Inhoudsopgave
Advertenties
Elektrische aansluitingen
Apparaat adressering
Afstandsbediening
Met S5_3 ON, wordt het toestel op
afstand bediend.
Bedrade controller uitgeschakeld.
AAN/UIT-stand: geregeld door de
Aan/Uit ingang
ingang ON = toestel AAN
Warmte/koelte stand:
geregeld door de Warmte/koelte
ingang
Aan verwarmen, Uit = koelen
Met de units in modulaire configuratie
moet de afstanfbedienining worden
toegepast op de master unit, die het
doorzendt naar de slave units. Nadat u
S5_3 hebt ingesteld, koppelt
u de stroomvoorziening los en sluit u
deze weer aan om de wijziging te
bevestigen.
Unit in modulaire configuratie
Stel de juiste datum en tijd in op elke
unit voordat u ze op het netwerk
aansluit
Schakel meervoudige
configuratie in: SW12-2 :
• AAN eenheden in meervoudige
configuratie
• UIT enkele eenheid
De modulaire configuratie bestaat uit
twee netwerken: het controller-
netwerk en het unit-netwerk
(hoofdborden). Elk netwerk kan
maximaal 16 addressen hebben (van
0 tot 15) en moet afzonderlijk worden
geadresseerd.
Elk netwerk heeft zijn eigen master,
die adres = 0 moet hebben.
Als sommige volgtoestellen geen
warmwater optie hebben:
• een toestel zonder warmwater-
optie als master instellen.
• stel de hoofdadressen in voor de
volgtoestellen die met de SWW-
optie zijn uitgerust.
29
Adresseren van eenheden in
meervoudige con- figuratie
Ze worden geadresseerd via de en-
coder ENC4 op de achterkant van
het toetsenbord.
Het adres komt overeen met het
en- coder nr.
Het adres wordt getoond op het
display DSP1.
MASTER : adres = 0 encoder = 0
SLAVE 1 : adres = 1 encoder = 1
SLAVE 15 : adres = 15 encoder = F
Modulaire configuratie -
Besturingselementen
Er kunnen maximaal 16
bedieningsorganen worden
aangesproken, met adressen van 0 tot
15; dus bijvoorbeeld:
16
eenheden
met
controller aan boord, waarvan
één de master is 15 eenheden
met relatieve controller aan boord
+ een afstandsbediening als de
master
Druk 3 seconden op MENU + ►
Druk op ▲▼ om het adres te
selecteren
relatieve
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
