I n s t e l l i n g e n
zich in de standby-modus bevindt en er geen telefoonfuncties worden
gebruikt. Selecteer Aan, en stel de tijdsperiode in.
Toetsenblokkering — om in te stellen dat de beveiligingscode moet
worden gevraagd wanneer u de toetsen vrijgeeft. Voer de
beveiligingscode en in selecteer Aan.
Welkomsttekst — om de tekst in te voeren die wordt weergegeven als de
telefoon wordt ingeschakeld
Netwerkmodus — tweevoudige modus (UMTS en GSM), UMTS of GSM
selecteren. Deze optie is niet beschikbaar wanneer u aan het bellen
bent.
Operatorselectie > Automatisch — om in te stellen dat automatisch één
van de cellulaire netwerken wordt geselecteerd die in uw regio
beschikbaar zijn. Als u Handmatig selecteert, kunt u een netwerk
selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen
serviceprovider heeft.
Automat. Help-tekst — om in te stellen of de telefoon Help-teksten
moet weergeven.
Starttoon > Aan — om in te stellen of een toon wordt afgespeeld
wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Offlineverzoek > Aan — telkens als u de telefoon inschakelt, wordt u
gevraagd of u het offlineprofiel wilt gebruiken. Als u dit profiel gebruikt,
worden alle radioverbindingen uitgeschakeld. Dit profiel moet worden
gebruikt in gebieden die gevoelig zijn voor radiosignalen.
SIM-acties bevest. — Zie SIM-diensten op pagina 98.
■ Configuratie
U kunt uw telefoon configureren met instellingen die nodig zijn om
bepaalde diensten te kunnen gebruiken. Het is ook mogelijk dat deze
instellingen u worden toegestuurd door uw serviceprovider. Zie Dienst
voor configuratie-instellingen op pagina 11.
Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en daarna één van de
volgende opties:
68