4
Installatie en bedrijf met PC
4.5
Configuratie van de veldbus-master
18
•
Met de procesdatamonitor kunt u de data zien die tussen veldbus-master en UFI11A
uitgewisseld wordt.
•
Voor de besturing van de regelaar via de veldbus is de vrijgave op de klemmen ver-
eist. U heeft de klemmen reeds geprogrammeerd. Ter controle van de klemmentoe-
wijzing selecteert u in het venster 'Connected Units' de eerste regelaar met het adres
1 en start u Shell. De klemmentoewijzing moet u voor de MOVITRAC
instellen:
•
Herhaal de voorgaande stap voor alle regelaars, die in het venster 'Connected Units'
verschijnen.
Uitgebreide informatie is te vinden in het hoofdstuk 'INTERBUS-interface' .
•
Stel de vereiste procesdatabreedte in met de DIP-schakelaars 1 ... 5. Voor elke op
de UFI11A aangesloten applicatieregelaar zijn 3 procesdatawoorden vereist. D.w.z.
dat u bij 3 MOVITRAC
de instelling van de DIP-schakelaars wordt pas actief na het uit- en weer inschakelen
van de UFI11A:
•
Start de configuratie-software voor de INTERBUS-interface 'CMD-tool'.
•
Lees de structuur van de bus in met 'Configuration frame / Read in' of 'Konfigurati-
onsrahmen einlesen'.
•
Ken de programma-adressen van het besturingsprogramma toe aan de INTERBUS-
procesdata van de applicatieregelaar. Dit kan met het contextmenu 'Process Data'
of 'Prozessdatenmanager'.
•
Vul uw besturingsprogramma aan met de data-uitwisseling met de UFI11A.
®
07 bijvoorbeeld 9 woorden moet instellen. Een wijziging van
Handboek – Veldbus-interface INTERBUS UFI11A
®
07 als volgt