagen als: •...
Pagina 106
Andere afdrukbewerkingen De afdruk in wacht configureren via de eigenschappen van het printer- stuurprogramma. Zie de relevante Help-bestanden voor meer informatie over het configureren van het printerstuurprogramma. Klik op [Details...] en geef vervolgens een gebruikers-ID op in het vak [Ge- bruiker-ID:].
Pagina 107
Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en druk op [Afdrukken]. Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Druk op [Ja]. Het afdrukbestand in wacht wordt afgedrukt. Druk op [Stoppen] om de afdruktaak te annuleren. Opmerking ❒ Als de afdruktaak is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd. ❒...
Andere afdrukbewerkingen Opgeslagen afdruk Taken worden nadat ze zijn afgedrukt niet verwijderd. Dezelfde taak hoeft dus niet aanwezig te zijn voor het afdrukken van meerdere exemplaren. Belangrijk ❒ Een opgeslagen afdrukbestand kan niet worden opgeslagen als: • Het totaalaantal bestanden voor Testafdruk, Beveiligde afdruk, Afdruk in wacht en Opgeslagen afdruk op het apparaat is groter dan 100 (het maxi- mumaantal varieert, afhankelijk van de hoeveelheid gegevens in de be- standen).
Pagina 109
Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Een opgeslagen afdrukbestand afdrukken Gebruik de onderstaande procedure om een opgeslagen afdrukbestand af te drukken met het PCL 6/5c- en het RPCS-printerstuurprogramma. Voor meer in- formatie over het afdrukken van een opgeslagen afdrukbestand met gebruikma- king van het PostScript 3-printerstuurprogramma, zie PostScript 3 Supplement dat als PDF-bestand op de CD-ROM staat.
Pagina 110
Andere afdrukbewerkingen Druk op [Lijst opgesl. afdr.tk.]. Een lijst opgeslagen afdrukbestanden, opgeslagen op het apparaat, wordt weergegeven. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en druk op [Afdrukken]. Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Als u een wachtwoord instelt in het printerstuurprogramma, verschijnt een scherm voor de wachtwoordbevestiging.
Pagina 111
Afdrukken vanaf het scherm Afdruktaken Opmerking ❒ Als u meerdere afdrukbestanden hebt geselecteerd, wordt het minimum aantal van de ingestelde hoeveelheid onder alle instellingen toegepast. ❒ Wanneer de waarde van de ingestelde hoeveelheid wordt gewijzigd, wordt de gewijzigde hoeveelheid toegepast op alle geselecteerde afdruk- bestanden.
Andere afdrukbewerkingen Afdrukken vanaf het scherm Taak per gebruikers-ID Hier wordt beschreven hoe in het apparaat opgeslagen bestanden vanaf het scherm Gebruikers-ID moeten worden afgedrukt. De geselecteerde afdruktaak afdrukken Druk op de toets {Printer}. Het printerscherm wordt weergegeven. Druk op het Printerscherm op [Afdruktaken]. Een lijst met gebruikers-ID’s, opgeslagen op het apparaat, wordt weergege- ven.
Pagina 113
Afdrukken vanaf het scherm Taak per gebruikers-ID Druk op [Lijst per gebr.ID]. De afdruktaaklijst van de geselecteerde gebruikers-ID verschijnt. Selecteer de gewenste afdruktaken. Druk opnieuw op de gemarkeerde afdruktaak om een selectie te annuleren. Druk op [Alles wissen] om alle selecties te wissen. Druk op [Afdrukken].
Andere afdrukbewerkingen Alle afdruktaken afdrukken Druk op de toets {Printer}. Het printerscherm wordt weergegeven. Druk op het Printerscherm op [Afdruktaken]. Een lijst met gebruikers-ID’s, opgeslagen op het apparaat, wordt weergege- ven. Klik op de Gebruikers-ID waarvan u het bestand wilt afdrukken. U kunt geen meerdere gebruikers-ID’s tegelijk selecteren.
Pagina 115
Afdrukken vanaf het scherm Taak per gebruikers-ID Selecteer het gewenste type voor de afdruktaak en druk vervolgens op [OK]. Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Het bevestigingsscherm verschijnt niet als de geselecteerde ID slechts één type afdruktaken heeft. Druk op [Ja]. De geselecteerde bestanden worden afgedrukt. Opmerking ❒...
Andere afdrukbewerkingen Form Feed Deze paragraaf bevat instructie voor het gebruik van het apparaat in geval er geen lade is geselecteerd voor het papierformaat of -type, of wanneer het papier van het apparaat op is. Belangrijk ❒ De lade kan niet worden gewijzigd als de volgende functies zijn ingesteld: •...
Form Feed Een afdruktaak annuleren Volg de onderstaande procedure om de afdruktaak te annuleren als het bericht waarin naar form feed wordt gevraagd verschijnt. Druk op de toets {Printer}. Het printerscherm wordt weergegeven. Druk op [Taak reset]. Verwijder de opgeslagen afdruktaken, en annuleer form feed. Druk op [Reset taak] om de huidige afdruktaak te annuleren of druk op [Re- set alle taken] om alle taken te annuleren.
Andere afdrukbewerkingen Een afdruktaak annuleren Deze paragraaf bevat instructies over het stoppen met afdrukken vanaf de com- puter of het display. Een afdruktaak annuleren met gebruikmaking van het bedieningspaneel Druk op de toets {Printer}. Het printerscherm wordt weergegeven. Druk op [Taak reset]. Druk op [Reset taak] of [Reset alle taken].
Een afdruktaak annuleren Windows - Een afdruktaak annuleren vanaf de computer U kunt een afdruktaak vanaf de computer annuleren als de overdracht van af- druktaken nog niet is voltooid. Dubbelklik op het printerpictogram op de taaklade van Windows. Een venster opent met alle afdruktaken die momenteel in de afdrukwachtrij staan.
Andere afdrukbewerkingen Het foutenlogbestand controleren Konden bestanden niet worden afgedrukt door afdrukfouten, probeer dan ach- ter de oorzaak van de fouten te komen door het foutenlog te controleren op het bedieningspaneel. Belangrijk ❒ De meest recente 30 fouten worden opgeslagen in het foutenlogboek. Als een nieuw foutenbestand wordt toegevoegd wanneer er al 30 fouten opgeslagen zijn, dan wordt het oudste foutenbestand verwijderd.
Spoolafdrukken Spoolafdrukken Met Spoolafdrukken kunt u afdruktaken die worden overgedragen vanaf een computer, tijdelijk opslaan om ze af te drukken wanneer ze zijn overgedragen. Spoolafdrukken bekort de afdruktijd en maximaliseert de printerefficiëntie. Belangrijk ❒ Tijdens het Spoolafdrukken wordt de harde schijf gebruikt en knippert het lampje Data-In.
Andere afdrukbewerkingen Gebruikersgedefinieerde pagina’s Met deze functie kunt u de paginanummers instellen voor de afzonderlijke in- voerladen. Belangrijk ❒ Deze functie is alleen beschikbaar voor het PCL 6/5c-printerstuurprogram- ❒ Als [Document Server] is geselecteerd onder [Job type:], kunt u Gebruikersge- definieerde pagina niet gebruiken.
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher U kunt afgedrukt papier sorteren, nieten of perforeren door de optionele finisher te installeren. Stel u zelf in kennis van de volgende voorzorgsmaatregelen en tref deze maatregelen wanneer u de optionele finisher gebruikt. Belangrijk ❒...
Andere afdrukbewerkingen Nieten Als de optionele Finisher SR3010, Finisher SR3000 of Finisher 1000 is geïnstal- leerd, kunt u sets afzonderlijk nieten terwijl u diverse sets afdrukt. Nietpositie De gespecificeerde nietpositie is afhankelijk van het papierformaat, -type, hoe- veelheid en invoerrichting. In de volgende tabel worden de nietposities weerge- geven: Papierrichting op Richting...
Pagina 125
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher Voorzorgsmaatregelen bij nietprocedures Belangrijk ❒ U kunt alleen nieten indien de optionele finisher is geïnstalleerd. ❖ Afdrukken gecombineerd met nieten wordt geannuleerd onder de volgende voor- waarden: • Als het aantal pagina’s het maximumaantal voor nieten overschrijdt. •...
Andere afdrukbewerkingen Perforeren Wanneer de optionele 2-lade finisher is geïnstalleerd, kunnen gaatjes worden geperforeerd in de afgedrukte uitvoer. Perforeerpositie De opgegeven perforeerpositie varieert afhankelijk van de papiertoevoer en de richting van de afdrukgegevens. In de volgende tabel worden de perforeerposi- ties weergegeven: Papierrichting op het Richting...
Pagina 127
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher Voorzorgsmaatregelen bij het perforeren Neem deze voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van de perforeerfunctie. Belangrijk ❒ Als u deze functie wilt kunnen gebruiken, moet de optionele lade Finisher SR3000 en perforeereenheid op de printer zijn geïnstalleerd. ❖...
Andere afdrukbewerkingen Sorteren Tijdens het afdrukken van diverse documenten zoals handouts voor vergaderin- gen, kunt u afzonderlijke sets ordelijk sorteren. Deze functie is bekend als “Sor- teren”. Bij Sorteren worden bestanden die van een computer worden overgedragen, opgeslagen in het printergeheugen of in het vaste schijfstation. Er zijn drie sorteertypen: Belangrijk ❒...
Pagina 129
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher Geroteerd sorteren De sets worden om en om geroteerd, over een hoek van 90 graden. AEU017S Belangrijk ❒ De functie Geroteerd Sorteren vereist twee papierladen met hetzelfde papier- formaat maar wel in verschillende richtingen. ❒...
Andere afdrukbewerkingen Voorbladen Met deze functie kunt u voor- en achterflappen invoegen die vanaf een andere lade naar die de hoofdlade worden gevoerd waarna ze worden bedrukt. Belangrijk ❒ Om deze functie te gebruiken, dient u Sorteren in te stellen. Geroteerd sorte- ren kan niet worden ingesteld.
Pagina 131
Voorbladen • Blanco • Wanneer éénzijdig wordt afgedrukt AEV018S • Wanneer dubbelzijdig wordt afgedrukt AEV033S ❖ Voor- en achterblad De eerste en laatste pagina van het document worden als voor- en achterblad afgedrukt. • Eenzijdig afdrukken Slechts één zijde van het voorblad bedrukken, zelfs wanneer dubbelzijdig afdrukken is geselecteerd.
Pagina 132
Andere afdrukbewerkingen • Voorblad aan één zijde bedrukken, het achterblad met de bedrukte zijde naar binnen en een even aantal pagina’s AEV038S • Voorblad aan één zijde bedrukken, het achterblad met de bedrukte zijde naar binnen en een oneven aantal pagina’s AGP009S U kunt niet afdrukken op de buitenzijde van het achterblad.
Pagina 133
Voorbladen Opmerking ❒ Als “Lade automatisch selecteren” is ingesteld als papierinvoerlade voor de rapportinhoud, wordt het papier aangeleverd vanaf een lade met papier in de K-richting. Als het voorblad is ingesteld op de L-richting, zijn de richtingen van het voorblad en documentinhoud niet hetzelfde. Verwijzing Zie de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over af- drukmethoden.
Andere afdrukbewerkingen Hoofdstukken instellen De opgegeven pagina wordt afgedrukt op dezelfde zijde als de eerste pagina, zoals in een boek. U kunt ook hoofdstuktussenbladen invoegen voor de opgege- ven pagina’s en selecteren of er al dan niet moet worden afgedrukt op de tussen- bladen.
Hoofdstukken instellen Hoofdstuktussenbladen invoegen Voeg een hoofdstuktussenblad vóór de opgegeven pagina. • Afdrukken Drukt af op hoofdstuktussenbladen. Wanneer dubbelzijdig afdrukken is ge- selecteerd, wordt afgedrukt op beide zijden van de tussenbladen. AJO023S • Blanco AJO024S Opmerking ❒ Met het printerstuurprogramma kunt u maximaal 20 pagina’s opgeven als de voorbladen van de hoofdstukken.
Andere afdrukbewerkingen Tussenblad ❖ Een tussenblad invoegen tussen alle pagina’s • Afdrukken AEV019S • Blanco AEU023S ❖ Een tussenblad invoegen tussen OHP-transparanten • Afdrukken AEV020S • Blanco AEU024S...
Pagina 137
Tussenblad Opmerking ❒ Sorteren kan niet worden ingesteld bij gebruik van tussenbladen. ❒ Wanneer het dubbelzijdig afdrukken of voorblad afdrukken aan staat, dan kunt u geen tussenbladen tussenvoegen. ❒ Het tussenblad dient hetzelfde formaat en richting te hebben als het basispa- pier.
4. Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Wat is PictBridge? U kunt op dit apparaat een met PictBridge compatibele digitale camera aanslui- ten via een USB-kabel. Dit geeft u de mogelijkheid om foto’s die u met de digitale camera hebt gemaakt direct via de digitale camera af te drukken. AMT014S Als u deze functie wilt kunnen gebruiken, moet het apparaat aan de volgende vereisten voldoen:...
Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Afdrukken met PictBridge Volg de onderstaande procedure om het afdrukken met PictBridge op dit appa- raat te starten. Belangrijk ❒ Maak de USB-kabel niet los terwijl gegevens worden verzonden. Anders zal het afdrukken namelijk mislukken. ❒...
Pagina 141
Afdrukken met PictBridge Selecteer op uw digitale camera de afbeeldingen die u wilt afdrukken en geef de afdrukinstellingen op. Het apparaat ontvangt de instellingen van de digitale camera en begint met afdrukken. Opmerking ❒ Omdat de afdrukomstandigheden op de digitale camera worden gespeci- ficeerd, hangt het van de desbetreffende digitale camera af welke parame- ters kunnen worden gespecificeerd.
Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) De mogelijkheden op dit apparaat Dit apparaat biedt met de PictBridge-functie de onderstaande mogelijkheden. De volgende instellingen zijn voor deze functies beschikbaar: • Eén afbeelding afdrukken • Geselecteerde afbeelding afdrukken • Alle afbeeldingen afdrukken •...
Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Datum en bestandsnaam afdrukken Gebruik deze functie om de datum en/of bestandsnaam onder de afbeelding af te drukken. AGZ005S In de bovenstaande figuur geeft “aaaaa” de bestandsnaam aan en “bbbbb” de datum. Papierformaat Gebruik deze functie om op papier af te drukken van het formaat dat op de di- gitale camera is gespecificeerd.
De mogelijkheden op dit apparaat Afdrukformaat afbeelding Gebruik deze functie om afbeeldingen af te drukken van het formaat dat op de digitale camera is gespecificeerd. AGZ008S -- geeft het afbeeldingsformaat aan dat op de camera is gespecificeerd. U kunt de volgende afdrukformaten voor de afbeelding opgeven: ❖...
Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Lay-out meerdere afbeeldingen Gebruik deze functie om meerdere afbeeldingen op het opgegeven papier af te drukken. AGZ002S Het aantal afbeeldingen dat op één pagina kan worden afgedrukt, is als volgt: Papierformaat Aantal afbeeldingen dat kan worden opgegeven 2L (5”...
De mogelijkheden op dit apparaat Het aantal afbeeldingen dat en de rangschikking van de afbeeldingen die kan worden opgegeven, is als volgt: Verticale afbeeldingen × horizontale Aantal afbeeldingen Papierrichting afbeeldingen 2 × 1 2 × 2 4 × 2 3 × 3 4 ×...
Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Specificatie papiertype Bij deze functie stuurt het apparaat informatie over het papiertype naar de digi- tale camera. De namen van de papiertypen die op het scherm van de digitale ca- mera worden weergegeven, verschillen van de namen die op het apparaat worden weergegeven.
PictBridge afsluiten PictBridge afsluiten Volg de onderstaande procedure om de PictBridge-modus af te sluiten. Belangrijk ❒ Maak de USB-kabel niet los terwijl gegevens naar het apparaat worden ver- zonden. Anders zal het afdrukken namelijk mislukken. Controleer of de status “Gereed” wordt weergegeven op het display van het apparaat.
Direct afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge) Overige informatie Voor meer informatie over afdrukken via dit apparaat, zie: Verwijzing Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie over papierformaat, papiertype of lade-instellingen.
5. Opslaan en afdrukken met gebruikmaking van de Document Server Toegang tot de Document Server Met de Document Server kunt u documenten opslaan op de harde schijf van het apparaat, zodat u deze kunt bewerken en afdrukken zoals en wanneer u dat wilt.
Pagina 152
Opslaan en afdrukken met gebruikmaking van de Document Server ❒ Als u de harde schijf gebruikt voor andere functies dan de Document Server, kunt u mogelijk geen nieuwe bestanden opslaan in de Document Server, zelfs als er minder dan 1.000 bestanden zijn opgeslagen. Verwijzing Raadpleeg de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer infor- matie over Document Server-functies.
6. De functie en instellingen van het apparaat Mainframe Netwerkhandleiding, PostScript 3 Supplement en UNIX Supplement voor alle modellen en bevatten daarom alle functies en instellingen. In dit hoofdstuk wor- den de functies en instellingen beschreven die van toepassing zijn op het door u gebruikte model.
De functie en instellingen van het apparaat Lijst met instellingsitems Web Image Monitor De volgende items van Web Image Monitor zijn beschikbaar op het apparaat: Selecteer één van de volgende modi voor het aanmelden bij Web Image Monitor: • Gebruikersmodus: aangemeld als gebruiker •...
Pagina 155
Lijst met instellingsitems ❖ Document Server • Document Server Gebruikersmodus Beheerdersmodus Lezen/wijzigen Lezen/wijzigen ❖ Ontv. faxbestand • Ontv. faxbestand Gebruikersmodus Beheerdersmodus Lezen Geen ❖ Printer: Afdruktaak • Lijst met afdruktaken Gebruikersmodus Beheerdersmodus Lezen/wijzigen Lezen/wijzigen ❖ Opdr. • Taaklijst Menu Gebruikersmodus Beheerdersmodus Huidige/Wachtende taken Lezen...
Pagina 156
De functie en instellingen van het apparaat ❖ Adresboek • Adreslijst Menu Gebruikersmodus Beheerdersmodus Adresboek Geen Lezen/wijzigen ❖ Configuratie • Apparaatinstell. Menu Gebruikersmodus Beheerdersmodus Systeem Lezen Lezen/wijzigen Papier Lezen Lezen/wijzigen Datum/Tijd Lezen Lezen/wijzigen Timer Lezen Lezen/wijzigen Logboeken Geen Lezen/wijzigen E-mail Lezen Lezen/wijzigen Autom.
Pagina 157
Lijst met instellingsitems • Faxen Menu Gebruikersmodus Beheerdersmodus Omgevingsinstellingen Geen Lezen/wijzigen Instellingen Verzenden/ Geen Lezen/wijzigen Ontvangst IP-faxinstellingen Geen Lezen/wijzigen IP-fax Gateway instellingen Geen Lezen/wijzigen Parameterinstell. Geen Lezen/wijzigen • Interface Menu Gebruikersmodus Beheerdersmodus Interface instellingen Lezen Lezen/wijzigen Instellingen Wireless LAN Lezen Lezen/wijzigen •...
De functie en instellingen van het apparaat • RC Gate Menu Gebruikersmodus Beheerdersmodus RC Gate installeren Geen Lezen/wijzigen RS Gate Firmware bijwer- Geen Lezen/wijzigen RC Gate Proxy-server Geen Lezen/wijzigen • Webpagina Menu Gebruikersmodus Beheerdersmodus Webpagina Lezen/wijzigen Lezen/wijzigen • Instellingen Uitgebreide eigenschap Menu Gebruikersmodus Beheerdersmodus...
Lijst met instellingsitems Instellingen die samen met PostScript 3 kunnen worden gebruikt De volgende PostScript 3-instellingen worden door dit apparaat ondersteund: Opmerking ❒ Afhankelijk van het type printerstuurprogramma, kunnen verschillende items worden weergegeven. Instellingen Selecteerbare items Aanpassen aan formaat: Gebruiker vragen, Dichtstbijzijnde formaat en schalen, Dichtstbijzijnde formaat en bijsnijden Dithering: Automatisch, Photographic, Tekst, Gebruikersinstelling...
Pagina 160
De functie en instellingen van het apparaat...
7. Bijlage Specificaties Deze paragraaf bevat de elektronische en hardwarespecificaties van het appa- raat, inclusief informatie over zijn opties. Onderdeel Specificaties 600 × 600 dpi Resolutie 300 × 300 dpi Afdruksnelheid Type 1: • Kleur: 25 ppm • Zwart&-wit: 25 ppm Type 2: •...
Bijlage Onderdeel Specificaties USB-interface • Ondersteund besturingssysteem: (Standaard) Windows Me / 2000 / XP, Windows Server 2003, MacOS 10.3.3 of een recentere versie • Transmissiespec. USB 2.0 Standaard • Aansluitbaar apparaat: Apparaten die geschikt zijn voor USB 2.0 Standaard Opmerking ❒...
Pagina 163
Specificaties ❖ Vereiste kabel: 1394 interfacekabel (6 pin × 4 pin, 6 pin × 6 pin) Opmerking ❒ U kunt geen apparaten met elkaar verbinden in een lus. ❒ Gebruik geen kabel die langer is dan 4,5 m. ❖ Overdrachtsnelheid van de gegevens: Maximum 400 Mbps ❖...
Pagina 164
Bijlage ❖ Overdrachtsafstand: 1 Mbps 400 m 2 Mbps 270 m 5,5 Mbps 200 m 11 Mbps 140 m Opmerking ❒ Deze waarden zijn de richtlijnen voor gebruik buitenshuis. In het alge- meen is binnenshuis de overdrachtsafstand 10-100 m, afhankelijk van de omgeving.