4. Plaats het afdrukmateriaal met de bedrukte zijde naar boven en controleer of de
5. Controleer of de ladeschakelaar is ingesteld op STANDAARD.
6. Sluit de lade.
7. Het formaat en de soort van de ladeconfiguratie worden weergegeven. (Als de
8. Als het formaat en de soort juist zijn, drukt u op
9. Als u het formaat of de soort wilt wijzigen, drukt u op
10. Druk op
11. Druk op
Afhankelijk van de formaatinstelling, wordt u mogelijk gevraagd de schakelaar AANGEPAST/
Opmerking
STANDAARD in de lade in een andere positie te zetten of de lengte-/breedtegeleiders te
verschuiven. Volg de instructies, sluit de lade en voer deze stappen vanaf het begin uit.
12. Als u de soort wilt wijzigen, drukt u op
13. Druk op
14. Als het formaat en de soort nu juist zijn, drukt u op
NLWW
stapelhoogte van het papier het markeringspunt voor maximale hoogte voor stapels niet
overschrijdt.
ladeconfiguratie niet meer wordt weergegeven, opent en sluit u de lade opnieuw.)
weergegeven. Het menu LADE X FORMAAT= *<FORMAAT> wordt weergegeven.
of
om het gewenste formaat te markeren.
om het formaat te selecteren. Een bericht Instelling opgesl. wordt
weergegeven, gevolgd door het menu voor het ladetype.
om de papiersoort te selecteren. Het bericht Instelling opgesl. wordt
weergegeven en vervolgens worden de huidige instellingen voor de soort en het formaat
opnieuw weergegeven.
formaat en de soort te accepteren en het bericht te sluiten. De lade is klaar voor gebruik.
om de instellingen te accepteren.
als de ladeconfiguratie wordt
of
om de juiste papiersoort te markeren.
om de instellingen van het
Invoerladen configureren
93