Elektrische aansluitingen
In- en uitgangen van apparaten
Alarmsignaal - ALARM
De deur is gesloten met gealarmeerd
toestel. De deur is open in de functie
normaal.
Werkend compressorsignaal
- HL1
Sluit het signaallampje aan zoals
aangegeven in het schema.
Externe pompregeling -
PUMP-N
In het geval van een unit die zonder
circulatiepomp wordt geleverd, moet de
externe pomp worden geregeld zoals
aangegeven in het schema. Gebruik
een cmagneetschakelaar.
Regeling hulpverwarming - KM2
Regel de hulpverwarming zoals
aangegeven in het schema.
Gebruik een magneetschakelaar.
Regeling antivriesverwarming -KM1
Regeling van de verwarming volgens
het schema
Gebruik een magneetschakelaar.
Max. stroom (RMS):
Moederbord
5A 220-240V ~ 50Hz
CN85
L
N
26
XT1