7
Reiniging en onderhoud
7.4.1 Dagelijks onderhoud en reiniging
A
Dekglasmagazijn:
• Controleer het dekglasmagazijn op gebroken glas
vervangen van het dekglasmagazijn)
• Zorg dat de dekglaasjes correct in het dekglasmagazijn zitten
Controleren en vervangen van het
B
Opvangschaal:
• Controleer de opvangschaal op gebroken glas
opvangschaal)
C
Pick&Place-module:
• Controleer de runners, zuignappen en dekglaasjes sensorpin op afdekmediumresten en
gebroken glas
zo nodig
• Vervang vervormde en/of beschadigde zuignappen
zuignappen).
D
Uitlijnpins:
• Controleer deze op afdekmediumresten en reinig ze zo nodig (→ Afb. 3-12).
E
Afdeklijnen
• Controleer ze op gedroogde afdekmediumresten en reinig ze zo nodig.
F
Reagensbakken in de laadlade:
• Vervang het reagens in de reagensbak
verbruiksmateriaal).
G
Ontlaadlade:
• Controleer of er nog rekken in de ontlaadlade zitten en verwijder deze
Reinigen
H
Oppervlakken van het apparaat:
• Controleer de oppervlakken van het apparaat op reagensresten in de buurt van de laadlade
en reinig deze zo nodig. Hiervoor kan een universeel reinigingsmiddel worden gebruikt
(→ Blz. 107 – 7.2.1 Uitwendige oppervlakken, gelakte oppervlakken,
I
Spoelfles:
• Controleer het vulniveau van de spoelfles en voer zo nodig de inhoud af conform
laboratoriumvoorschriften.
J
Schuif en schuiftong:
• Controleer de schuif en schuiftong
afdekmedium. Doordrenk een pluisvrije doek met xyleen en verwijder eventueel aanwezige
afdekmediumresten.
130
en maak deze zo nodig leeg.
(→ Blz. 87 – 6.3.5 Inspecteren van de Pick&Place-module)
(→ Blz. 115 – 7.2.10 Reinigen van de
L1
en L2:
binnenzijde).
(→ Blz. 83 – 6.3.3 Controleren en
en reinig dit zo nodig.
dekglasmagazijn).
(→ Blz. 87 – 6.3.4 Leegmaken van de
Pick&Place-module).
(→ Blz. 116 – 7.2.11 Verwisselen
(→ Blz. 33 – 4.6 Opnieuw vullen van
(→ Afb. 3-14)
op verontreiniging en gedroogd
(→ Blz. 83 – 6.3.3
en reinig deze
(→ Blz. 109 – 7.2.4
apparaatkap).
Versie 2.2, Revisie L