Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld, wordt de
frequentie ingesteld op 87,5 MHz.
Als u al een station hebt ingesteld of opgeslagen, speelt de radio de als
laatste ingestelde zender af.
Bij RDS-zenders verschijnt de naam van de zender.
Om de ontvangst te verbeteren, kunt u de antenne eventueel opnieuw
richten.
12.2 FM-ontvangst met RDS-informatie
RDS is een methode voor het verzenden van aanvullende informatie via FM-zenders.
Omroepen met RDS verzenden bijv. hun stationsnaam of programmatype. Dit wordt
op het display weergegeven.
>
Het apparaat kan de RDS-informatie:
RT (radiotekst),
PS (stationsnaam),
PTY (programmatype)
weergeven.
12.3 Handmatige zenderkeuze
>
Druk op of op in de FM-modus om op het gewenste station af te
stemmen. Het display toont de frequentie in stappen van 0,05 MHz.
12.4 Automatische zenderkeuze
>
Druk op de toets SCAN (20) om het automatisch zoeken naar stations te
starten. Op het display loopt de zendfrequentie op.
of
>
Houd of ongeveer 2 seconden ingedrukt om automatisch naar het
volgende station met voldoende signaal te zoeken.
Als een FM-station met een voldoende sterk signaal wordt gevonden, stopt
het zoeken en wordt het station afgespeeld. Als een RDS-zender wordt
ontvangen, verschijnt de zendernaam en eventueel radiotekst.
Gebruik voor het instellen van zwakkere stations de handmatige zenderkeuze.
U kunt in het Menu > Scan-instellingen instellen of de zoekopdracht alleen
sterke zenders (alleen krachtige zenders) vindt. Druk hiervoor u op de knop
MENU > Scaninstellingen > [Ja]. Bevestig uw keuze met OK. Bij de instelling
[NEE] stopt de automatische zenderscan bij elk beschikbaar station. Deze
kunnen echter ook verstoord zijn.
12.5 Mono/stereo instellen
>
Druk op MENU en kies met of met > [Audio-instellingen].
132