A l g e m e n e f u n c t i e s
3. Algemene functies
■ Bellen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het
internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale
toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig
de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u het volume hoger wilt zetten, drukt u op de volume omhoog-
toetsen als u het volume lager wilt zetten, drukt u op de volume
omlaag-toets.
3. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om de oproep te
beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Zie Zoeken naar een contact op pagina 52 als u wilt zoeken naar een
naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op
de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de
beltoets in de standby-modus. Selecteer het gewenste nummer of de
gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de
snelkeuzetoetsen: toets 3 t/m 9. Zie Snelkeuze op pagina 55. U kunt het
nummer op één van de volgende manieren kiezen:
• Druk op een snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
• Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste
snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie
Snelkeuze in Oproepen op pagina 66.
24