Functies van instrumenten en bedieningselementen
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar
aan staat.
3. Schakel de machinevoeding in.
4. Knijp de voor- of achterrem in en
houd deze vast.
5. Druk op de schakelaar "ON/
Start de motor?
NEE
Met de motor nog uit:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de voor- of achterrem in en
houd deze vast.
8. Druk op de schakelaar "ON/
Start de motor?
JA
Met de motor nog aan:
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
JA
Het systeem is in orde. De scooter mag
worden gebruikt.
• Bij deze inspectie moet de machine
• Als zich een storing voordoet,
".
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
JA
De scooter mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een
Yamaha dealer.
".
De remschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
NEE
De scooter mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een
Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
NEE
De scooter mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een
Yamaha dealer.
5-30
WAARSCHUWING
op de middenbok worden gezet.
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14