I n s t e l l i n g e n
Std.configuratie-inst. — om de serviceproviders weer te geven die in de
telefoon zijn opgeslagen. Als u de configuratie-instellingen van de
serviceprovider wilt instellen als standaardinstellingen, selecteert u
Opties > Als standaard.
Std. actv. in alle toep. — om de standaardconfiguratie-instellingen voor
ondersteunde toepassingen te activeren.
Voorkeurstoeg.punt — om de opgeslagen toegangspunten weer te
geven. Blader naar een toegangspunt en selecteer Opties > Details om
de naam van de serviceprovider, de gegevensdrager en het GPRS-
toegangspunt of-GSM-inbelnummer weer te geven.
Verb. mt onderst. — om de configuratie-instellingen te downloaden van
uw serviceprovider.
Inst. apparaatbeheer — om al dan niet toe staan dat updates van
telefoonsoftware worden ontvangen. Of deze optie beschikbaar is,
hangt af van uw telefoon.
Pers. config.instell. — om nieuwe persoonlijke accounts voor diverse
diensten toe te voegen en om deze te activeren of te verwijderen. Als u
een nieuwe persoonlijke account wilt toevoegen, selecteert u Toevgn als
er nog geen account is toegevoegd. Anders selecteert u Opties > Voeg
nieuwe toe. Selecteer het diensttype, selecteer de vereiste parameters
en voer deze afzonderlijk in. De parameters verschillen per geselecteerd
diensttype. Als u een persoonlijke account wilt verwijderen of activeren,
gaat u naar de account en selecteert u Opties > Verwijderen of Activeer.
■ Beveiliging
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen
worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen
en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging en daarna één van de
volgende opties:
PIN-codeaanvraag en UPIN-codeaanvraag — als u de telefoon wilt
instellen om naar de PIN-code of UPIN-code te vragen wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen
naar de PIN2-code niet worden uitgeschakeld.
69