Buitentemperatuurcompensatie voor alarmering
35
34
33
32
31
30
29
28
27
0
24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
22 23
Als de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur, dan verschuift de maximum alarmgrens.
De gecorrigeerde alarmgrens kan nooit hoger worden dan de ingestelde absolute temperatuurgrens. Zo
wordt voorkomen dat het alarm onnodig aangesproken wordt bij hoge buitentemperaturen.
Stijgt de actuele temperatuur boven de absolute waarde dan wordt alsnog alarm gegeven. U dient dan
maatregelen te nemen om de temperatuur in de stal omlaag te brengen.
Voorbeeld
Ingestelde absolute temperatuuralarmgrens
Ingestelde temperatuur
Ingestelde maximum alarmgrens
Gemeten buitentemperatuur
Berekende maximum alarmgrens
1. Buitentemperatuur is lager dan de ingestelde staltemperatuur de berekende alarmgrens wordt gelijk
aan de staltemperatuur + ingestelde maximum alarmgrens.
Ingestelde temperatuur
Minimum alarmgrens
(-5,0ºC)
(17,0ºC)
2. Buitentemperatuur is hoger dan de ingestelde staltemperatuur de berekende staltemperatuur wordt
gelijk gemaakt aan de buitentemperatuur. De berekende alarmgrens schuift op.
Ingestelde temperatuur
Minimum alarmgrens
(-5,0ºC)
(17,0ºC)
PL-9400-G-NL02400
Absolute bovengrens
Buitentemperatuur
22,0+5,0 = 27,0°C
(22,0ºC)
Maximum alarmgrens
(+5,0ºC)
Berekende temperatuur
(22,0ºC)
Maximum alarmgrens
(+5,0ºC)
T
< T
T
BUITEN
STAL.
BUITEN
35,0°C
22,0°C
5,0°C
18,0°C
25,0+5,0=30,0°C
1
Absolute alarmgrens
(27,0ºC)
(25,0ºC)
Absolute alarmgrens
(30,0ºC)
5. Klimaatregelingen
> T
+ T
(T
STAL.
BUITEN
ALARM
35,0°C
22,0°C
5,0°C
25,0°C
2
(35,0°C)
(35,0°C)
) > T
ABS
35,0°C
22,0°C
5,0°C
31,0°C
35,0°C
3
23