Externe interfacemodule
Instellingen
C/H
Hij is actief als de aan/uit-schakelaar
openstaat.
SA 5 Contact open
(ingangsstatusled uit): de eenheid
werkt in COOLING mode.
SA
5
Contact
(ingangsstatusled aan): het toestel
zal
werken
in
de
VERWARMEN.
contact: open
contact: gesloten
SWW
Hij is actief als de aan/uit-schakelaar
open staat.
Deze functie is afhankelijk van
dipschakelaar S1_2 (enkele pomp of
meervoudige pomp) en dipschakelaar
S1_1 (alleen koeling, de unit is een
koelmachine):
gesloten
•
Dipschakelaar alleen koelen aan:
modus
het warmwatercontact heeft geen
effect.
•
Dipschakelaar enkele pomp aan:
deze schakelaar moet worden
ingesteld volgens de logica van het
hoofdbord (dipschakelaar S12_2)
als deze verschillend zijn ingesteld,
wordt de warmwaterfunctie niet
geactiveerd.
De warmwaterfunctie wordt
geactiveerd wanneer het
warmwatercontact SA 6 gesloten is
(ingang status led aan) en heeft de
hoogste prioriteit.
De warmwaterfunctie stopt zodra het
contact geopend wordt (LED
ingangstoestand uit).
Opmerking: Als de T5 sonde een
temperatuur aangeeft die hoger of
gelijk is aan het instelpunt (T5s), zal
het warmwater niet in werking treden.
contact: gesloten
39
D-S-P (dubbele set point vrijgave)
Hij is actief als de aan/uit-schakelaar
openstaat.
De eenheid biedt een dubbel
instelpunt- beheer op
klantenklemmenblok 20 en 25 (GND
is ook aanwezig op klem 22, 23, 24,
25)
De interface kan de dubbele
instelpuntfunctie in- of uitschakelen,
maar het is verplicht om een
permanente brug te maken op het
contact 20-25 op custo-
meraansluitblok XT2.
Zodra de brug is ingesteld, zal door
het schakelen van het SA 7-contact
ook het setpoint worden geschakeld.
De ingangsstatusled brandt wanneer
de dubbele instelpuntfunctie actief is
en op het display van de HMI wordt
het geselecteerde instelpunt
weergegeven.
contact: open
contact: gesloten