Functies van instrumenten en bedieningselementen
Snelheidsmeter
1
1. Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
de machine aan.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de snelheidsmeter
uit tot het maximum en keert daarna weer
terug naar nul om het elektrische circuit te
testen.
DAU77130
Toerenteller
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
De toerenteller geeft het motortoerental
weer in aantal toeren per minuut (tpm) van
de krukas.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de toerenteller uit
tot het maximum en keert daarna weer te-
rug naar nul om het elektrische circuit te tes-
ten.
LET OP
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Hogetoerenzone: 8250 tpm en hoger
5-4
DAU77141
1
1
2
2
3
4
5
6
7
DCA23050
8
9
10
11
12
13
14