Afdrukrichting
Enveloppen
)
Gebruik bij het plaatsen van enveloppen het bedieningspaneel en het printerstuurprogramma om
"Envelop" als het papiertype te selecteren en geef de dikte van de enveloppen op.
Draai de afbeelding 180 graden met het printerstuurprogramma om af te drukken op enveloppen die
geplaatst zijn met de lange rand tegen de printer.
Aanbevolen enveloppen
Neem contact op met uw lokale dealer voor informatie over aanbevolen enveloppen.
Het formaat van enveloppen dat u kunt plaatsen hangt af van de lade waarin u ze plaatst.
Raadpleeg voor meer informatie Pag.23 "Papierspecificaties".
• Plaats alleen enveloppen van hetzelfde formaat en soort.
• De duplexfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met enveloppen.
• Strijk kreukels kleiner dan 2 mm naar boven en 0 mm naar beneden glad voordat u de enveloppen
plaatst.
• Om een betere afdrukkwaliteit te krijgen, raden wij u aan de rechter, linker, bovenste en onderste
afdrukmarge elk in te stellen op tenminste 15 mm (0,6 inch).
• De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen
verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren.
• De afdruksnelheid is bij afdrukken op enveloppen lager dan gewoonlijk.
• Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld.
• Controleer of de enveloppen niet vochtig zijn.
• Een hoge temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad reduceren de afdrukkwaliteit en zorgen
ervoor dat de enveloppen gaan kreukelen.
Papierlade 1
• Kleppen: open
• Onderkant van enveloppen:
naar de voorkant van de
printer
• Te bedrukken zijde: naar
boven
Enveloppen plaatsen
Handinvoer
• Kleppen: open
• Onderkant van enveloppen:
naar de achterkant van de
printer
• Te bedrukken zijde: naar
beneden
41