Download Print deze pagina

HP color LaserJet 5550 Gebruikershandleiding pagina 97

Advertenties

Prioriteiten van afdrukinstellingen
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, krijgen voorrang (of hebben prioriteit)
afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht:
Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma
Opmerking
dat u gebruikt.
Als u afdruktaken van andere gebruikers onveranderd wilt laten, is het verstandig om
VOORZICHTIG
veranderingen in de instelling aan te brengen via het programma of het
printerstuurprogramma. Wijzigingen van de printerinstellingen via het bedieningspaneel van
de printer worden de standaardinstellingen voor alle volgende afdruktaken. Wijzigingen die
via een toepassing of het printerstuurprogramma worden aangebracht, hebben alleen
gevolgen voor de betreffende afdruktaak.
NLWW
Het dialoogvenster Pagina-instelling. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt
op Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het
programma waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde
instellingen ergens anders tenietgedaan.
Het dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van
het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden
gewijzigd, hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-
instelling niet teniet.
Het dialoogvenster Printereigenschappen (printerstuurprogramma). Het
printerstuurprogramma wordt geopend wanneer u klikt op Eigenschappen in het
dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die veranderd worden in het dialoogvenster
Printereigenschappen kunnen geen instellingen tenietdoen die elders gekozen zijn.
Menu-instellingen van de printer. Laagste prioriteit en wordt vaak gebruikt als
stuurprogramma's deze optie niet hebben.
Standaard printerinstellingen. De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma
zijn de instellingen die voor alle afdruktaken gebruikt worden, tenzij de instellingen
veranderd worden in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of
Printereigenschappen, zoals hierboven omschreven. Er zijn, afhankelijk van het
besturingssysteem, verschillende manieren om de standaardprinterinstellingen te
wijzigen: 1) klik op Start, Instellingen, Printers en klik vervolgens met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en klik op Eigenschappen; 2) klik op Start,
Configuratiescherm en selecteer de map Printers, klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en klik op Eigenschappen.
Afdruktaken beheren
83

Advertenties

loading