Inhoudsopgave en Copyright/Disclaimer Inhoudsopgave Algemene inleiding ..........................1 1.1 Definitie symbolenlijst ........................1 1.2 Klantenservice ..........................1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ....................2 2.1 Deugdelijke, onafhankelijke alarminstallatie .................. 2 2.2 Tijdens gebruik ..........................2 2.3 Afdanken............................2 Scherm en toetsenbord ........................... 3 3.1 Display .............................
Pagina 3
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden via fotokopie of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van Stienen BE (www.stienen.com). Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor de inhoud van deze handleiding en wijzen uitdrukkelijk alle impliciete garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel van de hand.
1. Algemene inleiding Algemene inleiding De handleiding is bestemd voor de gebruiker van dit apparaat. Deze bevat alle benodigde informatie voor het bedienen en reinigen van dit product. Lees alle informaties en instructies goed door voordat u het product in gebruik neemt. Waarschuwingen, belangrijke opmerkingen, tips e.d.
2. Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Lees de algemene veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk aandachtig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. De installatie van het apparaat en het verhelpen van mogelijke storingen moeten uitgevoerd worden door een erkend installateur volgens de geldende richtlijnen. Wordt dit product op een andere wijze geïnstalleerd en gebruikt, dan is de garantie niet van toepassing.
3. Scherm en toetsenbord Scherm en toetsenbord 3.1 Display omhoog/omlaag scrollen schermnummer + titelbalk naar links/rechts scrollen grafische weergave afstandsbediening actief tijd + datum naar vorige/volgende ventiel of diergroep Bij iedere toetsdruk wordt gedurende enkele minuten het scherm verlicht. In een donkere stal zijn de instellingen en metingen dus ook goed zichtbaar Aanduiding, dat u met de resterende instellingen/metingen kunt bereiken.
3. Scherm en toetsenbord 3.3 Functietoetsen F1 ingedrukt houden en met de toetsen de vorige/volgende taal selecteren. Status van diergroep of ventiel opvragen. Grafiek opvragen. Wanneer het lampje in de functietoets oplicht, is de grafiek actief. Met F3 schakelt u de grafiekfunctie ook weer uit. Het lampje gaat dan ook uit. De waarden in een grafiek zijn gekoppeld aan het scherm op basis waarvan de grafiek werd samengesteld.
3. Scherm en toetsenbord 3.7 Alarmtoets Snelkeuzetoets voor alarmscherm. Het lampje in de alarmtoets licht op wanneer bij een van de regelingen een alarmsituatie optreedt. Hier kunt u het hoofdalarm aan en uit zetten. Staat het hoofdalarm uit, dan knippert de led in de alarmtoets gelijkmatig. Er worden geen alarmen meer uitgegeven.
4. Hoofdmenu Hoofdmenu 4.1 Toegangscode U kunt een toegangscode (vier cijfers) instellen om te voorkomen dat niet-geautoriseerde personen instellingen kunnen wijzigen. Uw installateur kan maximaal twee toegangscodes voor u instellen. Bij gebruik van een toegangscode raden wij aan om deze op te schrijven en op een veilige plek te bewaren.
4. Hoofdmenu 4.4 Voersysteem zonder diergroepen Gegevens ventielen weergeven 1. Druk op 2. Selecteer het gewenste ventielnummer en bevestig uw keuze met . De cursor verspringt automatisch naar de link ( ). 3. Druk 1× op . Wijzigt u het nummer niet, dan blijft de cursor staan. OF: 4.
5. Voersysteem 5.2 Diergroepen / ventielen Heeft u geen diergroepen, dan staat op de plaats van de diergroep de naam van het ventiel. Bij diergroepen worden meerdere ventielen toegewezen aan een groep dieren. De ventielen worden als het ware gegroepeerd. De voersamenstelling, managementgegevens voertijden e.d. gelden dan voor een diergroep.
Pagina 13
5. Voersysteem Uw installateur stelt in of u de menukeuze Curve-opties (installeurinstelling) gebruikt. Achter de uit de curve berekende voerdosering ziet u hoeveel van de daghoeveelheid (gram/dier) reeds gevoerd is. Vandaag per dier | Heeft uw installateur de curven niet ingeschakeld of is de curve voor deze diergroep uitgeschakeld, dan verschijnt de instelling Vandaag per dier.
Pagina 14
5. Voersysteem Status De actuele ventielstatus. Staat het ventiel uit of staat de vulklok uit, dan verandert de (actuele) status van aan in uit. Curve-instelling Vandaag per dier en Te voeren | Heeft u diergroepen dan staan hier kopieën van de instellingen uit scherm 11.
5. Voersysteem Alarm (doseringsalarm) U kunt de alarmstatus wissen door het alarm uit te zetten en daarna weer aan te zetten. Staat achter Huidige dosering de waarde 0%, dan is het voerproces voor vandaag nog niet gestart. Aanvoeralarm Bij aanvoeralarm worden de leegdraaitijd, afstand-tot-ventiel-tijd en afstand-tot-klaar-tijd bevroren. Pas nadat de alarmsituatie is opgelost, vervolgt de voercomputer het voerproces.
5. Voersysteem Handmatige voerbeurt afbreken Afbreken huidige voerbeurt Vulmethode automatisch op ‘uit’ gezet Zet vulmethode weer op ‘aan’ 1. Ga naar scherm 12 Vulmethode en wijzig de Beurt actie in afbreken. De beurt, en dus ook de handmatige voerbeurt, worden afgebroken. 2.
5. Voersysteem Met Automatische beurtverdeling Standaard De totale daghoeveelheid wordt gelijkmatig over het aantal ingestelde perioden verdeeld. Zelf % instellen Als uw installateur de Auto. beurtverdeling van het ventiel op Perc. (percentage) heeft ingesteld, dan kunt u zelf de verdeling over de periodes instellen. ...
Pagina 18
5. Voersysteem geen afbreken herstart wissen Vulmethode = UIT Vulmethode = AAN De volgende vulperiode start pas nadat alle ventielen aan de beurt zijn geweest. Is dat niet het geval, dan volgt een doseringsalarm. Vulmethode = uit De huidige toestand blijft gehandhaafd, het voerproces wordt ‘bevroren’. De Leegdraaitijd, Afstand-tot-ventiel-tijd, Afstand-tot-klaar-tijd worden gestopt.
Pagina 19
5. Voersysteem Voorraad aanmaken U kunt alleen een voorraad aanmaken als de installateur de Vulmethode op klok heeft ingesteld en u, de gebruiker, de Vulmethode op aan hebt gezet. Staat de instelling Voorraad aanmaken op ja, dan wordt het tijdstip van de laatste periode gebruikt voor het aanmaken van de voorraad.
5. Voersysteem 5.7 Vulmethode = PULS Externe startpuls max. Transportsysteem min. Ventiel 2 Ventiel 1 max. max. Voerlijn 1 Voerlijn 2 Voerklok 1 Voerklok 2 De voerbeurt start op basis van een externe puls. Dit kan een externe klok of installatie zijn. Omdat de voerbeurt extern gestart wordt, kunt u geen starttijdstippen bij de vulklok invullen.
5. Voersysteem onderbreekt direct zijn cyclus. In deze situatie moet u er zelf zorgen dat het voersysteem geen voer meer bevat. Afbreken en/of herstarten kan meerdere doseringsalarmen tot gevolg hebben. Status De actuele status van de vulklok. Actieve periode Weergave van het aantal geldige startpulsen. Vallen meerdere startpulsen binnen de voerperiode, dan wordt maximaal 1 startpuls onthouden.
Pagina 22
5. Voersysteem Vulmethode = UIT Vulmethode = AAN Vulmethode = uit De huidige toestand blijft gehandhaafd, het voerproces wordt ‘bevroren’. De Leegdraaitijd, Afstand-tot-ventiel-tijd, Afstand-tot-klaar-tijd worden gestopt. De PFB-35/70 voerweger maakt zijn cyclus af. Wanneer u daarna de Vulmethode weer op aan zet, dan hervat voercomputer het voerproces vanaf het punt waarop u het voerproces had ‘bevroren’.
5. Voersysteem 5.9 Weekprogramma 7 dagen Met het Weekprogramma kunt u instellen, dat niet elke dag gevoerd moet worden, bijvoorbeeld 6 dagen voeren en 1 dag niet voeren. Het weekprogramma van de overige diergroepen kunt u op identiek wijze opvragen en/of wijzigen. 5.10 Voersamenstelling Wanneer de samenstellingscurve van de diergroep actief is, kunt u per diergroep de samenstelling opvragen en instellen.
5. Voersysteem 5.11 Curven Om te voorkomen dat u tot wel 30 verschillende doseer-en voersamenstellingscurven moet instellen, kunt u een curve aan een ventiel toewijzen. U kunt maximaal 6 verschillende groepen curven (met elk een afzonderlijke doseer-, voersamenstellings- curve) programmeren. Voor een automatisch en geleidelijke aanpassing van de dosering, voersamenstelling e.d.
5. Voersysteem Voersamenstelling De voersamenstelling kunt u laten variëren op basis van de leeftijd van de dieren. Let op: U stelt een mengverhouding in, geen percentages van de totale dosering; Wijzigt u het aantal ingrediënten in scherm 32 (Componentnaam), dan wijzigt u daarmee ook de voersamenstelling (Mengverhouding).
5. Voersysteem 5.13 Diergegevens Met de toetsen selecteert u ook de volgende/vorige diergroep. Muteren Uitval Geef hier het aantal ‘uitgevallen’ dieren in. De uitval van Vandaag wordt automatisch met de ingegeven waarde verlaagd. Daarna wordt Uitval weer op 0 gezet. Een foutief ingegeven aantal kunt u corrigeren door middel van een nieuwe invoer.
5. Voersysteem Nieuwe opzet Nieuwe opzet op ja zet, gebeurt het volgende: de uitvaltabel wordt gewist; de opzetdatum wordt ingevuld; de voerdosering wordt gestart, mits een voerbeurt actief is. De opzetdatum wordt gebruikt voor het bepalen van de leeftijd van de dieren. Verder wordt deze instelling gebruikt voor het vullen van de aan de leeftijd van de dieren gerelateerde uitvaltabel.
Pagina 28
5. Voersysteem dat het voer uit de voerweger komt, dan kunt u overwegen het Alarmafvoer uit te zetten. Controleer in dat geval regelmatig het afvoertransport. Tarreeralarm Zet u het tarreeralarm uit, dan reageert de PFV-94xx niet meer op een tarreeralarm vanuit de voerweger.
5. Voersysteem Wisselklep Hier kunt u het alarm van de wisselklep aan of uit zetten. Zet u het alarm uit, dan wordt het niet meer doorgegeven aan het hoofdalarm en valt het alarmrelais bij storing van de wisselklep niet af. Alarmstatus toont de alarmoorzaak.
Pagina 30
5. Voersysteem Schermen voor ventielen U kunt de status per diergroep of per ventiel opvragen. Behalve de opzetdatum en het aantal aanwezige dieren kunt u, indien van toepassing, de bijbehorende curve-instellingen wijzigen. Het curvenummer kunt u alleen bij de diergroep (scherm 112) wijzigen. Worden de diergegevens via communicatie van een PL9xx0 ontvangen, dan verschijnt de tekst Communicatie in het scherm en wordt geen opzetdatum getoond.
6. Transportsysteemstatus Transportsysteemstatus Nummer actief ventiel Actief transportsysteem Inactief transportsysteem De ventielnaam kan afwijken van het nummer. Voorbeeld: U heeft de naam van Ventiel 1 gewijzigd in Leghennen. Het ventielherkenningsnummer blijft 1. Actief ventiel Het ventiel dat op dit moment actief is. Achter de naam staat ook het nummer van het actieve ventiel.
7. Silo’s Silo’s 7.1 Silo-inhoud Voor iedere silo wordt aangegeven welke ingrediënt (Bevat) en hoeveel ingrediënt (Inhoud: voorraad of tekort) deze bevat. Hier geeft u ook de gebulkte hoeveelheid per silo in. Deze hoeveelheid wordt daarna direct bij de inhoud opgeteld en gebulkt wordt automatisch weer op 0 gezet.
7. Silo’s 7.4 Alternatieve ingrediënten Heeft u voor een ingrediënt een alternatieve ingrediënt ingesteld en is er 30 seconden lang aanvoeralarm van de betreffende ingrediënt, dan schakelt de computer automatisch op de alternatieve ingrediënt over. Het scherm Status voersamenstelling toont alleen die ingrediënten die deel uit maken van de actuele voersamenstelling.
7. Silo’s 7.6 Silostatus Behalve de actuele silostatus wordt ook de hoeveelheid voer getoond, die vandaag uit de silo gevoerd is. U kunt de weergegeven status wijzigen in: vrij, leeg of geblokkeerd. Het kan enkele tientallen seconden duren, voordat de status wordt doorgegeven aan de PFB-35/70.
8. Voerwegerstatus Voerwegerstatus In dit scherm wordt de voerwegerstatus van de PFB-35/40 weergegeven. In dit scherm kunt u ook het alarm van de voerweger aan en uit zetten. Het communicatie-alarm kunt u niet uit zetten. Zie onderstaande tabel Zie ook alarmcodes pagina 35 Weegbunkerinhoud in gram Actief ventiel Actuele silonummer (0 = Foutieve zoekvolgorde)
10. Systeem Schakelklokken 9.1 Maximaal 24 perioden U kunt maximaal 24 perioden per schakelklok instellen. Alle tijdstippen moeten opeenvolgend zijn en het verschil tussen twee opeenvolgende tijdstippen moet minimaal 1 minuut zijn. De tijdstippen van schakelklokken 2 t/m 12 kunt u op dezelfde wijze instellen en uitlezen.
9. Schakelklokken Alarm 10.1 Alarm testen Test = ja Het alarmrelais (sirene) wordt gedurende 60 seconden getest. Test = nee De alarmtesttijd wordt gewist. uit = alarm tijdelijk uitschakelen Optie voor tijdelijk uitschakelen van het alarm (sirene). Zie pagina 5. Vergeet na oplossen van de storing niet om het alarm weer aan te zetten.
9. Schakelklokken 10.4 Externe alarmen U installateur kan voor u de namen van externe alarmen wijzigen in een voor u gewenste naam (max. 15 karakters). 10.5 Communicatie Een communicatie-alarm treedt op wanneer: De PFV-94xx voerweegcomputer is hoofdstation. Het hoofdstation geen data heeft ontvangen van een apparaat (PL- 9xxx, WEB-485 etc.) in dezelfde RS485 datacommunicatielus.
Pagina 39
9. Schakelklokken Alarm code Omschrijving Ongeldige stand klep Bij het weergegeven afvoersysteem is geen stand van de wisselklep ingevuld; Stand wisselklep staat op 0. Ongeldige uitgang Uitgangsnummer komt niet voor op de module. Ongeldige uitgang silo Uitgangsnummer komt niet voor op de module. Silo nr.
9. Schakelklokken Alarmcodes voersysteem Alarm code Omschrijving Aanvoersnelheid De aanvoersnelheid bleef gedurende de laatste 60 seconden onder de ingestelde minimum aanvoersnelheid. De silostatus wordt op geblokkeerd gezet. Afvoer alarm De inhoud van de voerweger/mengsilo is gedurende de laatste 60 seconden niet afgenomen/toegenomen, terwijl het afvoersysteem wel aangestuurd wordt.
Pagina 41
9. Schakelklokken Alarm code Omschrijving Ongeldige silo Er zit geen ingrediënt in de geselecteerde silo, zie pagina 29. Deze foutmelding kan ook optreden wanneer een ingrediënt niet aan een silo is toegewezen, terwijl bij de samenstelling achter de ingrediënt wel een waarde is ingevuld. Ongeldige zoekvolgorde ...
11. Alarm Systeem 11.1 Algemene systeeminstellingen De eerste vier regels tonen achtereenvolgens het apparaat, typenummer en versie en datum van de software in het apparaat. Taal Stel hier de taal in waarin u wenst dat alle instellingen op het display verschijnen. Voor Nederlands selecteert u NLD.
11. Alarm 11.3 Afstandsbediening ANote-Remote-N-ENxxxxx 11.4 Weergave Helderheid Helderheidinstelling van de achtergrondverlichting van een ingeschakeld scherm. Helderheidinstelling van de achtergrondverlichting van een uitgeschakeld scherm. Aantijd Aantal seconden dat de schermverlichting oplicht na de laatste toetsdruk. Cursor links = in wijzigmodus cursor op meest linkse positie plaatsen. = in wijzigmodus cursor op meest rechtse positie plaatsen.