T e k s t i n v o e r e n
4. Tekst invoeren
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld
wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale
tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Houd
tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om te schakelen tussen
normale tekstinvoer, aangegeven door
woordenboek, aangegeven door
ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door
U kunt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters door op # te
drukken. U kunt naar de nummermodus, aangegeven door
overschakelen door # ingedrukt te houden en Nummermodus te
selecteren. U kunt overschakelen naar de nummermodus door #
ingedrukt te houden.
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u
Opties > Schrijftaal.
■ Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste
teken wordt weergegeven. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de
taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst. Als de volgende
letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de
huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt en voert u de letter in. De
meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar
onder cijfertoets 1.
■ Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd
woordenboek waar u zelf ook woorden aan toe kunt voegen.
1. U begint met het invoeren van een woord door de cijfertoetsen 2 t/m
9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Op het
scherm wordt * weergegeven, of de letter als de afzonderlijke letter
30
, en tekstinvoer met
. Niet alle talen worden
,
en
.
,