Afbeelding 4: Bezetting van de 9-polige Sub-D-bus X4 volgens EN 50170 ([1] = 9-polige Sub-D-
De koppeling van de veldbus-interface met het INTERBUS-systeem vindt in de regel
plaats met een getwiste, afgeschermde kabel. De afscherming van de INTERBUS-ka-
bel moet aan beide zijden, bijv. op de stekerbehuizing geaard zijn. Let u bij de selectie
van de steker van de bus op de maximaal ondersteunde overdrachtssnelheid.
De aansluiting van de kabel op de INTERBUS-steker vindt plaats via pin 6 en 1 (/DO en
DO) en pin 7 en 2 (/DI en DI). Via deze contacten vindt de communicatie plaats. De RS-
485-signalen /DO en DO alsmede /DI en DI moeten bij alle INTERBUS-deelnemers op
dezelfde contacten worden aangesloten. Anders kan er niet over de bus gecommuni-
ceerd worden.
Handboek – Veldbus-interface INTERBUS UFI11A
Installatie en bedrijf met Autosetup
bus; [2] = getwiste signaalleidingen; [3] = geleidende verbinding tussen stekerbe-
huizing en afscherming; [4] = doorverbinding)
3
05374AXX
7