5. Klimaatregelingen
3. Maximum alarmgrens overschrijdt de absolute alarmgrens de maximum alarmgrens wordt gelijk
gemaakt aan de absolute alarmgrens.
Absolute alarmgrens
Berekende temperatuur
(35,0°C)
(31,0ºC)
Ingestelde temperatuur
(22,0ºC)
Minimum alarmgrens
Maximum alarmgrens
(-5,0ºC)
(+5,0ºC)
(17,0ºC)
(36,0ºC)
Groepen temperatuur
Aan-/uitschakelen van het alarm. De weergegeven alarmgrenzen zijn berekende alarmgrenzen. Ze zijn o.a.
afhankelijk van de ingestelde staltemperatuurgrenzen en de ingestelde temperatuur van de regeling.
Groepen ventilatie
Schakelt u de meetventilator uit, dan heeft deze geen invloed meer op de sturing en de alarmering van de
hoofdventilatiegroep. Alleen bij de op een DMS of PL-9200-POT-module aangesloten kleppen, kunt u het
ventilatiealarm aan en uit zetten.
Verwarming / koeling
U kunt de alarmgrenzen afzonderlijk per regeling instellen.
5.17 Alarm overige regelingen
Drukregeling
De instellingen van Drukregeling 2 zijn identiek aan de instellingen van Drukregeling 1.
PL-9400-G-NL02400
24