Afdruktaken beheren
Drie instellingen beïnvloeden de mogelijkheid om in het printerstuurprogramma op te geven
hoe het papier uit de printer moet worden gevoerd. De instellingen voor Bron, Soort en
Formaat worden in de meeste programma's weergegeven in het dialoogvenster Pagina-
instelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet verandert,
selecteert de printer automatisch een lade op basis van de standaardinstellingen.
Bron
Afdrukken volgens Bron houdt in dat u een specifieke lade kiest waaruit de printer het
papier moet opnemen. De printer zal proberen om uit de opgegeven lade af te drukken,
ongeacht de soort en het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als u een lade kiest die
is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt, drukt
de printer niet automatisch af. In plaats daarvan wacht de printer totdat u in de opgegeven
lade papier van de juiste soort en het juiste formaat voor de afdruktaak plaatst. Als u het
papier juist in de lade hebt geplaatst, begint de printer met afdrukken. Als u op
u via het display andere geplaatste laden kiezen.
Zie
Opmerking
problemen hebt met het afdrukken volgens Bron en wilt dat de printer automatisch
overschakelt naar de opgegeven lade.
Soort en Formaat
Afdrukken volgens Soort of Formaat houdt in dat de printer papier ophaalt of afdrukt vanuit
de eerste lade die papier van de gewenste soort of het gewenste formaat bevat. Selectie
van papier volgens Soort in plaats van Bron is vergelijkbaar met het vergrendelen van
laden en zorgt ervoor dat speciaal papier niet per ongeluk wordt gebruikt. Wanneer u echter
de instelling Elk hebt geselecteerd, wordt de functie voor het vergrendelen van laden niet
geactiveerd. Als een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier is geconfigureerd en u in het
printerstuurprogramma opgeeft dat u op normaal papier wilt afdrukken, wordt door de printer
geen papier uit de lade briefhoofdpapier opgenomen. In plaats daarvan wordt papier
opgenomen uit een lade die normaal papier bevat en die via het bedieningspaneel voor
normaal papier geconfigureerd is. Selectie van papier volgens Soort en Formaat leidt tot
aanmerkelijke verbeteringen in de afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanspapier en
transparanten. Gebruik van de verkeerde instelling kan leiden tot verminderde
afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal zoals etiketten of
transparanten. Druk altijd af volgens Formaat voor enveloppen.
●
●
82
Hoofdstuk 4 Afdruktaken
Opties voor ladegedrag: gewenste lade gebruiken en handmatige invoer
Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat en de laden zijn niet geconfigureerd voor
een bepaalde soort of een bepaald formaat in het printerstuurprogramma, selecteert u
de opties Soort en Formaat in de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken of
Afdrukeigenschappen. U wordt gevraagd de betreffende soort en het betreffende
formaat te plaatsen.
Als u vaak op een bepaalde soort of een bepaald formaat papier afdrukt, kunt u (voor
een lokale printer) of kan de netwerkbeheerder (voor een netwerkprinter) een lade voor
de betreffende soort of het betreffende formaat papier configureren (zie
geïntegreerde webserver gebruiken
soort en het formaat). Als u daarna deze soort of dat formaat kiest als afdruktaak, zal de
printer papier opnemen uit de lade die voor de betreffende soort of het betreffende
formaat is geconfigureerd.
of
Invoerladen configureren
drukt, kunt
als u
De
voor informatie over de
NLWW