3. Problemen oplossen
Als de afgedrukte kleur verandert
De kleurgradatie kan bij het afdrukken langzaam veranderen, afhankelijk van een aantal factoren. Als u
hetzelfde bestand herhaaldelijk afdrukt of de toner is onlangs vervangen, kunnen er verschillen in
kleurtinten optreden. In zulke gevallen kunt u de optimale afdrukresultaten weer terug krijgen door de
kleurgradatie af te stellen.
Er zijn twee methoden beschikbaar voor kleurgradatiecorrectie: automatische correctie en handmatige
correctie door het afdrukken van een gradatiecorrectievel. Voer voor een automatische correctie [Aut
beeldbel & klrkal aanp] in [Kwaliteitsonderhoud] onder [Onderhoud] uit. Als het probleem niet is
verholpen, voert u een handmatige correctie uit.
• Onder normale omstandigheden is er geen aanpassing van de kleurgradatie nodig.
• Als een printer een tijd niet is gebruikt, kunnen er verschillen in kleurtinten optreden.
• Als één correctie geen bevredigende resultaten oplevert, kunt u de correctie zo vaak als nodig
herhalen.
• Correcties van de kleurgradatie worden toegepast op alle gebruikerstaken.
• Gebruik hetzelfde papiertype wanneer u een sessie gradatiecorrecties afdrukt. De correcties zijn
mogelijk niet zichtbaar als u verschillende papiertypen gebruikt.
• Het corrigeren van de kleurgradatie gebeurt in de onderstaande volgorde:
1. Druk gradatiecorrectiepagina 1 af.
2. Stel de felle kleuren bij.
Stel de correctiewaarde in.
Druk de gradatiecorrectiepagina af en controleer dan de resultaten van de correctie.
3. Druk gradatiecorrectiepagina 2 af.
Stel de middenkleuren bij.
Stel de correctiewaarde in.
Druk de gradatiecorrectiepagina af en controleer dan de resultaten van de correctie.
4. Sla de correctiewaarde op.
De correctiewaarden van de gradatie instellen
Corrigeer de gradatie in twee gebieden: de felle gedeelten (highlights) en de middengedeelten
(middentinten). [Testpatroon afdrukken 1] om de correctiewaarde voor de highlights bij te stellen en
[Testpatroon afdrukken 2] voor de middentinten.
Druk op de [Menu]-knop en selecteer de instellingen met de toetsen [ ] of [ ].
50