Opstarten
Algemene opmerkingen
Controleer het waterdebiet van de
verdamper
Controleer of het verschil tussen de
temperatuur van het ingangs- en
uitgangswater van de wisselaar
overeenkomt met het potentieel
volgens deze formule: Eenheid
koelvermogen (kw) x 860 = Dt (° C) x
debiet (L/h)
Het koelvermogen wordt
aangegeven in de tabel met
algemene technische gegevens die
in deze handleiding is opgenomen,
met verwijzing naar specifieke
omstandigheden, of in de grafieken
van de koelprestaties in de
handleiding van de planner hebben
betrekking
op verschillende
gebruiksomstandigheden. Controleer
de drukval op de waterzijdige
wisselaar:
•
Bepaal het waterdebiet
•
meet het drukverschil tussen het
ingangs- en uitgangswater van de
wisselaar en vergelijk dit met de
drukverlagingsgrafiek van de
waterzijdige wisselaar
Het meten van de druk is
gemakkelijker indien manometers
worden geïnstalleerd zoals
aangegeven in het schema met
voorgestelde wateraansluitingen.
Units in meervoudige configuratie
Het volledige systeembeheer wordt
uitgevoerd door de master-unit,
geïdentificeerd door adres 0.
Thermoregulatie vindt plaats op de
aanvoertemperatuur van het gehele
systeem (Tw).
Bij het inschakelen, wanneer een
belasting wordt gevraagd, worden de
eenheden in volgorde ingeschakeld
op basis van hun adres, in numerieke
volgorde.
Wanneer de belasting afneemt,
worden de eenheden in dezelfde
volgorde uitgeschakeld.
Voorbeeld in verwarming
elke eenheid gaat aan als:
Tw ≥ (instelpunt + Tw_diff + 1°C)
schakelt elke eenheid uit indien:
Tw ≤ (instelpunt - 1°C)
Bij inschakelen, als Tw ≥ instelpunt +
10°C
de regeling activeert 50% van de
•
extra bronnen in volgorde op basis
van het ingestelde adres.
•
na een tijdsinterval (standaard: 240
seconden)
•
als de belasting toeneemt, worden
extra bronnen geactiveerd
•
als de belasting afneemt, worden de
eenheden
uitgeschakeld
dezelfde volgorde (eerste start,
eerste stop).
•
Als Tw < instelpunt + 10°C
•
activeert de bediening alleen de
hoofdeenheid.
•
na een tijdsinterval (standaard: 240
seconden)
•
als de belasting toeneemt, worden
extra re- bronnen geactiveerd op basis
van het ingestelde adres
•
als de belasting afneemt, schakelt de
master unit uit.
Voorbeeld in koeling
Elke eenheid gaat aan als:
Tw ≤ (setpoint - Tw_diff - 1°C) Elke
eenheid schakelt uit indien:
Tw >= (instelpunt + 1°C)
Bij inschakeling, indien Tw ≤ instelpunt -
10°C
•
de regeling activeert 50% van de
extra bronnen in volgorde op basis
van het ingestelde adres.
•
na een tijdsinterval (standaard: 240
seconden)
•
als de belasting toeneemt, worden
extra bronnen geactiveerd
•
als de belasting afneemt, worden de
eenheden
volgorde
dezelfde
eerste stop).
Als Tw > instelpunt - 10°C
•
activeert de bediening alleen de
hoofdeenheid.
•
na een tijdsinterval (standaard:
240 seconden)
•
als de belasting toeneemt, worden
extra bronnen geactiveerd op
basis van het ingestelde adres
als de belasting afneemt, schakelt
•
de master unit uit
Werking bij verminderde belasting De
eenheden zijn uitgerust met
modulatietrappen en kunnen dus met
verminderde belasting werken. Een
constante en lange werking met
verminderde belasting en veelvuldig
stoppen en starten van de
compressor(en) kan echter
onherstelbare schade veroorzaken door
het ontbreken van olieterugvoer.
•
De
hierboven
bedrijfsomstandigheden moeten buiten
de bedrijfsgrenzen worden beschouwd.
•
Als de compressor defect raakt doordat
hij
in
omstandigheden
garantie en aanvaardt CLIVET spa
geen enkele aansprakelijkheid.
volgens
uitgeschakeld
volgens
(eerste
start,
beschreven
de
bovenvermelde
werkt,
vervalt
de
43
Controleer regelmatig de gemiddelde
bedrijfstijd en de frequentie van het
opstarten van de compressor: ter
indicatie: de minimale thermische
belasting moet zodanig zijn dat een
compressor ten minste tien minuten
moet werken.
Als de gemiddelde tijden dicht bij
deze grens liggen, moeten de nodige
corrigerende maatregelen worden
genomen.
Inbedrijfstellings rapport
Het opsporen van de objectieve
bedrijfsomstandigheden is nuttig
om de eenheid in de tijd te
controleren.
Stel, met de eenheid in stationaire
toestand, d.w.z. in stabiele en
bijna-werkomstandigheden,
volgende gegevens vast:
• totale spanningen en absorpties
met eenheid bij volle belasting
• de absorptie van de
verschillende elektrische
belastingen (compressoren,
ventilatoren, pompen, enz.)
• temperaturen en debieten van de
verschillende vloeistoffen (water,
lucht), zowel bij de ingang als bij
de uitgang van de eenheid
• temperaturen en drukken in de
kenmerkende punten van het
koelcircuit(compressor, vloeistof,
aanzuigafvoer/afvoer)
• De opmerkingen moeten worden
bewaard en beschikbaar worden
gesteld tijdens
onderhoudsinterventies.
Richtlijn 2014/68EU PED
Richtlijn 2014/68EU PED bevat
ook de voorschriften voor
installateurs, gebruikers en
onderhoudsbedrijven van
eenheden. Raadpleeg de
plaatselijke voorschriften; beknopt
en als voorbeeld, zie het
volgende: Verplichte verificatie
van de eerste installatie:
•
Verplichte test van de initiële
installatie.
•
Uitsluitend voor eenheden die
op de bouwplaats van de
installateur zijn geassembleerd
(b.v. leidingencircuit + directe
expansie-eenheid)
Verklaring van de Commissie:
• voor alle eenheden
• Periodieke controles:
• Moet worden uitgevoerd met de
door de fabrikant voorgeschreven
frequentie (zie hoofdstuk
"Onderhoudsinspecties").
de